woensdag 13 december 2023

Met vogelwacht Utrecht naar Friesland

Er is binnen de vogelwacht Utrecht momenteel een discussie gaande over vogelen en klimaat. Een terechte discussie, wat mij betreft, ik sta helemaal achter het idee om als vogelaar te proberen je klimaatafdruk tot een minimum te beperken, maar met vogelwacht Utrecht gingen we vandaag helemaal naar Friesland. Met de auto. Want het zou best een echte topdag kunnen worden daar, was de gedachte, met soorten die we in eigen omgeving vergeefs zullen zoeken. Wolf op een geheime plek bij Appelscha, de kwelder bij Peazens met alles erop en eraan en als er tijd over was misschien nog een afsluiting in de Onlanden, met kans op zwarte ibis en ruigpootbuizerd.
Het is hem niet helemaal geworden, die echte topdag, maar al met al kon ík er in ieder geval wel vrede mee hebben. Het weer was acceptabel, veel wind maar meest droog en in elk geval veel beter dan we hadden gevreesd, en de soort die ik mezelf vooraf als doel had gesteld voor deze excursie, kon worden binnengetikt. De wolf liet het afweten maar dat was niet helemaal onverwachts: wordt ook daar vaker niet dan wel gezien. Twee uur vergeefs staan wachten in een kille wind en af en toe nog wat miezervlagen. Maar het was een mooie plek, met verwilderde graslanden, wat flarden riet en een bosrand aan de overkant. Groep toendrarietganzen over, geluidjes van geelgors, kepen, grote lijster maar geen wolf. Na een uur of twee maar weer vertrokken.

Bij Peazens de kwelder op. Harde wind maar ook af en toe het vermoeden van zon. In het kleine Nederland wordt weleens gesproken van de ‘little five’ (of dat iets zegt over onze volksaard of over de wilde fauna in Nederland laat ik even in het midden): vijf karakteristieke soorten die ’s winters onze kwelders bevolken. Van drie daarvan, sneeuwgors, ijsgors en strandleeuwerik, geen spoor vandaag op de kwelder. Oeverpiepers waren er natuurlijk wel maar ja, die zijn er altijd. Maar juist de soort die ik dit jaar nog moest, voor zover je van moeten kunt spreken natuurlijk, juist de frater was wel van de partij. Al gauw zagen we een groepje putters rondhangen en toen die op een modderig stukje aan de grond kwamen, bleken er enkele fraaie fraters tussen te zitten. Enige tijd lieten die zich mooi zien. Daarna hebben we ze helaas alleen nog af en toe langs vliegend gehad.
Verder was het wel een beetje sprokkelen op de kwelder. We misten veel maar we hadden wel minimaal vijf blauwe kiekendieven, waaronder drie prachtige mannetjes, en in de ruigte hield zich een velduil schuil. Het was hard zoeken maar toen we hem eenmaal gevonden hadden en vijftig keer vergroot door de telescoop zagen, een plaatje. Die gele ogen, het was soms net of ze je aanstaarden. Een plaatje was ook die rosse grutto die prachtig vlak onder de dijk liep te foerageren. Voor de Onlanden was het inmiddels te laat. We sloten af met wat ganzen in de buurt wat, na een fraaie roodhalsgans eerder vanmiddag, nog twee zeldzame witbuikrotganzen opleverde.
Het was niet helemaal klimaatneutraal geweest wat we vandaag gedaan hebben, niet low carbon, maar voor een keertje mag dat wel vind ik. Volgende week ga ik weer netjes met trein en fiets.

10 december 2023






woensdag 29 november 2023

Zoetermeer

Er zijn wellicht mensen die sinds afgelopen woensdag op veertjes door het leven zweven, hoopvol uitziend naar wat de toekomst brengen gaat. Ik wens ze het allerbeste. Maar ik ben niet zo iemand. Ik ben meer iemand die het liefst zou wegkruipen in een heel diep holletje. En met de al vele weken aanhoudende meteorologische treurnis is dat misschien wel het op een na beste wat je doen kunt. Maar een zoveelste dag van wind en buien en de naweeën van een zware verkiezingskater, die vroegen om iets anders, die vroegen om een lekkere snack, om instant bevrediging, om een snelle sensatie om voor even al die dingen te vergeten die je zo graag vergeten zou. Waterspreeuw op de oever van de Zoetermeerse plas, dat leek me in dat kader de perfecte bestemming voor deze zure zaterdag. Paste ook prima tussen de buien door. Niet al te ver met de trein, geen verre fietstocht en daar stond ik, met alweer tientallen toegesnelde vogelaars, op de oever van de Zoetermeerse plas, de aankondiging van de eerste zware bui van de ochtend in de rug. Moest alleen waterspreeuw nog op komen dagen maar die liet het nog even afweten. Paar honderd meter langs de oever gezocht, grote gele kwikstaart, roodborst, geroep van waterral maar uiteindelijk moest ik toch op de plek zijn waar de vogel het laatste gezien was en het vaakst gezien wordt: op het strandje daar stonden de telescopen en de telelenzen gericht op een basaltdammetje verderop in het water. Waterspreeuw. Scharrelend langs de waterkant en prachtig in de telescoop. Steen voor steen bewoog hij zich tot aan het uiteinde van het dammetje, stond nog even te pronken op het laatste stuk basalt dat boven water stak en keerde toen om, om aan de achterkant van het dammetje weer terug te gaan. Voor zover wij wisten.

Het toetje was trouwens ook smakelijk. Verderop was het Prielenbos, een stukje broekbos met spichtige stammetjes en takkenbossen die uit zwarte poelen staken en knuppelpaadjes die ons over de nattigheid voerden. Erg fotogeniek. En best wat vogeltjes af en toe, alleen lukte het me maar zelden er een een beetje herkenbaar in beeld te krijgen. Alleen een winterkoninkje liet zich enige tijd mooi bekijken, wat natuurlijk wel een fijn cadeautje was. Maar toen een prachtige groep van tientallen barmsijzen. Er is een (tot nu toe) bescheiden invasie van grote barmsijzen gaande en het is altijd prettig van zo’n fenomeen iets mee te krijgen. Er zat ook nog minstens één kleine barmsijs tussen, en een vogel met opvallend witte en weinig getekende flanken en op het oog ongetekende witte onderstaartdekveren. Een aardige kandidaat witstuitbarmsijs, een zeldzaamheid, maar ja …
Toen ik genoeg gesnoept had om de wereld weer even aan te kunnen, ben ik maar weer omgekeerd.

