Laten we één ding onomstotelijk vaststellen, laten we er
niet omheen draaien: vogelaars zijn gek. Althans, vele van hen. Ik veroordeel
dat niet, ik doe daar zelf in bescheiden mate aan mee. Ook ik reis af en toe
het halve land af om ergens een zeldzame soort te zoeken. Ook ik wil wel eens,
net terug van vakantie in de ene uithoek van het land, de volgende dag meteen
in de trein stappen naar de andere uithoek. Ik maak het dan wel niet zo bont
als sommige anderen, die bij elke melding onmiddellijk in de auto stappen en
blijkbaar tijd en gelegenheid hebben om op één avond een kleine klapekster te doen
in Amsterdam en anderhalf uur later in de Ezumakeeg in noordoost Friesland naar
een grote franjepoot te staan kijken. Maar ik veroordeel dat dus niet, als ik de
gelegenheid had zou ik zo mee gaan.
Maar soms zijn de tijden me te bar. Moet je verdorie je best
doen om je niet ongelukkig te voelen met grijze wouw, roodstuitzwaluw, kleine
geelpootruiter en woestijnplevier in één maand, omdat je bergfluiter, bairds
strandloper, kleine klapekster, grote franjepoot en terekruiter hebt moeten
laten lopen. Het gevoel dat je alles mist! Dat je je bijna gedwongen voelt om
ook al die beesten te gaan bekijken, maar waar haal je de tijd vandaan? Dan wil
je wel eens pas op de plaats maken: tot hier en niet verder! Even een paar
dagen niet denken aan al die zeldzaamheden maar gewoon genieten van een paar
dagen in de duinen bij Noordwijk. Wel na eerst even die eurokanarie op te
zoeken in de Amsterdamse Waterleidingduinen natuurlijk, omdat die toch op de
route ligt (vanuit Heemstede met het vouwfietsje). Ja, zo wordt het natuurlijk
nooit wat.
(Een beetje therapeutisch is dit schrijven wel, zoals de
lezer natuurlijk al had opgemerkt: om me te helpen me te verzoenen met het
laten lopen van bergfluiter, bairds strandloper, kleine klapekster, grote
franjepoot en terekruiter.)
Maar daarna dus even drie dagen zonder contact met de
buitenwereld (nou ja, wel een mobieltje hoor, maar niet eentje die me toegang
verschaft tot het soort nieuws waar het om draait in het leven van een
vogelaar). Drie dagen van gezelligheid binnen en van bos en duin buiten. Drie
dagen van nachtegalen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, ’s avonds laat
het mooist. Drie dagen zingende grasmussen, af en toe braamsluiper,
heggenmussen en graspiepers. Paar uurtjes in de vroege ochtend trek geteld op
de zeereep, met trek van gierzwaluwen: enige tientallen gestaag naar noord, en
van boerenzwaluwen, die zowat evenveel naar zuid vlogen als naar noord zodat
het de vraag is of het niet steeds dezelfde waren die maar wat heen en weer
vlogen. Een boomvalk laag over naar zuid. Op zo’n dag in mei met oostenwind
hoop je natuurlijk op iets anders maar ja, het was een boomvalk.
Inmiddels ben ik weer thuis. Gauw de computer aangezet: ha,
grote franjepoot zit er nog …
19 mei 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten