zondag 27 januari 2019

Limmen

Nou nou, het was weer een zware bevalling vandaag. Ik grossier in zware bevallingen, deze eerste weken van het nieuwe jaar: lang wachten, hard zoeken en eindelijk, dat dan weer wel, geduld beloond. Dit keer meenatortel, ondersoort van oosterse tortel, in het Noord Hollandse Limmen. Achtste voor Nederland, zeldzaam dus en afkomstig helemaal uit centraal Azië, maar voor mij alweer mijn derde. Heel veel haast had ik er afgelopen week dan ook niet mee gehad. Vandaag moest het er toch maar van komen. Maar juist vandaag was hij weinig coöperatief. Kun je zeggen, geen halszaak want alweer mijn derde en bovendien, zo’n duifje spreekt nou ook weer niet zo heel erg tot de verbeelding, categorie zeldzame eend zeg maar. Heel erg dringend is-ie dus niet, maar ben je eenmaal naar het pittoreske Limmen afgereisd, met zijn mooie, oude dorpskerkje omgeven door oud en vervallen kerkhofje, dan neemt toch het roofdier in je bezit van je. Dan wil je ‘m niet missen. Dan bijt je je er als een terriër in vast want je wilt niet alleen voor dat mooie, oude dorpskerkje en dat oud en vervallen kerkhofje naar het pittoreske Limmen zijn afgereisd. Dus dan is twee uur wachten, in de overtuiging dat-ie elk moment kan opduiken, een peulenschil. Maar het was een zware bevalling. Bij mijn aankomst was-ie al een uur uit beeld. Met tientallen stonden we verspreid langs de Zuidkerkerlaan de tuintjes, de dakranden en de bomen af te speuren en elke turkse tortel aan een nader onderzoek te onderwerpen, ettelijke keren fietste ik het bescheiden straatje af, van de ene kant naar de andere en weer terug, maar de vogel gaf geen krimp. En heel langzaam begon mijn aanvankelijke overtuiging dat-ie elk moment kon opduiken, plaats te maken voor twijfel. Voor de gedachte aan wat eerst nog ondenkbaar was: dat de vogel, vanmorgen nog gemeld, zich de verdere dag gewoon niet meer zou laten zien en we allemaal onverrichterzake weer op huis aan konden. Ik stond net met Ted H. de verschillende opties te overwegen, gegrepen door een kat? door zwakte het loodje gelegd? vanwege de weersomslag (alle sneeuw van de afgelopen dagen was inmiddels weggesmolten) juist vanmorgen vertrokken? ‘of’, zei Ted, ‘misschien is er niets aan de hand en zit-ie er zo meteen gewoon weer’, toen vogelaars een meter of honderd van ons vandaan heftig naar ons stonden te zwaaien. Het zal toch niet? Wel dus. Ik was blij met mijn vouwfietsje want daardoor kon ik hem nog net mooi zien zitten op een kale tak in de els achter nummer 11, een schattig duifje, nog wat grauw van kleur want jonge vogel, met opvallend patroon van lichte veerranden op zijn bovendelen. Ted zag hem alleen nog maar weg vliegen, anderen hadden hem helemaal gemist.
Gelukkig zat-ie een kwartiertje later opnieuw in de els, en nu zelfs wat langer. Daarna was-ie alleen nog maar ternauwernood te zien diep in een dichte conifeer een paar tuintjes verder. Ik was er wel klaar mee toen en fietste met een prettige omweg terug naar Castricum.

26 januari 2019


Meer urban birding: Gaan of blijven



zondag 13 januari 2019

Anderhalve tel

Zoveel mogelijk profiteren van de schaarse momenten dat het droog was, dat moest maar mijn belangrijkste doelstelling zijn voor dit weekend. Dat is vanmorgen alvast mislukt. Al toen ik station Amsterdam Zuid uit fietste was het zachtjes aan het regenen. Toen ik op de inmiddels ook mij bekende plek aan de rand van het Amsterdamse bos stond, bij de waterpartij naast restaurant De Veranda, was het af en toe droog maar vaker niet. Meestal regende het zachtjes maar niet altijd. Zo staand in die regen, op die plek, omgeven door de grauwheid en door de onafgebroken ruis van de grootstad, dat was nou niet echt het soort besteding van je zaterdagochtend waar je blij van wordt. Zonder bruine boszanger zou het zelfs ronduit treurig zijn, zeker als het al de tweede keer is dat je daar staat en de eerste keer ook al vergeefs was geweest. Ik stond dan ook, na zowat anderhalf uur wachten in die regen, al te overwegen wat een idiote, zinloze en droevige hobby dit soms toch zijn kan, toen … Anderhalve tel, dat was voldoende om de stemming volledig te doen omslaan. Het miezerde nog steeds, nog steeds was het grijs en treurig maar anderhalve tel was voldoende om die miezer en die treurigheid blijmoedig op de koop toe te nemen want anderhalve tel had ik, op slechts anderhalve meter afstand, bruine boszanger in de kijker. Een onooglijk vogeltje, bruin met vuilwit en een opvallend wenkbrauwstreepje, dat was alles, dat zich al zachtjes smakkend had aangekondigd en toen zomaar ineens uit het niets in het struikje voor me was opgedoken en vervolgens alweer was doorgevlogen naar het kreupelhout verderop en van daar alweer was verdwenen in de kruipruimte onder het restaurant aan het water. Anderhalve tel, en ik was een gelukkig mens en kon eindelijk naar huis. Wat een idiote, zinloze maar leuke hobby hebben we toch.