25 november 2023





donderdag 16 november 2023

Ameland

De herfst is nog in volle gang. Het goud en oranje druipt van de bosranden, hier en daar schittert daarin een zilvergrijze abeel en bedauwde spinnenwebben glinsteren tussen de vegetatie. Maar wat vogels betreft is de grootste drukte een beetje voorbij en de grote vogelevenementen liggen ook weer achter ons. Geen Deception Tours meer, geen Dutchbirding vogelweekend, een mens kan weer veilig naar een Waddeneiland zonder om de haveklap lastig gevallen te worden door weer een melding van weer een leuke soort en zonder weer te moeten beslissen of je erachteraan gaat of dat je deze keer even overslaat. Er zijn ook geen vogelaars op dit eiland, nou ja, er zijn er wel een paar maar die vinden ook niets dat tot actie verplicht. Een roodhalsgansje hier, een sibtjif daar, ijseend over zee, ach, dat komt allemaal een andere keer wel weer.
We waren op Ameland dit keer, omdat Cathérine, zusje van Harriët, in het kader van de Kunstmaand Ameland haar expositie en haar viltworkshops hield in de brasserie van Roompot Ameland. Denk bij dat vilten overigens niet aan oubollig hobbyisme, dit is vilten 2.0. Wij zaten op Roompot in een vakantiehuisje. Nou ja, vakantiehuisje, zeg maar vakantiecontainer, temidden van nog veel meer van zulke vakantiecontainers, rijen en rijen vakantiecontainers die een geestdodende en deprimerende vakantieomgeving creëerden. Al was er genoeg groen, genoeg bosjes en natte ruigte om het spannend te houden, maar daar is in november op een Waddeneiland niet veel voor nodig. Achter de rijen vakantiecontainers zagen we de vuurtoren verrijzen en verliet je het terrein, dan had je onmiddellijk zicht op de Westermieden, het weiland aan de westkant van het eiland, met rotganzen en kramsvogels, en op de bosrand van het Hollumerbos daarachter. Nee, voor Roompot ga ik geen reclame maken maar met Ameland is niets mis.
Dat is natuurlijk precies wat zo’n Waddeneiland zo leuk maakt: zodra je de deur uitstapt, heb je dat Waddeneiland om je heen. Je hoeft nergens meer heen, want je bent er al.
We zaten dus bij Hollum en ik had zin in een rustig en ontspannen weekendje. Beetje toekijken bij het vilten en een beetje de niet al te verre omgeving doorkruisen. Dus ik had me voorgenomen me tot het westen te beperken en niet voorbij Ballum te gaan, een kilometer of vier naar het oosten. Niet naar Nes, niet naar de Hon en niet naar ’t Oerd want het westen van Ameland heeft genoeg moois in de aanbieding. Wat te denken van de Lange Duinen met zijn vogelkijkhut aan het duinmeer aldaar? Of van het beleefstrand Ballum, de meest lullige naam voor een van de mooiste en spannendste stukjes Ameland? Of aan de wadkant de Vogelpôlle, de strook kwelder langs de Waddendijk? Genoeg te doen dus, tussen het toekijken bij het vilten door. Ik zou het nog druk krijgen en dat was nou net niet de bedoeling.
We boften met het weer, trouwens. ’s Nachts lagen we soms in bed bezorgd te luisteren naar de regen die op ons dak kletterde. Bui na bui kwam over ons heen en al zal het op dat containerdak harder geklonken hebben dan het in werkelijkheid was, het ging er buiten ongetwijfeld ruig aan toe. Maar overdag was het meest droog en geregeld scheen de zon. Zelfs de wind hield zich kalm dit weekend. Het was een oase temidden van de vele nattigheid die ons al weken lang teistert.

Om te beginnen vrijdagmiddag een fietstochtje langs Hollumerbos en duinrand, polder, kwelder en wad. Het begon al wat te schemeren en de zon begon na een regenachtige dag net voor-ie onder zou gaan voorzichtig door te breken, wat mooie avondschemerluchten opleverde die fraai weerspiegelden op wad en Waddenzee. Het bracht ons onder andere de Twee Telescopen: de Waker en de Wachter, de een gericht op de kerktoren van Hollum, de ander opmerkelijk genoeg net naast de vuurtoren die je echter op een of andere manier vaag weerspiegeld zag in het telescoopbeeld. Kunst dus, dat kon niet missen.
Zaterdagochtend fietste ik door de Lange Duinen en zag ik de laatste buienluchten naar het oosten wegtrekken. Uit het westen naderde steeds meer blauw, steeds meer zon. Waterrallen riepen uit verscholen nattigheid tussen de duinruggetjes in en op het duinmeertje dreven onder andere wat tafeleenden. Even later liep ik op het beleefstrand en beleefde daar de dynamiek van de getijden. Dat zal er dan wel de bedoeling zijn. Waar vroeger een breed strand was, zijn nu begroeide kwelders, natte geulen, zandbanken en slikplaten. En vogels. Veel vogels. Fraaie vluchten van honderden bonte strandlopers, zilverplevieren en rosse grutto’s vlogen over me heen de duinen in. Het was blijkbaar opkomend tij. Diverse groepjes dwergmeeuwen vlogen strak naar west. Zwarte zee-eenden op zee, een stel pimpelmezen in de laatste struikjes voor de kwelder begon, wat voor deze soort vast geen broedbiotoop is, en op een schaars begroeid slikveld foerageerden twee sneeuwgorzen, de soort van de dag. Toch nog genoeg vogels dus, op dit ontspannen Waddeneilandenweekendje.
Zondag was de waddenkant aan de beurt. Veel zon, weinig wind en toch nog een buitje tussendoor maar dat mocht geen naam hebben. Langs de Waddendijk ligt daar de Vogelpôlle, in de zomer beschermd vogelbroedgebied en daarbuiten beschermd vogelrustgebied. Altijd wat te beschermen. Op de kwelder kunnen bij hoogwater grote aantallen vogels rusten. Nu was het afgaand tij en zaten de vogels op de eerste strook wad die inmiddels droog was komen te liggen. Wulpen, tureluurs, scholeksters, zilverplevieren, bonte en drieteenstrandlopers, kanoeten, rosse grutto's, smienten, pijlstaarten, het is het bekende palet aan wadvogels die hier hun leefgebied hebben. Bekend, elke keer weer als je in de herfst op een Waddeneiland bent, maar elke keer weer geweldig om mee te maken. De soort van de dag waren de vijf strandleeuweriken die korte tijd verbleven op een schelpenzandje in de kwelder. Terug door polders vol brand- en rotganzen en goudplevieren en weer even naar het viltgebeuren.
Maandag was het weer regenachtig. Nog wat door het Hollumerbos gewandeld en naar huis. De overtocht was grauw en nat. Het mooie weekendweer was weer voorbij.

