dinsdag 20 oktober 2020

Vogelen in tijden van corona

Het is weer zover. We zijn weer zo goed als terug bij af. De lockdown is dit keer niet intelligent maar gedeeltelijk, wat onder andere betekent dat er formeel niets gezegd is over het OV, ik heb er natuurlijk speciaal op gelet. Wat weer betekent dat ik vandaag de trein nam naar Leiden en de vouwfiets naar Katwijk en van daar naar Berkheide. Want op het moment dat de regels ruimte laten, is het aan het gezond verstand. De trein was leeg. De route kende vele opbrekingen en omleidingen wat weliswaar hinderlijk was maar coronagewijs niet problematisch. En in de duinen was de anderhalve meter gemakkelijk te handhaven, zelfs waar we gezamenlijk naar blauwstaart stonden te zoeken terwijl ook nog af en toe wandelend publiek passeerde. Het was nog lang geen Kalverstraat op zaterdagmiddag. Druk was het er vooral met goudhaantjes. Veiliger tijdsbesteding dan dit, wat corona betreft, bestaat eigenlijk niet. En je bent er toch weer effe lekker uit geweest. Een frisse neus gehaald, zeg maar. Kun je er weer even tegen.
Het was dus om blauwstaart te doen. Zeldzaam, al duiken er deze herfst heel wat op in Nederland. Maar allemaal op van die voor een OV-vogelaar nauwelijks bereikbare plaatsen. Dus toen er eentje gemeld werd te Berkheide, niet meer dan ruim een uur reizen van huis, dacht ik: die moet ik hebben.
Nou, dat is dus mislukt.
Paar uur gestruind door de mooie duinen van Berkheide. Geen spoor van blauwstaart, maar niet getreurd: een paar uur struinen door de mooie duinen van Berkheide is half oktober een van de plezierigste bezigheden waaraan je je zondagmiddag kunt besteden. Midden in de trektijd en dat was te merken. Het was niet eens overdreven druk maar af en toe een golfje koperwieken of een clubje vinken, twee buizerden over de zeereep, goudhaantjes die soms tot binnen armbereik naderden en regelmatig vuurgoudhaantjes ertussen: de vogeltrek was in volle gang. En ter compensatie van gedipte blauwstaart kon ik wel pallas boszanger en kleine vliegenvanger bijschrijven, allebei na betrekkelijk lang zoeken overigens. Pallas vond ik uiteindelijk aan de hand van een groepje enthousiaste vogelaars foeragerend tussen de vergeelde bladeren van een groepje esdoorns, rusteloos en zeer beweeglijk maar af en toe kort fraai zichtbaar. Veel scharrelend en veel biddend maar uiteindelijk kon ik ook de middenkruinstreep en de gele stuit vaststellen, waarmee ook voor mij de determinatie rond was. Kleine vliegenvanger, een fraaie adulte man met oranje keelvlek, dook na nog heel wat langer wachten eindelijk op in het halfkale bosje voor ons waar hij druk foerageerde en geregeld prachtig vrij zichtbaar was.
Al met al vond ik het geen slechte deal. Ze konden in elk geval prima dienen als verdoving voor mijn jaarlijkse raddes-pijn, want ze hadden natuurlijk weer raddes boszanger op een of ander eiland, altijd net op het eiland waar ik niet ben of net op het moment dat ik niet op een eiland ben. Zodat ik na al die jaren vogelen nog steeds geen raddes boszanger heb. Ja, dat moest ik nog even kwijt. Maar ach, als dat het grootste leed is dat je te dragen hebt, ben je een bevoorrecht mens.