12 januari 2019


Meer urban birding: Limmen







donderdag 10 januari 2019

Tradities

Op het programma stond jaarwisseling op Vlieland, plus nog een paar dagen er achteraan natuurlijk. Tot ieders verbazing haalde iedereen de middagboot. Dus kwamen we gezamenlijk op Vlieland aan, haalden gezamenlijk de sleutel op bij de VVV, eigenden ons gezamenlijk ons tijdelijke onderkomen voor de komende dagen toe, midden in het dorp aan een zijstraatje van de Dorpsstraat, en deden gezamenlijk de boodschappen voor vanavond en morgen. Ook maakten we nog gezamenlijk een klein ommetje, over de Waddendijk achter het dorp en naar de vuurtoren. Meer Vlieland kun je je niet wensen tijdens je eerste uurtje op het eiland. De boot die alweer de veerdam achter zich laat. En mooie luchten: afwisseling van bleek blauw en blozende wolkenflarden en op het eind een mooie, vurige zonsondergang. ’s Nachts leerden we de Vlielandse oudejaarstraditie kennen: vanaf 12 uur zo lang mogelijk, met zoveel mogelijk mensen en met zo veel mogelijk lawaai (erg veel) op brommers en motoren rondjes rijden door het dorp. Brommers en motoren die waarschijnlijk grotendeels door huisvlijt in elkaar geknutseld zijn en 364 dagen per jaar zorgvuldig opgeborgen staan in een schuurtje of, zoals ik een keer zag op een ommetje door steegjes achter de tuintjes langs, liggen op een schuurdak. Het resultaat was oorverdovend en overweldigend in de anders zo rustieke Dorpsstraat.

De volgende ochtend leerden we de Vlielandse nieuwjaarstraditie kennen: de nieuwjaarsduik. Nou ja, die is natuurlijk niet exclusief Vlielands, elke badplaats heeft tegenwoordig wel zijn eigen nieuwjaarsduik. Hoe dan ook, het was wel een evenement: tientallen slechts in zwemkleding geklede mensen die op deze koude januaridag tussen een haagje van kleumende toeschouwers door naar zee renden om daar in de meeste gevallen heel even een teen in zee te steken en daarna gauw weer terug te rennen naar de warmte. Intussen bracht ik mijn eigen nieuwjaarstraditie in praktijk: het opbouwen van de nieuwe vogeljaarlijst. Kauwen in het dorp, tureluurs op het wad, wulpen, scholeksters, houtduif, merel: vlijtig sprokkelde ik mijn nieuwe jaarsoorten bij elkaar. Allemaal zonder fiets vandaag. Die hadden we nog niet nodig. Het oostelijk deel van het eiland is heel goed zonder te doen en is boeiend genoeg voor een dagje struinen. 's Morgens eerst alleen en daarna met Harriët langs het dorp, langs het wad, langs het Westerse veld en door de duinen naar zee. En 's middags eerst met zijn allen en daarna alleen de noordoosthoek gerond: de kade langs de Waddenzee, de jachthaven, de oostelijke duinstrook en langs het strand terug. Er stond een aardig windje, wat leidde tot een prachtige wilde zee met witte schuimkoppen onder mooie buienluchten met tussendoor af en toe zon, vanmorgen meer dan vanmiddag. Hoogtepunten vandaag waren een vrouw blauwe kiekendief, wat jan van genten over zee, een paar drieteenmeeuwen en in het laatste, inmiddels grijze middaglicht een vuurgoudhaan.