13 november 2023


Meer wadden? Terschelling













dinsdag 7 november 2023

Plan B

Ik had dringend behoefte aan een plan B. Plan A was Texel, izabel, maar bleek door onvoorziene ‘herstelwerkzaamheden’ op het spoor met openbaar vervoer voorlopig niet bereikbaar: de trein reed niet verder dan Schagen en er was blijkbaar geen vervangend vervoer geregeld. Te kort dag, neem ik aan. Gelukkig was, in tegenstelling tot planeet B, plan B wel beschikbaar: oosterse zwarte roodstaart in Egmond a/d Hoef. Niet eens zo’n slechte deal: zou pas mijn tweede zijn, de izabeltapuit op Texel al mijn derde. Dus gewoon de geplande trein genomen en in Heiloo uitgestapt. Kilometer of zes met het vouwfietsje en daar stond ik, in dat koninklijke woonbuurtje in Egmond a/d Hoef, tussen de ommuurde achtertuintjes, de garages en de parkeerruimtes en hier en daar een soort plantsoentje. Een dertien-in-een-dozijn woonwijkje dus, maar wel met een oosterse zwarte roodstaart in zijn midden, ondersoort van zwarte roodstaart afkomstig uit Turkije of het midden oosten en pas de veertiende voor Nederland. Weinig woonwijken in Nederland die er ook zo eentje tot zijn bewoners mogen rekenen. Zeg maar geen.
Het was nog droog, zelfs nog een beetje zonnig en het woei nog nauwelijks toen ik door het woonwijkje wandelde. Het was even zoeken maar niet al te lang want daar zat-ie al, tussen de dakpannen. Zwarte roodstaart met rode buik: in de pocket. Hij liet zich aardig zien, verdween na een tijdje in een tuin verderop en ik kon verder met mijn leven. Nog een hele dag te gaan.

Toen ik een stukje wandelde langs de binnenduinrand tussen Egmond a/d Hoef en Egmond aan Zee, begon de regen. En toen ik even later over het strand bij Egmond aan Zee wandelde, regende het gestaag door. Grijsheid alom, zowel boven als onder de horizon, maar de zee nog altijd redelijk kalm. De aangekondigde code geel leek nog ver weg. Hier en daar wat meeuwen langs de branding. Zowel grote als kleine mantelmeeuwen ertussen en opeens viel mijn oog op een van hen: leek net wat kleiner, net wat tengerder dan de andere kleine mantels. In elk geval veel zwarter: de kleur meer als bij grote mantelmeeuw, en met een opvallend lang achtereind door de ver uitstekende vleugelpunten. Een klassieke baltische mantelmeeuw, ben je dan geneigd te denken, uit het boekje. Er ontbrak echter één cruciaal element: een ring. Want zonder ring is baltische mantelmeeuw, een zeldzaamheid uit het verst noordoostelijke deel van het verspreidingsgebied van kleine mantelmeeuw, eigenlijk niet met zekerheid vast te stellen, omdat sommige van de ‘gewone’ noordelijke ondersoort intermedius er vrijwel net zo kunnen uitzien. Waarom men die twee dan als verschillende ondersoorten ziet, is een vraag waarop ik het antwoord schuldig moet blijven.

Geschuild in een strandtent en daarna scheen warempel de zon. Het duinland lichtte prachtig op onder de bijna zwarte lucht van de voorbije bui. Even later aan zee woei het al ietsje harder dan zojuist. Aan de ene kant, in het noorden, was de lucht helder en blauw, aan de andere kant hing een lucht, zo duister en dreigend dat je zou denken dat de Apocalyps aanstaande was. Daarna volgde bui op bui en na elke bui leek het wel harder te waaien. Tussendoor was het droog en tuurde ik over een steeds wildere zee. Zwarte zee-eenden naar zuid. Roodkeelduiker naar zuid. Adulte drieteenmeeuw naar zuid. Drie adulte dwergmeeuwen naar zuid. En toen, hé, die was spannend: een meeuwtje met een donkergrijs, bijna bruinachtig dek, daarachter op de vleugels een spierwitte driehoek en zwarte handpennen. Dit was er een hoor: onmiskenbaar vorkstaartmeeuw. Hij vloog niet eens zo heel ver weg ook al naar zuid. Weliswaar mijn tweede deze herfst maar deze was veel beter dan die van Vlieland een paar weken terug.
Na een volgende bui gaf ik het verder op, pakte mijn spulletjes in en vloog met een inmiddels stormachtige wind in de rug terug naar Heiloo.

5 november 2023







donderdag 2 november 2023

De verhalen van DT3

DT3 was diametraal tegenovergesteld aan DT2. Twee weken terug rust op het eiland en een gekkenhuis boven zee. Nu was er boven zee niet veel te beleven maar was het een gekkenhuis op het eiland. Overal lijsters, soms met honderden bijeen. Als je over het verre duinland tuurde, dan zag je overal de zwermen vogels boven de duinen dansen. Overtrekkende koperwieken en kramsvogels, vinken en kepen, leeuweriken, spreeuwen, alles vloog, terwijl in bosjes goudhaantjes en vuurgoudhaantjes piepten en talloze roodborsten tikten.
De enige overeenkomst was het weer: woest en onstuimig, met veel wind en (soms heel) veel buien. Oh ja, en dat Ajax verloor, maar dat doen ze iedere week.
De hoop was dat die drukte ook zou leiden tot enkele krenten. En dat deed die ook. Pallas boszanger, pestvogel, een paar geelgorzen kortstondig in de zeereep. In de jachthaven huisde een kuifaalscholver. Maar dat was allemaal klein bier. De hoofdprijs viel al meteen op vrijdagmiddag. We zaten nog in de trein toen de melding binnenkwam: mogelijke, en al gauw zekere geelbrauwgors nabij het dorp. Geelbrauwgors! Het mirakel van vorig jaar, toen de tweede ooit in Nederland, voor het eerst na een ringvangst veertig jaar eerder. En nu, één jaar later pas, alweer de derde? Ik was daar nog helemaal niet aan toe. Zoveel veel minder zeldzame soorten die ik nog pas één keer heb in Nederland, of zelfs nog helemaal niet. Dus toen-ie een uur of zo later werd afgemeld (hoog naar zuidwest of zo), kon ik daar prima mee leven. Ik koesterde de vogel van vorig jaar.
Uren later. We waren inmiddels op het eiland aangekomen. (Op de boot had een roodborstje ons langdurig bezig gehouden: telkens weer vloog-ie langs de boot, leek te willen neerstrijken op de reling maar vloog steeds toch weer door, keerde weer terug, vloog laag over de boot, zette zich even op een hekje maar vloog al gauw toch weer op en was ineens zoek. Zat-ie eindelijk ergens stilletjes in een hoekje? Of was-ie toch maar doorgevlogen?) We hadden ons huisje op Ankerplaats gevonden. Ik had mijn eerste tochtje gemaakt, naar de Oostervallei zoals altijd de eerste uren na aankomst op Vlieland, spreeuwen en kramsvogels, heel veel kramsvogels en in het dorp een pestvogel. Het was al zes uur en ik stond op het punt naar ons huisje terug te keren toen die melding: geelbrauwgors teruggevonden! Toch nog! En dan kun je vinden dat we nog niet aan een nieuwe geelbrauwgors toe zijn, maar even later stond ik natuurlijk toch, met al gauw tientallen anderen, te kijken naar een geelbrauwgors in de ruige vegetatie aan de rand van een vers ingezaaid aanstaand grasveldje achter de Waddendijk aan de rand van het dorp. Op minder dan tien meter afstand (veel dichterbij dan vorig jaar) liet-ie zich tot in de schemer prachtig zien. Wat een waarneming! En wat een begin van DT3.

