woensdag 24 mei 2023

Limburg

Het is pas mei dus eigenlijk is het nog te vroeg om alleen voor vlinders en libellen op pad te gaan, vind ik. Dat hoort eigenlijk pas in juni en juli, als het aanbod aan zeldzame vogels vaak (hoewel niet altijd) wat afneemt. In mei zou je nog druk moeten zijn met het aflopen, en natuurlijk het zelf zoeken van de vele zeldzaamheden die deze maand in ons land verdwaald zijn geraakt. Maar het voorjaar is wat tam dit jaar, het aanbod aan zeldzaamheden is al weken tamelijk bescheiden (en wat er wel gevonden wordt is meestal niet of nauwelijks twitchbaar), we blijven maar wachten op die grote klapper en moeten langzamerhand vrezen dat die niet meer komt. Intussen had de Pietersberg bij Maastricht wel erg veel te bieden op het gebied van vlinders en libellen. Twee lifers liefst waren er onder andere te vinden in de vermaarde graslandjes op de flanken van de berg. Het was dus wel erg verleidelijk om voor één keer mijn principes te laten varen.
Maar gelukkig was er ook nog een orpheusspotvogel bij Oost Maarland: toch nog een mooie vogel. Het was alweer drie jaar geleden dat ik die nog heb horen zingen dus het was wel weer eens tijd. Dus eerst naar het grindgat gefietst, waar orpheusspotvogel zonder dralen uitvoerig begon te zingen in de bosjes op de oever. Samen met een gewone spotvogel. Een inkoppertje dus. En daarbij liet hij zich ook geregeld geweldig zien, zodat ik ook alle kleedkenmerken kon checken. Een wat valere tint geel dan de meest spotvogels. Een eerder bruinige dan grijze kleur groen op de bovendelen, egaal, zonder de lichte veerranden die bij spotvogel zo’n opvallend paneel op de vleugels teweegbrengen. En relatief korte handpennen. Allemaal in orde. Voor de determinatie was dat weliswaar niet nodig, gezien het uitbundig zingen (en zo nodig het nabije vergelijkingsmateriaal), maar het is wel bevredigend om te kunnen constateren dat het inderdaad allemaal klopte.
Nog even een stukje langs de oever gestruind, meerdere spotvogels, twee zwarte sterns boven de plas en alvast de eerste libel, een bruine korenbout, en naar de Pietersberg.

Op de Pietersberg was het bijna Zuid Europees. De zon scheen, het was warm, grazige en bloemrijke graslanden glooiden omlaag, of omhoog, afhankelijk van waar je stond, insecten zoemden en vlinders dwarrelden vrolijk van bloem naar bloem. Had men hier wel ooit van stikstof gehoord? En met soorten als klaverblauwtje, boswitje en zuidelijke oeverlibel kon je je gemakkelijk in Zuid Europa wanen. Zuidelijke soorten worden talrijker, het is een van de prettige bijkomstigheden van een tendens die uiteindelijk helemaal niet zo prettig zal zijn. En daarbij: noordelijke soorten zullen dan wel schaarser worden, dus tel uit je winst.
Maar goed, zeldzame vlinders dus. Veldparelmoervlinders vlogen af en aan: prachtig en nog niet zo lang geleden in Nederland zo goed als uitgestorven. Bruin dikkopje in een greppel aan de voet van de berg: veel minder opvallend dan die parelmoeren maar ook erg zeldzaam. Ook mijn beide beoogde lifers gaven acte de présence. Boswitje, een mooi, teer en engelachtig vlindertje uit de categorie koolwitjes, en klaverblauwtje, tot voor kort uitgestorven in Nederland maar vanuit het zuiden stiekem het land weer binnengekropen. Ik zag een mooi exemplaar met kenmerkende donkerblauwe vleugels met zelfs een roestbruine glans erop. Met ook nog onder andere veldsalie en knolsteenbreek, zeldzame plantjes allebei, zat het hier met de biodiversiteit nog wel goed.

