donderdag 24 augustus 2023

Westhoek

Westhoek, dat is wachten. Wachten op het water dat komen gaat, soms uren lang. Met Vogelwacht Utrecht stonden we uren lang te wachten op het water op deze mooie en zonnige augustusdag. Vóór ons nog kilometers aan drooggevallen wad, leeg en gebarsten, en pas in de verte de Waddenzee en de zwermen vogels die daarbij horen. Een tapuit aan de voet van de dijk. Gele kwikstaarten om ons heen. Een eenzame bontbekplevier voor ons, de eerste van vele. Een lepelaar, twee groenpootruiters, een kleine zilverreiger en in de verte, op de grens van water en wad, is een zilverplevier herkenbaar, mooi in zomerkleed. We tellen nog in enkelvoudige getallen, in exacte aantallen. Eén rosse grutto, één watersnip over, een bruine kiekendief jagend boven het riet, een bruine kiekendief jagend boven het wad. Maar niet veel later zijn er al meerdere zilverplevieren herkenbaar. Je ziet het water niet dichterbij komen, je ziet de vogels niet dichterbij komen, het verschil tussen 2000 meter en 1500 meter is vanaf de grond eenvoudigweg niet waarneembaar, maar ongemerkt sluipt de vloedlijn dichterbij en dan zie je ineens meer vogels. Meer vogels op waarneembare afstand, meer herkenbare vogels.
Een boot die vast lag in de ondiepte begint te drijven. We zien de eerste goudplevier en daarna al gauw een groepje van 18. Een boomvalk passeert naar west. Even later nog een boomvalk naar west. Leuke soort, in dit boomloze landschap. De eerste bonte strandloper. De eerste kluut.
Geluidjes van baardman uit het riet achter ons. Voor de meeste van ons blijven ze verborgen. Vlak voor ons op het wad een juveniele kleine plevier, terwijl verderop al groepjes bontbekplevieren foerageren bij de eerste plasjes water die daar zijn ontstaan. Groepjes, aantal niet meer nader te bepalen, in plaats van de eenlingen van zojuist: we zijn in een nieuwe fase aangeland.
De eerste kanoet. Met veel moeite de eerste krombekstrandlopers, ver weg maar nog net herkenbaar. Het gaat langzaam, je vraagt je af of het water en met het water de vogels wel zo dichtbij komen als we gehoopt hadden. Maar van 1500 meter naar 500 meter, dat zie je vanaf hier nauwelijks maar het gebeurt wel, en van 500 naar 50 meter of minder is daarna nog maar een klein stukje maar het is wel dat stukje dat ertoe doet. En uiteindelijk hebben we die 50 meter, en minder. Uiteindelijk wervelen de steltjes in glinsterende zwermen voor ons over het wad, razen ze van links naar rechts, soms hemelverduisterend, soms helder oplichtend. Het is glitter, het is een vorm van vuurwerk. Pure magie. En uiteindelijk komen ze tot rust langs de vloedlijn en zitten ze in dichte drommen op hooguit twintig meter afstand voor ons. Duizenden bonte strandlopers in een verwarrende verscheidenheid aan kleden: adult zomer, adult ruiend naar winter, juvenielen. Tientallen kanoeten, zowel adulten als juvenielen. En tientallen krombekstrandlopers, prachtig in zomerkleed. Sommige al ruiend maar allemaal nog adult. Van deze soort komen de juvenielen altijd een paar weken later langs, als de adulten op zijn. Ertussen ontdekken we enkele kemphanen, één fraaie kleine strandloper en wat bontbekplevieren. Verderop een dichte massa kluten, en aan de andere kant wulpen.

Het is verleidelijk om nu ook het komende laagwater af te wachten en te eindigen zoals we begonnen: met een uitgestrekt drooggevallen wad voor ons, tot kilometers in de verte leeg en gebarsten. Volmaakte symmetrie, een mooi, rond verhaal. Maar dat duurt nog uren, dus we kiezen anders. We eindigen met de uitzichtbult aan de Workumerwaard, met zicht op tientallen reuzensterns op het IJsselmeer. Ze zitten te rusten op een zandplaat en af en toe vliegen er een paar een rondje, soms dicht langs ons heen. Prachtige vogels, een mooie soort om een heerlijke dag mee af te sluiten.

20 augustus 2023