De volgende dag. Na een relatief rustige ochtend waarop ik een paar van de beschikbare leuke soorten opraapte en een keer net te laat was voor de gors, de melding van een vale gierzwaluw die rondjes leek te vliegen tussen het Posthuys en de Vliehors. Nog niet zo lang geleden een bijna ondenkbare tropische verrassing maar het is inmiddels een traditie: vale gierzwaluwen in de late herfst in Nederland. Omdat ik er daarvan nog niet zo erg veel gezien heb, maar eens die kant uit gefietst. Op hoop van zegen. Was ik trouwens toch al van plan. En ter hoogte van de Kroon’s polders hing-ie ineens bijna recht boven me. Onmiskenbaar een gierzwaluw spec. Lichtomstandigheden waren zodanig (beetje schemerzonnetje recht tegen, de vogel was een zwart silhouet tegen een wit oplichtende lucht dus geen details zichtbaar) dat zekere determinatie mijnerzijds er niet in zat, maar deze was door anderen al goed gefotografeerd en gedetermineerd en bovendien vliegen er al ruim een week vale gierzwaluwen over Nederland terwijl er in die tijd geen enkele zekere gewone gemeld is. Over de determinatie dus geen discussie: vale gierzwaluw. Het is natuurlijk zoals je een gierzwaluw meestal ziet, maar ik wilde toch graag meer. Dus stond ik met enkele lotgenoten geruime tijd op een duintje over het westelijke duinland uit te kijken. Vergeefs: geen gierzwaluw meer te bekennen. Wel heftige buienluchten die op ons afschoven. Ik was prima op regen gekleed maar heb toch maar even geschuild in de hut in de Kroon's polders. Dat leverde na de regen onder andere nog honderden bonte strandlopers op, tientallen rosse grutto's, kanoeten, zilverplevieren, rotganzen en een kluut, en wie daar niet gelukkig van wordt is geen vogelaar. Intussen werden meerdere vale gierzwaluwen gemeld, vooral op de oostpunt, en daar wilde ik nog wel een trapje extra voor doen. In het oosten aangekomen bleek ik echter net te laat: alle vale giertjes waren ofwel in het niets opgelost of de zee op richting Terschelling gevlogen. Als ‘troost’ nog geruime tijd in de regen naar geelbrauwgors staan kijken die uitvoerig foerageerde in de berm aan de overkant van de straat. Daar nam ik graag genoegen mee.

Op zondagochtend tenslotte onder een komen en gaan van herfstige buien vooral veel vergeefs achter de feiten aan gehobbeld. Eerst achter een vale gierzwaluw aan die al naar Terschelling vertrokken was voor ik de toch niet al te verre reis naar het oosten had volbracht. Had ik maar een e-bike moeten huren, zoals tegenwoordig vrijwel alle vogelaars doen op Vlieland. Daarna naar een gemelde siberische boompieper aan de voet van het Vuurboetsduin die bij aankomst inmiddels al geruime tijd onvindbaar was. Aan geelbrauwgors heb ik, toen-ie zich niet binnen enkele minuten wilde vertonen, voorlopig geen tijd meer besteed. Ik was inmiddels op de ruige plak toen de melding van de dag kwam: alpengierzwaluw boven Stortemelk! Die moet ik nog steeds in Nederland en Stortemelk was vlakbij. Dus op een duintje gaan staan en afwachten maar. De vogel scheen echter precies de verkeerde kant op te vliegen en een felle bui dwong me vervolgens even te schuilen aan de havenweg. Toen de bui over was richting Stortemelk gefietst waarop de vogel juist weer in de buurt van de jachthaven werd gemeld. Dat was helaas het laatste wat van hem vernomen is. Nog enige tijd met enkele vogelaars staan posten op een duintje in de noordoosthoek, maar dat leverde ‘slechts’ een gierzwaluw vrij ver naar oost op. Is ongetwijfeld een vale geweest, wat niet zo lang geleden nog een hoofdprijs was maar nu toch een beetje een schrale troost.
Daarna onder andere nog in het dorp een paar tellen de gors half in beeld gehad, tegen beter weten in een tijdje aan zee gezeten, in de jachthaven kuifaalscholver en dwergmeeuw gezien en een tijdje op een duintje in de noordoosthoek staan kijken naar de massale bewegingen van lijsters tot ver boven de zeereep. Toen eindelijk weer een spannende melding, eentje die deze dag kon maken en breken: siberische boompieper ter plaatse nabij het Vuurboetsduin.
Aanvankelijk leek het breken te worden. Met tientallen stonden en liepen we vruchteloos te speuren. Geen spoor, geen enkel teken van leven in het stukje bos waar de vogel zich zou moeten ophouden. De meesten waren alweer vertrokken toen toch nog een pieperachtige vogel tussen de bomen door vloog. Dat kon hem weleens geweest zijn, was de gedachte, al heb je daar weinig aan. Maar toen éénmalig een schel roepje en de determinatie was rond: siberische boompieper. Waarna de Bui van het Weekend losbarstte, een bui bijna apocalyptisch van aard. Intens tevreden was ik met hoe regenbestendig mijn outfit bleek, maar van sibopie werd uiteraard niets meer vernomen.

Dat waren mijn verhalen van dit weekend. Wat eenzijdig wellicht, allemaal over zeldzame vogeltjes en wat boeit dat u? Maar hé, het was natuurlijk ook een vogelweekend hè en ik kan natuurlijk ook vertellen over het Vlielandmonopoly of over de film van Wes Anderson die we gekeken hebben of over mijn visie op het wereldleed maar dat zal u nog minder interesseren dus u zult het hiermee moeten doen.

