zaterdag 19 februari 2022

Zanggors

Het was breaking news: zanggors diep in (Zeeuws) Vlaanderen, op de grens van Nederland en België. Wat een soort. Dwaalgast van de overkant van de oceaan, tweede pas voor Nederland (en voor België). Zo’n vogel waar je nooit bij had stilgestaan toen er nog geen zanggors zat in wat op de kaart Emmadorp - Prosperpolder Noord heet (of, in België, Doel - Prosperpolder Zuid; Prosperdorp volgens andere bronnen, of Kieldrecht: onduidelijkheid alom), die ik in elk geval niet op mijn radar had, maar die nu die er wel zit, ineens alles waard is. Honderden vogelaars waren dan ook al naar Zeeuws Vlaanderen afgereisd.
Maar ook: wat een plek! Voor mij een van de slechtst bereikbare locaties in Nederland. Vanaf het dichtstbijzijnde NS station was het een goeie 80 kilometer fietsen en 9292, bijbel voor OV-twitchers als ik, kon geen route berekenen. Dit moest wel het zwartste gat in het vaderlandse OV-netwerk zijn. Ik had hem dan ook al zo’n beetje afgeschreven, maar gelukkig kreeg ik een lift aangeboden.

Een dwaaltocht door het troosteloze havengebied van Antwerpen, een doolhof van havens en kades, loodsen en hijskranen, bruggen die open waren en bruggen die dicht waren, een wereld van staal en beton en files van honderden trucks die niet eens aan het demonstreren waren tegen de coronamaatregelen (toch? Rare plek anders), bracht ons toen we eindelijk aan het havengebied van Antwerpen waren ontsnapt, in de deelgemeente Doel. Waar we plotseling in een bijna pastorale omgeving belandden van uitgestrekte akkers, ijle populierenschermen aan de horizon, monumentale boomlanen en verlaten dijkjes langs dichtgetimmerde dijkhuisjes. Iets met de wens van de autoriteiten natuur te creëren in nu nog natuurloze polders? Of iets met de nabijheid van de inmiddels tamelijk verouderde kerncentrales van Doel? Of gewoon leegloop in een economisch onaantrekkelijke regio? Hoe dan ook, de heftige discussies die hierbij op de achtergrond spelen waren, net als alle andere hedendaagse maatschappelijke twisten, ver weg toen we aankwamen bij de bescheiden verzameling huisjes, boerenschuren, een bedrijventerreintje en tuintjes op de grens van Nederland en België waar de vogel enkele dagen geleden door een toevallig passerende vogelaar was ontdekt. Een oude betonnen grenspaal, een bordje met de naam ‘Kieldrecht’ aan de Belgische kant (aan de Nederlandse kant kon ik geen naambordje ontdekken) en enkele nog vroegere vogelaars die ons de vogel daar bijna meteen konden aanwijzen. Voor gewone mensen een gewoon, eerlijk gezegd een beetje saai vogeltje, maar voor ons niet. Voor ons een lifer, nog nooit eerder gezien, de verwerkelijking van een klein plaatje helemaal achterin de vogelgids, afdeling extreme zeldzaamheden.
Maar een makkie dus, voor lange, meeslepende verhalen is geen reden. Al moest-ie nog wel even naar Nederland worden gelokt, want wij wilden hem natuurlijk ook in Nederland zien. Niet belangrijk hoor, welnee, maar als Nederlander heb je helemaal niks aan een zanggors in België: telt niet. In België hebben ze, om dezelfde reden, niks aan een zanggors in Nederland. Daarom hadden ze in België ruim met vogelvoer gestrooid. Aan de Nederlandse kant was men aan het tapen gegaan om de vogel over de grens te lokken. De Hoekse en kabeljauwse twisten anno 2022, op de grens tussen Nederland en België. Dat allemaal voor de lijstjes. Ja, we hebben een rare hobby.
Maar met behulp van een aan de telefoon gekoppeld luidsprekertje lukte het de deskundigen uiteindelijk nog vrij gemakkelijk om de vogel naar onze kant van de grens te krijgen, waarna we hem ook op onze Nederlandse lijst konden bijschrijven. En we vervolgens in alle rust een uurtje aan het beestje konden besteden. Dat werkte voorbeeldig mee. Af en toe was-ie zoek, maar meestal werd-ie vlot weer teruggevonden en geregeld liet-ie zich prachtig van dichtbij bekijken, skulkend in de heg, foeragerend op de grond, beter konden we ons niet wensen. Af en toe zong hij uitbundig, iets wat de ook af en toe zingende heggenmussen, winterkoninkjes en koolmezen wel nooit eerder zullen hebben meegemaakt. Missie volbracht dus, we konden verder met ons leven.