18 oktober 2020


Meer lezen? Texel in tijden van corona
En over Raddes

donderdag 15 oktober 2020

Dutchbirdingweekend 2020

Het was weer tijd voor het dutchbirdingweekend, het mocht nog net van corona: lekker drie dagen lang fulltime vogelen op Texel. Niks van negen tot vijf, eerder van acht tot zeven. Zo hard werk ik vrijwel nooit als ik ervoor betaald wordt. De meteorologische vooruitzichten waren op zijn zachtst gezegd spannend. Vrijdag zou nog tamelijk rustig zijn, met weinig wind en weinig regen, maar daarna werd het herfst op Texel. Voor het weekend stonden talloze buien op het programma, afgewisseld met hopelijk tussendoor nog wat zon. Gelukkig had ik dan auto met chauffeur ter beschikking.
Op vrijdag begon ik met de vouwfiets, inderdaad bij rustig en meest droog herfstweer. Het Horntje, de omgeving van NIOZ, de Petten, de Mokbaai, de Geul, de Horsmeertjes en een stukje van de Kreeftepolder: een mooie korte introductie van Texel, met weelderige duinstruwelen die rijke vrucht droegen, met grazige en natte duinvalleitjes en met brede, vogelrijke wateren. Texel in een notendop. Het leverde soorten op als ijsgors, zilverplevier, kanoet en baardmannetje, geen soorten waarvan je ’s nachts wakker schiet maar je moet er, als je in Utrecht woont, meestal wel voor op reis. Om half vier trof ik in Den Burg Martijn, waarna we er samen per auto op uit trokken. Het Dutchbirdingweekend kon nu echt beginnen.

Texel is een beetje als een snoeptrommel. Een meestal goed gevulde snoeptrommel waaruit je af en toe naar believen een snoepje kunt nemen. Niet teveel, daar wordt je maar misselijk van. We begonnen bij het nieuwe natuurontwikkelingsgebied bij Dorpzicht. Daar waren onlangs in de daar aangelegde ondiepe watertjes twee franjepoten aangetroffen, netjes verdeeld over de twee meest gangbare soorten: een grauwe en een rosse. En dat zijn voor iedere vogelaar verrukkelijke snoepjes. Bij aankomst was alleen de rosse aanwezig. Jammer? Ach, rosse franjepoot is een hele fijne soort en hij liet zich mooi bekijken. Bovendien passeerde ook nog een vrouw blauwe kiekendief.
Toen we later, na een onmogelijke zoektocht naar een morinelplevier ver weg tussen de kleiklonten en de uienresten en een bezoek aan de rust en stilte van Dorpzicht terugkeerden bij het kijkscherm, was ineens ook grauwe aanwezig. Dat leverde het eerste onvergetelijke moment van het weekend op: grauwe en rosse franjepoot af en toe in één telescoopbeeld, dat had ik nog nooit eerder meegemaakt. Wat je op zo’n moment ineens ziet, is dat rosse net een maatje groter en forser is dan grauwe. Of het daarmee te maken heeft weet ik niet, maar rosse duldde grauwe nauwelijks in zijn buurt. Hij joeg die herhaaldelijk pikkend van zich af maar grauwe bleef als een hinderlijke horzel om hem heen zwemmen.