30 oktober 2023


Meer Deception tours: Deception tours









dinsdag 24 oktober 2023

Yerseke

Te gaan of niet te gaan? Het is wel vaker de cruciale vraag. Bijna altijd, eigenlijk. In dit geval: noordse pijlstormvogel in het haventje van Yerseke. Zo’n duffe vogel, verdwaald geraakt in een jachthaventje ver van zee en wellicht ook niet al te fris meer, dat is toch in niets te vergelijken met een echte noordse pijl, bij een stevige noordwester scherend over de golven, keilend over de branding? Vorig jaar nog prachtig gezien vanaf de zeereep op Vlieland. Waarom zou ik dan nu al die moeite doen om helemaal naar Yerseke af te reizen? Een noordse pijlstormvogel is een vogel van volle zee, niet van jachthaventjes aan binnenwateren. Dat is meer terrein voor dodaars en fuut maar daarvoor hoef je niet naar Yerseke.
Wat de doorslag gaf om toch te gaan? Ik realiseerde me dat ik nog nooit eerder in Yerseke geweest was, nog nooit de omgeving van Yerseke en Kruiningen had gezien. Vaak genoeg was ik met de trein door het stationnetje van Kruiningen - Yerseke gekomen, maar nog nooit was ik er uitgestapt. Na een hopelijk succesvolle twitch van de pijlstormvogel zou een rondje Yerseke - Kruiningen, met onder andere de Yerseke Moer (‘een natuurparel en één van de oudste landschappen van Zeeland’, aldus het Zeeuws Landschap), de dag helemaal af kunnen maken.
Helaas kwam door een lekke band uitgerekend daarvan weinig terecht. Een wandeling met de fiets aan de hand meest door een uitloper van Yerseke terug naar station Kruiningen - Yerseke, dat was het enige dat restte. Door een rijkeluisenclave langs enkele adembenemende optrekjes die naar ik aanneem de vrucht zijn van de lucratieve mosselteelt. Gelukkig was het niet al te ver lopen van Yerseke naar het station.
Maar wat betreft die noordse pijlstormvogel moet ik mezelf achteraf ongelijk geven. Want wat een vogel was dat! Hij oogde helemaal niet duf. Hij was eigenlijk best actief. Meest zwom-ie heen en weer tussen de jachten en de zeilboten en af en toe naam-ie een duik de diepte in. Jawel, hij dook, bijna als een fuut, ik wist niet dat pijlstormvogels dat konden. Het mooist was het wanneer hij een rondje vloog en ons zijn karakteristieke vliegwijze toonde. Dat maakte het helemaal af. En dat allemaal op soms amper tien meter afstand! Details waren zichtbaar die je bij zo’n langs vliegende vogel op een stormachtige dag aan zee, hoe dichtbij ook, nooit te zien krijgt. De lichte krul achter de oorstreek, de wittige oogring, allerlei lichte veerrandjes en zelfs het neusbuisje op de snavel dat stormvogels de Engelse benaming ‘tubenoses’ heeft bezorgd, was af en toe prachtig zichtbaar en ik geloof niet dat ik dat ooit eerder zo gezien heb. Een buitenkansje dus. Dat-ie op geen enkel lijstje een plusje opleverde, doet helemaal niet ter zake.

22 oktober 2023






donderdag 19 oktober 2023

DT 2

Wind, heel veel wind, buien, af en toe felle buien en af en toe felle zon, dat is het decor waarin DT 2, het tweede weekend van Deception Tours zich dit jaar afspeelde. Winterjassen aan, truien mee: het wat lauwe nazomerweer wat ons zo lang geteisterd heeft, was definitief voorbij. Het was herfst.
Het was een weekend met twee gezichten: dat van het eiland en dat van de zee. Op het eiland was het stil. Het leek wel of de harde wind het had leeggeblazen, of anders hield het meeste wat er zat zich gedeisd. Het was stil in de bossen en stil in de duinstruwelen en in het krakende kreupelhout achter de zeereep, de duinvalleien waren meest leeg en de halfkale glooiingen leken tot aan de horizon verlaten. Natuurlijk, er zaten hier en daar wel wat lijsters of graspiepers. Eén bladkoning had ik, op het kerkhofje in het dorp, en twee beflijsters, maar verder niets dat het noemen waard is. Vruchteloos speurde ik de Oostervallei af, vruchteloos dwaalde ik door de Nieuwe Eendenkooi, en natuurlijk is het prettig om de Oostervallei af te speuren en door de Nieuwe Eendenkooi te dwalen, maar je hoopt daarbij natuurlijk wel op enige opbrengst en veel verder dan een paar goudhaantjes en één tjifje kwam ik niet. Je hoopt in oktober op een Waddeneiland altijd op explosies van lijsters, op goudhaantjes in ieder struikje, op roodborstjes die bijna aan je voeten scharrelen en op een paar spannende meldingen, maar vrijwel niets daarvan dit weekend.
Ook boven ons was het stil. Maandagochtend stond ik vanaf zonsopkomst anderhalf uur op de oostpunt van het eiland, aan de rand van de Oostervallei. Een keep die kwam aanvliegen en een bosje in dook was natuurlijk aardig, evenals die vijf koolmezen die ineens in een struikje opdoken en al gauw weer verder vlogen, maar een barmsijs, een kneu, een paar graspiepers en een bonte strandloper: op een gemiddelde oktoberochtend aan de Jacobssteeg zie je meer. Er vlogen ook wat koperwieken en kramsvogels, maar dat leken me lokale vogels.

