We waren op Ameland dit keer, omdat Cathérine, zusje van Harriët, in het kader van de Kunstmaand Ameland haar expositie en haar viltworkshops hield in de brasserie van Roompot Ameland. Denk bij dat vilten overigens niet aan oubollig hobbyisme, dit is vilten 2.0. Wij zaten op Roompot in een vakantiehuisje. Nou ja, vakantiehuisje, zeg maar vakantiecontainer, temidden van nog veel meer van zulke vakantiecontainers, rijen en rijen vakantiecontainers die een geestdodende en deprimerende vakantieomgeving creëerden. Al was er genoeg groen, genoeg bosjes en natte ruigte om het spannend te houden, maar daar is in november op een Waddeneiland niet veel voor nodig. Achter de rijen vakantiecontainers zagen we de vuurtoren verrijzen en verliet je het terrein, dan had je onmiddellijk zicht op de Westermieden, het weiland aan de westkant van het eiland, met rotganzen en kramsvogels, en op de bosrand van het Hollumerbos daarachter. Nee, voor Roompot ga ik geen reclame maken maar met Ameland is niets mis.
Dat is natuurlijk precies wat zo’n Waddeneiland zo leuk maakt: zodra je de deur uitstapt, heb je dat Waddeneiland om je heen. Je hoeft nergens meer heen, want je bent er al.
We zaten dus bij Hollum en ik had zin in een rustig en ontspannen weekendje. Beetje toekijken bij het vilten en een beetje de niet al te verre omgeving doorkruisen. Dus ik had me voorgenomen me tot het westen te beperken en niet voorbij Ballum te gaan, een kilometer of vier naar het oosten. Niet naar Nes, niet naar de Hon en niet naar ’t Oerd want het westen van Ameland heeft genoeg moois in de aanbieding. Wat te denken van de Lange Duinen met zijn vogelkijkhut aan het duinmeer aldaar? Of van het beleefstrand Ballum, de meest lullige naam voor een van de mooiste en spannendste stukjes Ameland? Of aan de wadkant de Vogelpôlle, de strook kwelder langs de Waddendijk? Genoeg te doen dus, tussen het toekijken bij het vilten door. Ik zou het nog druk krijgen en dat was nou net niet de bedoeling.
We boften met het weer, trouwens. ’s Nachts lagen we soms in bed bezorgd te luisteren naar de regen die op ons dak kletterde. Bui na bui kwam over ons heen en al zal het op dat containerdak harder geklonken hebben dan het in werkelijkheid was, het ging er buiten ongetwijfeld ruig aan toe. Maar overdag was het meest droog en geregeld scheen de zon. Zelfs de wind hield zich kalm dit weekend. Het was een oase temidden van de vele nattigheid die ons al weken lang teistert.
Om te beginnen vrijdagmiddag een fietstochtje langs Hollumerbos en duinrand, polder, kwelder en wad. Het begon al wat te schemeren en de zon begon na een regenachtige dag net voor-ie onder zou gaan voorzichtig door te breken, wat mooie avondschemerluchten opleverde die fraai weerspiegelden op wad en Waddenzee. Het bracht ons onder andere de Twee Telescopen: de Waker en de Wachter, de een gericht op de kerktoren van Hollum, de ander opmerkelijk genoeg net naast de vuurtoren die je echter op een of andere manier vaag weerspiegeld zag in het telescoopbeeld. Kunst dus, dat kon niet missen.
Zaterdagochtend fietste ik door de Lange Duinen en zag ik de laatste buienluchten naar het oosten wegtrekken. Uit het westen naderde steeds meer blauw, steeds meer zon. Waterrallen riepen uit verscholen nattigheid tussen de duinruggetjes in en op het duinmeertje dreven onder andere wat tafeleenden. Even later liep ik op het beleefstrand en beleefde daar de dynamiek van de getijden. Dat zal er dan wel de bedoeling zijn. Waar vroeger een breed strand was, zijn nu begroeide kwelders, natte geulen, zandbanken en slikplaten. En vogels. Veel vogels. Fraaie vluchten van honderden bonte strandlopers, zilverplevieren en rosse grutto’s vlogen over me heen de duinen in. Het was blijkbaar opkomend tij. Diverse groepjes dwergmeeuwen vlogen strak naar west. Zwarte zee-eenden op zee, een stel pimpelmezen in de laatste struikjes voor de kwelder begon, wat voor deze soort vast geen broedbiotoop is, en op een schaars begroeid slikveld foerageerden twee sneeuwgorzen, de soort van de dag. Toch nog genoeg vogels dus, op dit ontspannen Waddeneilandenweekendje.
Zondag was de waddenkant aan de beurt. Veel zon, weinig wind en toch nog een buitje tussendoor maar dat mocht geen naam hebben. Langs de Waddendijk ligt daar de Vogelpôlle, in de zomer beschermd vogelbroedgebied en daarbuiten beschermd vogelrustgebied. Altijd wat te beschermen. Op de kwelder kunnen bij hoogwater grote aantallen vogels rusten. Nu was het afgaand tij en zaten de vogels op de eerste strook wad die inmiddels droog was komen te liggen. Wulpen, tureluurs, scholeksters, zilverplevieren, bonte en drieteenstrandlopers, kanoeten, rosse grutto's, smienten, pijlstaarten, het is het bekende palet aan wadvogels die hier hun leefgebied hebben. Bekend, elke keer weer als je in de herfst op een Waddeneiland bent, maar elke keer weer geweldig om mee te maken. De soort van de dag waren de vijf strandleeuweriken die korte tijd verbleven op een schelpenzandje in de kwelder. Terug door polders vol brand- en rotganzen en goudplevieren en weer even naar het viltgebeuren.
Maandag was het weer regenachtig. Nog wat door het Hollumerbos gewandeld en naar huis. De overtocht was grauw en nat. Het mooie weekendweer was weer voorbij.
13 november 2023
Meer wadden? Terschelling
Geen opmerkingen:
Een reactie posten