21 mei 2023


Meer Zuid Limburg: Kranen



donderdag 18 mei 2023

Excursie vogelwacht Utrecht in drie bedrijven

1: Nieuwe Driemanspolder, Zoetermeer
De Nieuwe Driemanspolder had de voorbije weken zijn kakelverse reputatie ruimschoots waargemaakt: bronskopeend, gestreepte strandloper en witwangstern waren er onder andere gezien. Een goede keus dus om daar met vogelwacht Utrecht naar op excursie te gaan. Jammer was alleen dat alle drie juist de afgelopen week weer vertrokken waren. Wat overbleef: een grote karekiet. En dat is ook niet mis: allang niet meer de vrij algemene vogel waar-ie bijvoorbeeld op Waarneming.nl nog steeds voor doorgaat. En die werkte wel voorbeeldig mee. Zat uitvoerig en luidruchtig te zingen vanuit een nabij wilgje midden in het onooglijk bosje riet dat-ie voor zijn verblijf had uitgekozen, het soort postzegel waar grote karren om een of andere duistere reden wel vaker verzeild raken. En was in dat wilgje van ‘m ook geruime tijd prachtig zichtbaar. Grote karekiet vrijwel beeldvullend in de telescoop: dat had ik nog niet eerder meegemaakt.
Verder was het eerlijk gezegd wat tam in de N3M-polder zoals die door insiders wordt genoemd. Hoog water dus weinig steltjes. Wel tussen de vele gele kwikstaarten de raadselkwikstaart die al enkele weken de plaatselijke gemoederen bezighoudt. Engelse kwikstaart, gezien de gele wenkbrauwstreep? Of toch iets met gewone gele erin, hybride dus? Vanwege de relatief grijze bovendelen wordt door sommigen zelfs richting citroenkwikstaart gedacht, al is het zeker geen zuivere. Zingende veldleeuweriken, volop broedende kluten en twee patrijzen op een veldje: ook zonder al te grote zeldzaamheden was de Nieuwe Driemanspolder zeker een bezoekje waard.

2: Zevenhuizerplas en omstreken
Een gouwe ouwe. We hoopten natuurlijk op een teruggekeerd woudaapje maar een plaatselijke vogelaar hielp ons uit die droom: die waren nog niet gesignaleerd. Ook verder viel er niet zo heel veel te halen. Volop oeverzwaluwen in de buurt van de oeverzwaluwenwand, een eenmalige hoemp van een roerdomp en geluiden van baardman, snor en cetti’s zanger die zich allemaal niet lieten zien. Maar een koekoek liet zich wel fraai bekijken.

3: Zouweboezem
Omdat Zuid Holland, ons officiële excursiedoel, het enigszins liet afweten, sloten we af in de eigen provincie. De grote attractie van een plaatselijke rietmoerasje was witvleugelstern, een erg fraai en tamelijk zeldzaam sterntje dat meest in Oost Europa verblijf houdt maar af en toe, en de laatste jaren in toenemende mate, ook in Nederland tot broeden komt. En na de karekiet werkte ook deze voorbeeldig mee. Eerst zagen we hem op enige afstand foerageren tussen de koeien, en daarna zagen we er één en soms twee rond de broedplaats. Soms zagen we er een en af en toe zelfs twee op het nest en geregeld zagen we een van beide prachtig dichtbij langs vliegen. Zodat we uiteindelijk toch erg tevreden naar huis mochten.

14 mei 2023

donderdag 11 mei 2023

Hoevelaken

Het was een briljant concept. Omdat ze van maandag tot donderdag een cursus had in Hoevelaken, had Harriët daar voor de hele week een Bed & Breakfast gereserveerd. Ik zou daar overnachten en overdag in Utrecht werken. Want een week vakantie kon ik me na Marokko even niet veroorloven. Dus elke middag vertrok ik uit de wat saaie zakelijkheid van werk in Utrecht, nam de trein naar Amersfoort Vathorst en belandde in die compleet andere wereld van Hoevelaken en omstreken, dat op mij na die saaie zakelijkheid overkwam als een stukje paradijs op aarde. De meeste mensen kennen Hoevelaken wellicht alleen van het knooppunt (ik niet eens), maar daarachter schuilen een wereld van velden en akkers, omringd door bosranden en doorstoken door boomlanen en houtkades, en het prachtige, bijna sprookjesachtige Hoevelakerbos, ook wel landgoed Hoevelaken, met zijn weelderige bosschages in lentetooi, zijn elegante waterpartijen, zijn statige landhuis, zijn duistere wateren die schuilen in de schaduw van het bos en zijn fraaie open velden met monumentale boompartijen. Heerlijk was het om daar elke middag naar terug te keren, daar enkele uren te mogen verdwalen, al na één dag voelde het als thuiskomen, en om het ook de volgende ochtend nog even te mogen aanraken voor ik weer terugkeerde naar de alledaagse werkelijkheid van het werk in Utrecht. Het Hoevelakerbos was begin- en eindpunt van vrijwel elk van mijn verblijven in het Hoevelakense.
Voorjaar en zonneschijn, het is natuurlijk altijd een gelukkige combinatie maar zeker op een plek als landgoed Hoevelaken. Een luid lenteconcert van merel en zanglijster, roodborst en vink, zwartkop en tuinfluiter en noem maar op, daalt er op je neer uit het mild groene lenteloof en af en toe raken daartussen de klanken van een verre groene specht verdwaald. Eén keer zag ik die, prachtig klauterend langs een dikke boomstam, en het was alweer aardig lang geleden dat ik die nog zo mooi zag dus ik was er blij mee. In een slootje een paartje carolinaeend, een exoot natuurlijk, zeker hier op het landgoed maar toch een mooi stel. Een mooi stel goudvinken, een raaf, ja op het landgoed was altijd wel wat te beleven.
En tussendoor verbleven we in Hoevelaken zelf. Dat is op zich geen hoogvlieger maar het was prettig om er te zijn, om er door de hoofdstraat en over het hoofdplein te wandelen, om er elke avond een ander restaurantje te bezoeken waar we, hoewel eerlijk gezegd alleen op de eerste dag, zeearend zagen overvliegen vanachter onze dinertafel, en om er uiteindelijk te eindigen op onze B&B op een boerderij midden in de Hoevelakense ommelanden waar we wandelden over een onverharde kade tussen akkers door waar holenduiven, een paar kieviten en een enkele ree huisden.