De tegenstelling met zee kon vooral zaterdag niet groter zijn. Boven zee was het feest zaterdag. Het was dolle zaterdag, een geweldig spektakel. We hadden het al een beetje zien aankomen, gezien de voorspelde noordwest 5. Het werd zelfs noordwest 6 tot 7. Dus stonden we allemaal wel ergens over zee te turen, werden zowat bedolven onder het stuivende zand en wankelden onder de noordwester, maar dat betaalde zich wel uit! Jan van genten, tientallen, nee, honderden jan van genten. Waar je ook stond aan zee, er vlogen jan van genten, bijna in één lange, onophoudelijke stroom. En roodkeelduikers, zwarte zee-eenden, alken, zeekoeten, drieteenmeeuwen, af en toe een kleine jager. En bonte strandlopers: de ene zwerm na de andere raasde laag over de golven. Als één zo’n zwerm duizend vogels bevat, wat me niet onaannemelijk lijkt, vlogen er in anderhalf uur misschien wel twintig duizend bonte strandlopers langs.
Volop pap dus, maar ook heel wat krenten. En hoewel ik die lang niet allemaal heb kunnen meepikken, heb ook ik een aardige greep kunnen doen uit de goed gevulde voorraad aan krenten die deze zaterdag voorbij vloog. Een noordse pijlstormvogel bijvoorbeeld, al ’s-morgens vroeg aan het einde van de Badweg laag tussen de golven door. Daar ook een mooie donkere fase middelste jager over de branding. Dat was nog voor ontbijt in het hotel. Na een haastig ontbijt waarbij ik op mijn telefoon angstvallig de ontwikkelingen in de gaten hield, belandde ik op de zeereep bij paal 49, waar ik een redelijk comfortabel plekje vond, enigszins uit de wind en buiten bereik van het stuivende zand, en waar al gauw een geweldige grauwe pijlstormvogel vlak voor me langs over de branding vloog. Die staat dan wel geboekt als vrij algemeen, maar wat een heerlijke soort! Een kleine jager, drieteenmeeuwen en toen: vorkstaartmeeuw! Er waren er vanmorgen al diverse gezien dus ik zat er al op te hopen en daar was-ie dan, over zee naar zuid.
Allemaal echte zeevogels, soorten die iets van avontuur belichamen, die je een beetje deelgenoot maken van de mythe van de oceaan. Soorten die alleen bij harde aanlandige wind langs de kust verschijnen en verder ver buiten ons zicht over de wereldzeeën zwerven, achter de horizon in een wereld die ons niet meer toebehoort.
De soort van de dag had ik anderhalf uur later. Op de zeereep aan het eind van het Pad van Twintig zat ik te worstelen met de wind en met het stuivend zand toen ik boven zee een vogel ontdekte die tegelijk zo anders was en toch zo vertrouwd leek. Een pijlstormvogel, af en toe keilend aan lange, spitse vleugels en af en toe actief vliegend, leek te proberen naar zuidwest te vliegen maar met de stormachtige wind schuin tegen schoot dat niet erg op. Tijdens actieve vlucht viel de kalme, bijna bedaarde vliegwijze op, zo anders dan we kennen van onder andere noordse en vale pijlstormvogel. Maatje kleiner dan de vlakbij passerende jan van genten maar groot voor een pijlstormvogel. Bruine bovenzijde, wat noordse uitsloot, en witte onderzijde en ondervleugels, wat grauwe uitsloot. Maar stiekem had ik ‘m eigenlijk al herkend, heb er afgelopen zomer aan de Portugese kust immers honderden van gezien: kuhls pijlstormvogel!
Officieel moeten we spreken van kuhls, scopoli’s, kaapverdische of gestreepte pijlstormvogel, vier soorten die zonder ze onder de microscoop te leggen blijkbaar niet van elkaar te onderscheiden zijn. Maar kaapverdische en gestreepte zijn sowieso niet aan de orde, die komen nooit zelfs maar in de buurt van Europa, en scopoli’s is nog nooit in Nederland vastgesteld. Om even Wim Wiegant op de Dutchbirdingsite te citeren: ‘op basis van de statistieken van de vogels voor de Engelse zuidkust, zeg 8000 kuhls en 5 scopoli's pijlstormvogels, lijkt de kans iets groter dan ongeveer 99,9 % dat de in Nederland waargenomen vogels kuhls pijlstormvogels betroffen’.
Dat zou natuurlijk een hele wilde claim zijn, dus ik was blij dat drie kwartier later ook een kuhls pijlstormvogel werd gemeld, notabene drie kilometer naar het oosten en nog steeds vliegend naar west. Enkele onwaarschijnlijke scenario’s buiten beschouwing gelaten (er was sprake van twee kuhls pijlstormvogels of een van beide was fout gedetermineerd, of allebei natuurlijk) had de vogel zich blijkbaar gewillig door de wind laten meevoeren en was enkele kilometers verderop weer omgekeerd.

Daarmee was de koek nog niet op. Na een ploetertocht door de duinen en een bezoek aan de Kroon's polders en omstreken stond ik uren later op het strand bij Dam 6 vergeefs te wachten op de vaaltjes die inmiddels ook langs de kust aan het trekken waren, toen ik een noordse stormvogel ontdekte die verwoede pogingen deed om naar zuidwest te vliegen maar daar nauwelijks in slaagde. En hij was nog maar nauwelijks uit beeld toen een spannende jager kwam aangevlogen, een licht ding, zowel in kleur als in postuur. Hij vloog vlak langs me heen over de branding: een slanke, bijna tengere jager met smalle vleugels, overwegend koude kleuren, een lichte kop, fraai zebrapatroontje op de staartdekveren en iets minder uitgesproken op de ondervleugels (maar steeds met witte grondkleur) en wit op de bovenvleugel beperkt tot een stuk of twee witte schachten langs de vleugelboeg. Een kleinste jager uit het boekje.
Het was een historische zeetrekdag die DT2 kleur had gegeven. Maar voor wie niet zo van zeetrek houdt, was het best een saai weekend geweest.

16 oktober 2023


Meer Deception tours: De verhalen van DT3












woensdag 11 oktober 2023

Texel met Dutchbirding

Het hoogtepunt van vandaag, die ene soort die we ons later nog zullen herinneren, dat was wat mij betreft niet de zeldzaamheid van de dag. Niet de blauwstaart die in de middag werd teruggevonden (’s morgens was er al een onbevestigde melding geweest) in de oude boomgaard tegen Den Burg aan en die ik tijdens een chaotisch twitchdrama waarbij volwassen mannen kriskras door elkaar heen achter de vogel aan renden, slechts enkele keren kort en nauwelijks als zodanig herkenbaar in beeld kreeg. Plus één voor de jaarlijst en verder maar gauw vergeten. Er waren genoeg andere dingen om me te herinneren. Minder zeldzaam, maar wel vandaag veel fraaier. Zoals die velduil die, toen we bij Westerslag over een doorgaans kalme en weinig spannende zee stonden uit te kijken, ineens vanuit die zee op ons af kwam gevlogen en recht over ons heen de duinen in verdween. Prachtig! En het smelleken dat tijdens onze wandeling door de duinen ten noorden van De Koog ineens dichtbij langs en over ons heen vloog. In grote vaart, hij was zo weer verdwenen maar ook deze: prachtig. Zoiets ga je je later wel nog herinneren.
Altijd leuk zijn ook de bladkoninkjes die steevast in oktober op de Waddeneilanden bivakkeren. Ook elders heb je ze wel maar de Waddeneilanden bieden verreweg de beste kansen om er een te vinden en dat wil bijna elke vogelaar elk jaar wel een keertje meemaken want bladkoning is om redenen die bijna niemand weet gewoon een hele fijne soort. Ik had er drie vandaag. De eerste, op een vakantieparkje bij De Koog, was zwijgzaam, wist men ons te vertellen, maar begon ineens fanatiek te roepen waarna we hem terugvonden en af en toe mooi in beeld kregen. De tweede, te Dorpzicht (een wat betreft bladkoning bekende plek), hoorde ik alleen roepen, ver weg in het bos. En de derde was af en toe kort vrij zichtbaar in een bosrand bij de Robbenjager.
Fraaie waarnemingen van niet zulke heel zeldzame soorten, die vormden het verhaal van vandaag. Bijvoorbeeld die paar kepen die vlak voor onze neus zaten te foerageren in een lijsterbesbosje in de Tuintjes. Of die man beflijster even later even dichtbij in hetzelfde bosje, met die opvallende lichte veerrandjes op de onderzijde. Tussen de respectabele aantallen trekvogels die over het eiland trokken, vonden we onder andere een ijsgors, een kruisbek en een paar barmsijzen terwijl in het kreupelhout onder andere goudhaantjes, mezen en af en toe een of twee zwartkopjes foerageerden. Ja, herfst op een Waddeneiland, het is altijd weer een feest. Het is natuurlijk allemaal volstrekt onbeduidend in het licht van de wereldproblematiek die ons van tijd tot tijd weer eens komt ontzetten, maar als het weer eens helemaal mis is in de wereld en je geen idee hebt hoe het ooit nog goed moet komen, vergeet dan af en toe even alles want je kunt er toch niks aan veranderen, en ga naar een Waddeneiland.