Het was een mooie opening van het weekend. De beide volgende dagen ondergingen we de herfst in zowat haar meest ruige en weerbarstige gedaante. Bui volgde op zonneschijn en zonneschijn volgde weer op bui, telkens opnieuw, en dat leverde een lange reeks op van prachtige beelden, van regenbogen, van zon beschenen landschappen onder loodgrijze wolkenluchten, van zonnestralen die achter de wolkengevaarten vandaan schenen enzovoort. Het soort plaatjes waar dure fotoboeken van gemaakt worden, plaatjes ook die de schoonheid van het eiland, en die van de herfst, prachtig lieten uitkomen. Buienradar schotelde ons keer op keer het vreselijkste onheil voor maar eerlijk gezegd viel de praktijk meestal best mee. Er vielen buien, natuurlijk, maar tussendoor scheen de zon vaak genoeg om volop van Texel en zijn vogels te kunnen genieten. Om de trekgolven die het eiland teisteren over je heen te laten komen en te proberen iets mee te pikken van wat die trekgolven voor moois zouden achterlaten.
We begonnen zaterdag met een uurtje aan zee bij Westerslag. Goede wind, stevig uit westelijke richting, maar dat leverde (opnieuw! Het is een tendens die al wekenlang duurt en waar alle zeetrektellers over klagen) niet op waar je op zo’n moment op hoopt. Een paar jan van genten, één verre kleine jager, dat was het wel zo’n beetje. Aan de horizon formeerden zich intussen vervaarlijke buiengevaarten. De meeste schoven langs ons heen maar toen een volgende bui ons vol trof, trokken we ons terug naar de auto om elders ons heil te zoeken.
Waarop we de hele dag over het eiland kriskrasten, op zoek naar de lekkerste snoepjes die het in de aanbieding had. Sneeuwgorzen langs het wad bij de buitenhaven van Oudeschild. Morinel in een kale akker te Eierland die echter opnieuw onvindbaar was. Bij het reddingsboothuisje, nog boven De Cocksdorp, gingen we op zoek naar bruine boszanger die zich echter in de zowat twee uur dat we daar stonden slechts één keer kort liet horen. Bladkoning en europese kanaries waren (iets) coöperatiever. De laatste zijn inmiddels met vijf, ze schijnen succesvol gebroed te hebben. Bij het renvogelveldje gingen we vergeefs op zoek naar een roze spreeuw en in de tuintjes naar een spannende braamsluiper en een tweede bruine boszanger maar het vlotte nog niet erg vandaag.
Je mag gerust bedenkingen hebben bij dat alsmaar najagen van zeldzaamheden die anderen al voor je gevonden hebben, maar overal waar je zoekt naar roze spreeuw of naar bruine boszanger, zoek je intussen ook naar raddes boszanger of naar bonte zanger of iets anders dat die trekgolven hebben achtergelaten. Naar iets tussen de vele lijsters op het veld, iets tussen de vele zangertjes in de bosjes, iets tussen de vele steltjes op het wad, iets van de neerslag van die trekgolven dat deze dag, dit Texelweekend op de kaart zou zetten. Uiteindelijk waren het toch weer anderen die de hoofdprijs vonden. Zoals altijd. We hadden inmiddels een spectaculaire smelleken zien jagen boven het renvogelveldje, diverse keren kwam-ie terug tot-ie met vermoedelijk een graspieper in de poten voorgoed uit beeld verdween. Bij De Koog vonden we in de akker de beoogde kleine rietganzen en op camping Koogerstrand na lang zoeken eindelijk een roze spreeuw en vluchtten we weer naar de auto toen we een volgende duistere buienlucht van zee zagen naderen. En tenslotte stonden we om een uur of zes in het zonnetje weer bij het reddingsboothuisje voor onze laatste poging vandaag om bruine boszanger in beeld te krijgen. Blako, krioelende goudhaantjes, eurokanarie, zo kwamen we het laatste uurtje vogelen van de dag wel door. En dit keer werkte brubo wel mee. Geregeld hoorden we hem roepen, een paar keer zagen we daar iets bewegen en ineens zat-ie open en bloot in een kaal takje: een bruin, duister phyllootje, heel anders dan de hier ook aanwezige tjiffen, met een opvallende wenkbrauwstreep. Heel even maar, toen was-ie weer weg. Het gaf deze dag net dat beetje glans dat die nog wel gebruiken kon, want zo talrijk waren de hoogtepunten tot nu toe niet geweest.
En precies op dat moment, half zeven inmiddels, we stonden net te overwegen wat we met het laatste half uurtje moesten voor we om zeven uur in het restaurant werden verwacht, precies toen werd er anderhalve kilometer van hier een izabeltapuit gemeld. Nou, dat dus: precies de goede soort (mijn tweede ooit, twintig jaar na een vogel die ziek, zwak en misselijk tegen een boerenschuur aangedrukt had gezeten) op precies het goede moment. Vijf minuten later waren we ter plaatse, het was nog rustig op de parkeerplaats bij de vuurtoren en de vogel liet zich fantastisch zien in het laatste middaglicht: een opvallend compacte en lichte tapuit, beigekleurig met een zweem van rossig op de borst, met weinig contrast in het verenkleed en met weinig zwart in de vleugels (wel de vereiste zwarte duimvleugel). In vlucht was het kenmerkende staartpatroon te zien, met brede zwarte eindband en bijna zonder zwarte middenbaan. Daarmee was gewone tapuit wel uitgesloten. In één keer was het een topdag, een topweekend geworden. En we waren maar vijf minuten te laat in het restaurant, waar we niet uitgepraat raakten over deze geweldige dagafsluiting.