Het leven hangt van tradities aan elkaar. Woensdag weer een andere Vlielandse traditie meegemaakt: het jutten. Toen op het gehele strand van Vlieland (en dat van diverse andere eilanden) de inhoud van tientallen zeecontainers was aangespoeld, toog heel Vlieland aan het jutten en gingen op het eiland de gesprekken nergens anders meer over. En daar hebben we dan maar aan meegedaan. Heeft ons nog vier fijne fleecedekentjes opgeleverd en een winterjasje voor Gullie, a.k.a. Caligula, het huisschaap. Het was overigens een bizar en licht absurdistisch tafereel, dat strand kilometer na kilometer na kilometer bezaaid met honderden kuipstoeltjes en met jassen en met fleecedekentjes en allerlei andere rommel. We waren landelijk nieuws en dat heeft natuurlijk wel wat, dat je je in het oog van het wereldnieuws bevindt. In dat nieuws domineerde overigens de afschuw, de verontwaardiging over wat wij mensen de aarde, onze omgeving toch weer hebben aangedaan met onze mateloosheid, met onze tomeloze overvloed. (270 containers! waren overboord gevallen, meldden de journaals, en dan denk je, dat is de halve boot maar nee: er waren er nog zo’n 19 duizend over!) En als je de onafzienbare rommel, de massa prut op de stranden van Terschelling en Schiermonnikoog zag, was dat ook wel te begrijpen. De gevolgen voor natuur en milieu kunnen daar nog weleens hardnekkig zijn. Op Vlieland oogde het anders. Misschien was het niet helemaal zo maar zo zag het er wel uit: grotere objecten maar minder in aantal. Voor elke honderd snufjes en snuisterijtjes daar, de poetsdoekjes, de lapjes, de speelgoedschoentjes, de snippers plastic etcetera, hier één stoel. En dat is qua opruimen beter te behappen en maakt bovendien dat je je op dat strand, omringd door die honderden stoelen, in een openluchtmuseum voor hedendaagse kunst waant. Een vervreemdende ervaring.
Dit alles op de terugweg van onze gezamenlijke fietstocht naar het westen van het eiland. Posthuiswad, Kroonspolders, Posthuis, wie Vlieland kent, weet: het was weer een leuk tochtje, overigens zonder al te bijzondere vogels. Rosse grutto's, pijlstaarten, weer een blauwe kiekendief, slechtvalk, dat soort, en op zee een groep van zeker tweehonderd zwarte zee-eenden.
's Morgens nog een vergeefse poging gedaan tot zeetrek kijken. Teveel wind, teveel waaiend zand, teveel tranende ogen, ik was er binnen een kwartier weg. Daarna wel de stilte in het bos terwijl het 'buiten' zo tekeer ging.

Donderdag ... Wat was er donderdag ook alweer? ’s Morgens effe aan zee gestaan, wat niet veel opleverde. Beetje rondgefietst in het oosten: idem. Een paar van de containers gevonden waar de afgelopen dagen zoveel over te doen is geweest. Stonden gestald bij de jachthaven, gedeukt en gehavend. Een was er volkomen verkreukeld: toonbeeld van de enorme krachten die de zee kan ontketenen? 's Middags ook met zijn allen naar de containers wezen kijken. Daarna naar het Badhuis, op het strand aan het eind van de Badweg, voor ons dagelijkse lekkers. En in mijn eentje een rondje gemaakt door de duinen, de woeste en tomeloze duinen waardoorheen zich in vloeiende lijnen het fietspad slingert, en langs het wad, wat weer leuk was, mooi en heerlijk rustig, ik kwam geen mens tegen, maar (alweer) niet veel opleverde.

En toen was het alweer de dag van vertrek. Opruimen, inpakken en een beetje schoonmaken. Het huisje achter ons gelaten en de sleutels ingeleverd, zodat het definitief ons huisje niet meer was. Altijd een beetje een triest moment: niet meer ons toevluchtsoord, niet meer ons baken van rust en beslotenheid temidden van de getijden op en rond het eiland en daarbuiten. Later vanmiddag liepen we nog even door het straatje en daar stond het huisje, De Steenloper, Betzy Akerslootglop 7, Vlieland, nu we er weg zijn kan ik het wel verklappen: de deur gesloten, geen licht achter de ramen, nee, ons huisje was het niet meer.
De overige tijd aan Vlieland besteed. Beetje lummelen in en om het dorp. En op expeditie met de Vliehorsexpress: met grote, half open vrachtwagen naar de uiterste westpunt van het eiland. Het was de perfecte afsluiting van ons midweekje Vlieland. Die uitgestrektheid, die ongereptheid om je heen, naakt, leeg, nog (of weer?) geheel verschoond van elke menselijke bezoedeling. Zand zo ver je kijken kon. Nou ja, niet alleen maar zand natuurlijk, altijd is er ook een verte en zoals overal in Nederland was er iets in de verte: een baken dat eruit zag als een ufo, een strandvondershuisje, de vuurtoren van Texel. Eerst ver weg, maar op het eind stonden we pal tegenover ons huidige buureiland en stond de Eierlandse vuurtoren bijna op een steenworp van ons vandaan. Grijze zeehonden bijna op aaiafstand, al werd aaien ons ten stelligste ontraden. Dat lieten ze trouwens ook niet toe.
Tenslotte nog wat lummelen in het dorp en de vijf uur-boot terug. Het nieuwe jaar tegemoet.

4 januari 2019


Meer lezen: 2090
Meer Vlieland: Deception tours