Nijkerkerveen was saai. Misschien heb ik er niet goed genoeg rondgekeken maar het kwam op ons over als zo’n klein, saai, christelijk boerengat. 4125 inwoners en een begraafplaatsje dat uitstekend onze indruk van Nijkerkerveen weerspiegelde. Maar vanuit Nijkerkerveen fietsten we naar Driedorp en op een of andere manier oogde de omgeving daar nog intenser, nog uitbundiger dan we tot dan toe gezien hadden. Bossen, bosranden, boomlanen: in woorden uitgedrukt lijkt het niet veel anders dan wat we eerder gezien hadden van de omgeving maar het was er monumentaler en tegelijk intiemer. Een gaaf, goed geconserveerd coulisselandschap: daarvoor hoef je dus niet naar de Achterhoek. Een weitje met schapen die bij nader inzien varkens bleken, verdient nog een korte vermelding: wolvarkens. Het zijn natuurlijk slechts huisdieren, vee, en meestal vind ik dat niet het vermelden waard maar dit waren interessante wezens.
Vanuit het nabije Zwartebroek maakten we op een andere avond een klompenpadwandeling die na een minder interessant eerste stuk, langs onverwachts drukke wegen naar Terschuur, over onverharde paden dwars de velden in leidde naar ongeveer diezelfde bossen, bosranden en boomlanen. Doordat je er hier over die onverharde paden zo diep in verzeild raakte, beleefde je het toch weer anders, intenser, overweldigender.

Ten zuiden van Hoevelaken, aan de andere kant van het spoorlijntje van Amersfoort naar Ede, bevindt zich de ‘Heerlijkheid Stoutenburg’. Toch een beetje een andere wereld, hoewel bekend van het graslandje met bandheidelibellen langs de Barneveldsche beek. Een afwisseling van oud bos rond verborgen wateren, met monumentale oude en vervallen bomen, en schrale en bloemrijke graslanden met verspreidde bosjes en zingende boompiepers, alles in het bekende maar hier weer erg fraaie decor van velden, bosranden en boomlanen. Vrijdag waren we allebei vrij en hebben we de tijd genomen voor een mooie wandeling op en rond de Heerlijkheid. Onder andere op het bandheidelibellenveldje geweest. De bandheidelibellen vlogen uiteraard nog niet, die zijn er pas op zijn vroegst eind juli, maar wel landkaartje, een leuk en kenmerkend voorjaarsvlindertje. En dan mag men elders in Nederland rode rotslijsters zien en bruinkeelortolanen, met mijn landkaartje was ik ook best gelukkig want het was alweer een paar jaar geleden dat ik daarvan de voorjaarsgeneratie zag en die ziet er heel anders uit dan de veel algemenere zomergeneratie die vanaf juli overal rondvliegt. En dat op zich maakt landkaartje bijzonder want bij mijn weten is dat van geen enkele andere vlinder in Nederland bekend. Verder roffelende kleine bonte specht, oranjetipje, een poel met groene kikkers, sprinkhaanzanger en spotvogel.
Tot nu toe was de week wat het weer betreft vlekkeloos verlopen: in het begin weliswaar nog fris maar wel alle dagen zon en de laatste ook lekker warm. Maar nu drongen steeds driegender buienluchten op. We redden het nog net droog naar onze B&B maar op weg naar station Hoevelaken (aan de langere fietstocht naar Vathorst waagden we ons onder deze omstandigheden niet en dat bleek een verstandige keus) werden we overvallen door een bui zoals je ze zelden meemaakt en waarbij je als je binnen bent altijd met medelijden denkt aan de arme sloebers die nu buiten zijn. Zeiknat naar huis, waar gelukkig droge kleren wachtten.

5 mei 2023