17 februari 2022


Meer: Garderen








dinsdag 15 februari 2022

Rondje Delta

We mochten weer, vonden we. Formeel was dat wellicht nog een beetje voorbarig, wie weet precies wat momenteel de geldende regels zijn? maar ach, vandaag mochten we weer, vonden we. Met zeven in drie auto's, qua klimaat natuurlijk niet helemaal netjes maar qua corona voelden we ons er net een beetje gemakkelijker bij, met zeven dus in drie auto’s deden we weer een ouderwets rondje Zeeuwse en Zuid Hollandse Delta. Te beginnen bij Strijen dit keer, waarna we de Korendijkse slikken aandeden, de Brouwersdam, de Prunje en Plompetoren, om te eindigen bij een gebiedje dat de geestverruimende naam ‘Levensstrijd’ draagt, onder de rook van Zierikzee.
Het werd een dag van gematigde successen. De vermeende hybride zwarte x oostelijke zwarte wouw in de Korendijkse slikken liet zich tijdens onze aanwezigheid niet zien (al ontstond achteraf naar aanleiding van enkele foto van de vogel enige twijfel: hadden we hem niet toch gezien? We zullen er wel nooit achter komen), en voor zwarte rotgans bij Haamstede hadden we, zo is ons inmiddels gebleken, één afslag te vroeg genomen. Maar wat een heerlijke dag was het. Wat zou het helemaal, die gans en die wouw? Middelste zaagbekken en kuifduikers langs de Brouwersdam, daarvoor ga je naar Zeeland. En kleine zilverreigers als engeltjes zo mooi her en der in de Prunje. Lepelaars, bontbekplevieren, kluten en duizenden goudplevieren. En toen daar ineens enorme groepen kanoeten vermengd met wat zilverplevieren en rosse grutto’s massaal op de wieken gingen en in hemelverduisterende zwermen boven de wateren walmden, doken er ineens tussen hen in twee geweldige slechtvalken op. Een zeearend, hoog in een kale boom ver op de Korendijkse slikken, mag ook niet onvermeld blijven, evenmin als een groepje dwergganzen in het Oude Land van Strijen, vrij ver maar toch heel herkenbaar. In principe natuurlijk de soort van de dag. Grote sterns aan de binnenzijde van de Brouwersdam, daar al sinds jaar en dag bekend maar nog altijd een bijzondere gewaarwording hartje winter. De eerste grutto’s weer, fraaie zwarte ruiters, kemphaantjes in Levensstrijd, ach, wie maalt er dan nog om het mislopen van een gans en een wouw? Het was een heerlijke dag. Want we mochten weer.

13 februari 2022


Meer lezen? Vogelen in tijden van corona

maandag 14 februari 2022

Spechtje

Soms raak ik enigszins bevangen door somberte. Geen paniek: het is maar een milde somberte en die gaat meestal vanzelf weer over. Als je kijkt naar wat er allemaal gebeurt in de wereld en wat er naar alle waarschijnlijk staat te gebeuren, zou je trouwens wel gek zijn als je niet af en toe een beetje somber was. En al helemaal als je kijkt naar het oerwoud aan meningen dat de wereld overwoekerd heeft. Vaak tamelijk ondoordachte meningen, meningen die niet getuigen van enige kennis van zaken. Zelf heb ik natuurlijk van veel zaken ook nauwelijks enige kennis en ik vind dat altijd reden om daar dan maar liever geen mening over te hebben, of hooguit een voorwaardelijke mening, maar veel mensen denken daar blijkbaar anders over. Sowieso denk ik dat we voor een echte mening meestal te weinig weten, of juist teveel, waardoor we weten dat de zaken net iets te gecompliceerd zijn voor een simpele, eenduidige mening. Als dan ook nog sommigen hun mening kracht bijzetten met trucks en tractoren, alsof dat hun mening meer gewicht zou geven (wat feitelijk natuurlijk ook zo is), dan moet je daar haast wel somber van worden.
Op zulke momenten helpt het mij altijd erg goed om naar buiten te gaan. Om bijvoorbeeld op een lenteachtige wintermiddag als de zon de lichtgrijze wolken beschijnt die als een milde somberte boven de horizon hangen, in het bos te zijn, omringd door, ja, hoe zullen we ze eens noemen? omringd door bomen. Je kunt wel met een mooie metafoor aan komen zetten maar uiteindelijk zijn het gewoon bomen en die zijn al mooi genoeg. Oude bomen, statige bomen, bomen als zuilen die de tempel dragen die het bos kan zijn, toch een metafoor, en waar hoog in de nog kale kruinen een fraaie middelste bonte specht foerageert, dat fijne spechtje met zijn vuurrode kruin en sympathieke hoofdje dat nog maar enkele jaren geleden zeldzaam was in de provincie. Dat gebeurt lang niet altijd maar vanmiddag gebeurde het wel en dat helpt nog beter tegen al die meningen en die opkomende somberte.

11 februari 2022


Niet bij vogels alleen: Rupsje Nooitgenoeg