8 oktober 2023


Meer lezen? Dutchbirdingweekend op Texel





woensdag 27 september 2023

Callantsoogervaart

Toen we vroeg in de middag in polder Waard en Nieuwland in de kop van Noord-Holland vergeefs stonden te zoeken naar een roodpootvalk die daar al dagenlang verblijft; mild zonnetje, matig windje en de buienluchten pas aan de horizon of daaromtrent maar roodpootvalk liet het vooralsnog afweten, toen vreesden we een driedubbele sofdag.
1: de pelagische tocht die oorspronkelijk voor vandaag op het programma had gestaan, was afgeblazen. En gezien het beetje wind dat er op dat moment woei, kon je je afvragen waarom.
2: grijze strandloper in het ondergelopen bollenveldje langs de Callantsoogervaart bij Zijpe was vanochtend urenlang onvindbaar gebleven en leek alweer vertrokken.
En 3: nu leek dus ook roodpootvalk niet voor handen om tenminste nog iets van deze dag te maken.

Natuurlijk, dat ondergelopen veldje was geweldig geweest, met misschien wel meer dan honderd bontbekplevieren en meer dan honderd bonte strandlopers, met tientallen prachtige kleine strandlopers en met gaandeweg ook steeds meer krombekstrandlopers. Met minimaal vier grauwe franjepoten die op zeker moment op amper tien meter gebroederlijk naast elkaar helemaal vooraan in een plasje stonden. Met een temmincks strandloper, een kemphaan en een paar steenlopers maar zonder grijze strandloper, gistermiddag hier ontdekt en in potentie mijn tweede ooit, waren die allemaal, hoe fijn ook, toch slechts een soort van troost. Hadden we tenminste nog iets, zeg je dan tegen elkaar.
Uren hadden we al staan speuren, keer op keer werd er op een verdacht gevalletje gewezen, daar voor die hooibaal, links van die bontbekplevier, precies waar nu op de achtergrond die blauwe auto rijdt, en keer op keer werden we gestoord door een slechtvalk die af en toe in de buurt kwam jagen en daarbij steeds grote groepen steltlopers inclusief de vogel die we elkaar probeerden te wijzen, de lucht in joeg. Prachtig hoor, zo’n jagende slechtvalk, maar nu liever even niet. Tientallen kleine strandlopers hadden we desondanks bestudeerd en af en toe hadden we er wel eentje gevonden die behoorlijk koud grijsbruin gekleurd was en helemaal geen lichte strepen op de rug leek te hebben, twee belangrijke aanwijzingen om grijze stralo in overweging te nemen, maar telkens waren ze afgeserveerd als vroeg naar winterkleed geruide kleine. Eén keer stond ik hoopvol een in mijn ogen goede kandidaat te bestuderen, overwegend grijsbruin zonder warme tinten en zonder lichte rugstrepen, misschien ook een beetje robuuster van bouw? Komt er een bij zitten die er precies zo uitziet. Twee grijze strandlopers, da’s wat teveel van het goede en als de ene het niet is, zal de andere er ook wel geen zijn. Van hoe je dan een grijze kunt herkennen, had ik intussen ondanks mijn studie gisteravond steeds minder idee. En niemand kon ‘m vinden. Nee, we geloofden het wel en vertrokken naar polder Waard en Nieuwland om daar vergeefs te gaan zoeken naar een roodpootvalk.

Maar toen die bevrijdende piep, die piep die ons al zo vaak bevrijd heeft hoewel even vaak in ellende gestort maar dit keer niet: ‘Grijze strandloper nog aanwezig, nu in beeld vanaf de Scheidingsweg’. We stappen weer in de auto en haasten ons terug naar de Callantsoogervaart. We kennen inmiddels de weg en twintig minuten later zijn we ter plaatse. En het speuren begint opnieuw. Weer wordt ons een vogel gewezen, en weer worden ons aanwijzingen toegereikt die ons moeten helpen de betreffende vogel in het vizier te krijgen. Tussen twee hoogspanningsmasten moeten we kijken, voor een stapel pallets van die boerderij daar achter. Nu loopt-ie naar rechts, nu staat-ie bij een plasje te poetsen. En op een of andere manier krijgt uiteindelijk iedereen de vogel in beeld. En hij zit helemaal niet ver weg. Eerst is men nog terughoudend maar al gauw is men overtuigd: dit is hem, dit is absoluut de grijze strandloper.
We zien een ‘kleine’ strandloper zonder lichte rugstrepen en vrijwel zonder warme gelige en rossige tinten, volledig grijsbruin van kleur. Maar daarvan hadden we er vanmorgen natuurlijk ook al wel een paar gezien. Waarom is dit dan wel de grijze? Het is lastig. Maar je moet zo’n vogel wel even de tijd gunnen om in te dalen, jezelf de tijd gunnen om ‘m te laten indalen. Als-ie steeds maar dichterbij komt, als-ie op zeker moment op amper tien meter afstand echt overweldigend mooi te zien is, dan begin je gaandeweg te zien hoe subtiel anders hij is. Wat gelijkmatiger getekend en wat minder contrastrijk dan ook de meest grijze kleine strandlopers. Een wat donkerder kop, een wat robuustere en ogenschijnlijk complete borstband, een iets hogere snavelbasis. En natuurlijk de webjes, de kleine restjes zwemvlies tussen de tenen. In het veld zijn ze niet te zien maar op een mooie foto van Toon wel: daar kan de CDNA straks niet omheen. Grijze strandloper in de pocket! Al gaat het daar uiteindelijk natuurlijk niet om. Dat ik grijze strandloper daadwerkelijk heb leren kennen, dat is wat telt. En al die krombekstrandlopers en kleine strandlopers en die grauwe franjepoten die we ook nog hadden vandaag, die waren mooi meegenomen. Een fijne bonus.