11 oktober 2020


Meer lezen? Dutchbirding op Texel










maandag 5 oktober 2020

Gedipt

Toen we tegen negenen Goeree Overflakkee bereikten, het buiten inmiddels regende en er nog altijd geen enkele bericht was vanuit de duinen bij Ouddorp, voelden we al aankomen dat het een moeilijk verhaal ging worden vandaag. En we waren nog maar net de auto uit toen Wietze het onheilsbericht onze Telegram-community in slingerde: ‘Vanochtend is met 40+ man gezocht naar de goudlijster, tot dusver geen resultaat. …’ Enige zorgen waren nu wel gerechtvaardigd, mocht je zeggen. We lieten ons nog niet klein krijgen en liepen door de regen naar de plek waar deze zeldzaamheid gisteren voor het laatst gezien was. Onderweg kwamen we al wat vogelaars tegen die iets anders gingen doen en ter plaatse stond nog een klein aantal volhouders mistroostig te turen naar het tuintje voor hen, en allemaal vertelden ze hetzelfde: er werd al een paar uur gezocht maar geen spoor meer van de vogel. Dat werd een hele zure dip. We lieten ons nog niet uit het veld slaan en voegden ons bij deze laatste wachtenden, allemaal net als wij gisteren niet in staat geweest onmiddellijk op de melding te reageren. Daar dreigden we nu zwaar voor gestraft te worden. Want goudlijster: ook voor mij een lifer en of je ooit een herkansing krijgt, is nog maar de vraag.
Maar waar het bij vogelen natuurlijk om gaat, is dat je er lol in hebt. Een andere reden is er niet. En ook, zelfs vanmorgen had ik er lol in. We stonden dan wel in de regen te wachten op iets dat naar alle waarschijnlijkheid niet meer komen ging, maar we stonden op een mooie plek. Voor ons, half verscholen achter schuttingen en poorten, bosjes en tuintjes rond de vakantiehuisjes aan de Groenedijk onder de rook van Ouddorp. Achter ons open en bloot onder grijze regenwolken het woeste open duin. In de verte de vuurtoren en boven ons een gestage stroom van spreeuwen, duizenden spreeuwen moeten het geweest zijn, en vinken, graspiepers, zanglijsters en meer, allemaal op weg naar het zuiden waar het warm is en de zon schijnt. We zouden allemaal wel willen. Het was indrukwekkend, al die vogels onderweg, gedreven door hetzelfde verlangen, door hetzelfde instinct, ingesleten door duizenden jaren evolutie, en het was opmerkelijk dat ze zich zelfs door dit weer niet lieten weerhouden. Het was jammer dat het regende en het was jammer dat er gisteren hier een goudlijster had gezeten wiens afwezigheid vandaag zich in onze hoofden had genesteld (zonder dat hadden we hier natuurlijk nu helemaal niet gestaan), maar verder was het een heerlijke ochtend die ik me later nog wel eens zal herinneren en dat is ook wat waard. Diverse roodborstjes hielden ons gezelschap, een heggenmus dook op uit de schemer onder de heg en een fraaie vuurgoudhaan scharrelde door het glimmend natte kreupelhout. Tjiftjaf en roodborst zongen af en toe alsof het lente was. Tussen de stroom trekkers merkten we af en toe onder andere grote gele kwikstaart, sijs of boompieper op. En een paar honderd meter verderop zat een bladkoning die zich toen we even vrijaf namen van onze queeste, prachtig liet horen en zien. Hoe lang is het nou nog maar helemaal geleden, als je het afzet op de schaal van duizenden jaren evolutie, dat een bladkoning je hele dag goed maakte?
Maar goed, wel de zoveelste soort-van-het-jaar gedipt.

3 oktober 2020


Meer dips: https://guuspeterse.blogspot.com/2021/01/de-psyche-van-een-vogelaar.html