17 september 2023


Meer: Zwartkoprietzanger





donderdag 21 september 2023

Binnenveld

Het was een memorabele excursie, met vogelwacht Utrecht naar de Wageningse binnenvelden, hoewel niet helemaal zoals we gehoopt hadden. De weersvoorspellers mochten dan al dagen van tevoren voor vandaag een mooie, zonnige en droge nazomerdag voorspeld hebben, misschien wel de laatste van het jaar, nog voor ik de afgesproken vertreklocatie had bereikt was ik al zeiknat geregend. Op vijf minuten fietsen maar even geschuild onder het viaduct van de Waterlinieweg, waar ik uiteindelijk werd opgehaald, wat me toch weer een kwartiertje regen bespaarde. In de regen naar de parkeerplaats aan de Werftweg gereden en in de regen zitten schuilen in de auto. Toen het eindelijk een beetje droog leek, het er maar op gewaagd en het fietspad langs het valleikanaal op gelopen. Grote zilverreiger, paar watersnippen en we voelden alweer de eerste druppels. Toen de regen serieus doorzette, gauw weer terug naar de auto gevlucht om maar weer even te gaan zitten schuilen. Het Binnenveld lieten we er verder maar bij, daar leek ook afgezien van de regen weinig te halen. We besloten de Elster Buitenwaard te gaan proberen, waar het volgens berichten aardig vogelen was.
Bij de Elster Buitenwaard volgde een herhaling van zetten: het leek droog, we gingen de auto uit, het begon alweer te regenen en we vluchtten de auto weer in. Ging lekker zo. Toen het opnieuw droog leek, besloten we het nog één keer te proberen. En warempel, het bleef droog. Alleen bleek de Elster Buitenwaard niet helemaal te kunnen bieden wat we ervan gehoopt hadden. Heb je dat weer: een grote verruigde bende. Er waren achter de vegetatie nog net wat snippertjes water zichtbaar maar daar konden we niks vinden.
Maar gelukkig is daar nog Obsmapp. De app onthulde ons de plek waar de afgelopen dagen onder andere krombekstrandloper was gezien: we moesten verderop langs het weggetje naar het pontje naar Ingen zijn. Daar aangekomen vonden we inderdaad leuke slikjes met steltjes. Krombekstrandloper konden we er niet vinden, maar met onder andere bonte strandlopers, bontbekplevieren en lepelaars was het er aardig vogelen.

Na een tussenstop bij de Amerongse Bovenpolder (lepelaars, raaf) sloten we af in de Steenwaard, waar al enkele dagen een groepje koereigers verblijft. Die zagen we bij aankomst al meteen de plas overvliegen en neerstrijken tussen de koeien in de verte. Een mooie wandeling door een verruigde wildernis bracht ons bij de koeien en ook bij de koereigers. Die lieten zich van hun beste kant zien. Toen we ook nog een mooie adulte geelpootmeeuw ontdekten op een van de bakens langs de Lek en er bovendien een prachtige visarend overvloog, keerden we toch nog enigszins voldaan huiswaarts. Het was niet de meest succesvolle excursie die we met vogelwacht ooit Utrecht hebben beleefd, maar we zullen ons hem herinneren en dat is ook wat waard.

17 september 2023

vrijdag 15 september 2023

Slot

Onze laatste dag. Na wat getreuzel en een bezoek aan een monumentaal winkelcentrum was het zeeaquarium op het expo-terrein onze bestemming voor vandaag. Was mooi. Levende haaien, roggen, de ondoorgrondelijke maanvis die als een vissenkop met vinnen tussen de andere vissen door zwom, papegaaiduiker, alk, zeekoeten, incasterns en nog veel meer.
's Avonds Bart-Jans verjaardagspicknick in Monsanto. Mooie plek, voor je gevoel mijlenver verwijderd van de stad die je er desondanks aan alle kanten omringt, leuke mensen, gezellig tot in het donker: een mooie afsluiting van onze vakantie.

10 augustus 2023


Terug: Kriskras door Lissabon
Of verder lezen over Marokko: maandag13 03 23 Aankomst
Of meer buitenlandse zaken: Lissabon, 4 juli 2004





Sintra

Vandaag deden we het een beetje anders: iedereen ging zijns weegs. Iedereen ging alleen op pad om op eigen wijze invulling te geven aan vandaag. Zo ging Esther shoppen in Lissabon, Renske naar het museum en Harriët naar Belem. Ik ging uiteindelijk, na lang wikken en wegen, naar Sintra. Was een makkelijke reis met metro en trein en toen ik daar de rotszwaluwen had ontdekt, wist ik dat ik de goede keus had gemaakt. Prachtige rotszwaluwen die zich prachtig lieten zien bij het prachtige Palacio Nacional de Sintra.
Verder ook erg van Sintra genoten. Sintra is een echte toeristische hotspot. Druk. Overal rijen mensen. Maar het verdient aanbeveling om je af en toe door die drukte heen te slaan (hoewel liefst niet letterlijk) en je door het internationale toerisme te laten meeslepen, of althans jezelf niet allerlei moois dat die sector te bieden heeft, te ontzeggen. Want Sintra is mooi. Sintra is prachtig. Het is een opeenstapeling, bijna letterlijk, van architectonische bezienswaardigheden. Erg Efteling-achtig, dat wel, Madurodam maar dan in het groot, maar ook gewoon erg mooi. Veel klimmen, veel dalen, veel smalle, steile straatjes, veel afgronden en veel uitzichten en heel veel mooie kastelen en paleizen. Zo was het oogverblindend witte Palacio Nacional prachtig.
Een steil toeristisch klimpad de berg op voert er de toerist naar de Moorse burcht en het Palacio da Pena. Zelf beide vanwege de lange rijen alleen op enige afstand gezien, maar erg fraai. De burcht stoer zoals een burcht hoort te zijn, het Palacio kleurrijk en bevallig.
Omlaag langs monumentale paleizen waar je gratis naar binnen kon en het rustig was, en waar je moest betalen en lange rijen stonden. Drie keer raden waar ik naar binnen ben geweest en waar niet. En het ging me niet eens om het geld.
Nog even een mooi steil parkje met onder andere een openluchttheater en terug naar Lissabon.

's Avonds met Bart-Jan naar prachtig (ja, alles was weer prachtig vandaag) uitzichtpunt in Monsanto, het grote parkbos midden in de stad, en uit eten boven een geologisch monument met fraai uitzicht op onder andere de rode brug en het Jezusbeeld in steeds nachtelijker ambiance.

9 augustus 2023


Verder lezen over Portugal: Slot









Nationaal azulejosmuseum

Na een wat mij betreft hele luie ochtend 's middags met zijn allen de stad in. Hoofdbestemming was het nationaal azulejosmuseum. Dat leek me aanvankelijk een vrij suffe bestemming, maar het bleek een schitterend museum. Het museum zelf bedoel ik, het gebouw, niet zozeer de collectie. Die was ook best de moeite waard en af en toe fraai, maar het gebouw was een sprookje. Met statige binnenplaatsen, een rijkelijk geornamenteerde inpandige kathedraal, spannende hoekjes en doorgangen en alles doordesemd met een even koninklijke als vervallen statigheid waar hier en daar de witte bepleistering van afbladderde.
Het was de enige bestemming van vandaag. Een ware rustdag dus, wat mij betreft. Voor het eten nog even in mijn eentje beneden wezen kijken, wat meteen een geweldige hop opleverde, frank en vrij foeragerend op het grasveld naast de speeltuin, een ook best mooie graszanger en een eurokanarie over.

8 augustus 2023


Verder lezen over Portugal: Sintra