woensdag 30 september 2020

Van Duiven naar Elst

Een mens moest eigenlijk wat vaker naar buiten gaan als het miezert. Als het grijs is en druilerig en als je bijna ongemerkt zeiknat wordt omdat je steeds als je stilstaat denkt dat het een soort van droog is maar als je verder fietst weet: het miezert nog steeds. Het is dan wel niet erg comfortabel, maar het is (ook) dan buiten zo mooi. Zo betoverend mooi als de wereld buiten kan zijn als de meeste mensen warmpjes en droog binnen zitten, dat zie je niet als je dan niet naar buiten gaat. Ik blijf ook graag binnen hoor, met dat miezerige zeikweer, maar soms zijn er vogels. Zoals zo vaak zijn het de vogels die je naar buiten lokken, ik denk weleens dat vogels daar voor gemaakt zijn. Ook dit keer waren het weer vogels die me ertoe verleidden om ondanks het weer naar buiten te gaan, op de fiets, regenpak aan, de motregen in.
Ik had een mooie dubbeltwitch in gedachten. Om te beginnen vanuit Duiven richting de Rijnstrangen gefietst, prachtige afwisseling van nattigheid, ruigte en plassen langs de Rijn in Gelderland. Want daar zat kleine klapekster. Zeldzaam natuurlijk, pas mijn derde ooit in Nederland, en een prachtige vogel bovendien, maar het was vooral de ambiance die het moment onvergetelijk maakte. Dat vale licht, grauw en grijs, die miezer die overal op neer zabbert, die druilerige wereld aan de voet van de dijk met die wirwar van struikgewas en bosjes en glimmende natte koeienruggen die door het hoge gras bewegen en daar in het ene na het andere boomtopje die kleine klapekster. Ja, grotendeels ook grijs, maar toch zo anders, die knalde er telkens weer uit.

Over dijkjes en langs uiterwaarden naar Loo en daar met de veerpont waarop ik de enige opvarende was, de veerman niet meegerekend, overgestoken naar Huissen voor deel twee van deze dubbeltwitch. In park Lingezegen / Waterrijk Oost en in de omringende akkers was een steppekievit gesignaleerd. Ook al zeldzaam. Ook al zo’n vogel die ergens onderweg verdwaald is geraakt en ergens in een onbekende wereld terecht is gekomen waar-ie een bepaald soort vogelaars de deur uit en de miezerregen in weet te lokken.
Plassen met rietkragen, eilandjes en slikjes, nieuwe natuur zoals tegenwoordig overal wordt aangelegd om aan de europese natuurnormen te voldoen. Grote zilverreigers, een paar casarca's, een stel bonte strandlopers met één juveniele krombekstrandloper ertussen en zo nog het een en ander. En veel kieviten. Tussen die kieviten moesten we zoeken. En tussen die kieviten zochten we, eindeloos speurden we de kieviten af. Op de plassen was dat nog relatief eenvoudig maar op de akker, vol met klonten klei waar een steppekievit zich gemakkelijk achter kon verschuilen, daar was dat nog een hele klus. Maar als je na ruim een uur zoeken nog steeds die steppekievit niet gevonden hebt, terwijl af en toe kieviten opvlogen en op een ander, veel overzichtelijker akkertje gingen zitten en af en toe ook weer terugvlogen naar de kleiakker en telkens steppe er niet tussen zat, dan moet je voorzichtig gaan aannemen dat steppe er niet meer tussen zit. Geen dubbeltwitch dus vandaag, maar desondanks een heerlijke dag.

28 september 2020


En dan nog deze: Half scheepsrecht







zondag 27 september 2020

Maasvlakte

We hadden precies de natste uithoek van het land uitgekozen, precies de regio waar volop regen dreigde. In de rest van het land zou het vrijwel droog zijn en zou mogelijk zelfs geregeld de zon gaan schijnen en ook onderweg zag het er buiten prima uit, maar het zuidwesten zou onder invloed van een kleine maar venijnige depressie boven het kanaal, gebogen gaan onder een gestage toestroom van buien. Zo luidde de voorspelling. Het zou er ook hard waaien, en uit de goede hoek: noordwest 5, en daar was het ons natuurlijk om te doen. Zeetrek. Noordwestenwind brengt vaak vogels dicht aan de kust die anders meestal ver op zee vertoeven. Dus stonden we vanaf pakweg half 8 op de zeetrektelpost op de Maasvlakte, ondergingen enkele fikse buien en tuurden tussendoor over zee. Genoeg gelegenheid daartoe, want met het weer viel het nog best mee, maar de zeetrek viel nogal tegen. Al had ik met jan van gent, drieteenmeeuw en alk wel drie nieuwe jaarsoorten: waren er mede door corona dit jaar nog niet van gekomen.
Tijdens de zoveelste bui stonden we al te overwegen of we niet ergens heen konden waar de zon scheen, opties genoeg immers, toen de melding doorkwam van een kleine vliegenvanger een paar kilometer verderop. En zo kon weer eens een oude wijsheid van stal worden gehaald: ben je op zoek naar het ene, dan vind je vaak onverwachts iets heel anders. Vogelen, het is net het leven. De vogel bevond zich in het bosjescomplex op de (voormalige, wordt daar steevast aan toegevoegd) vuurtorenvlakte, al goed voor zoveel goede soorten in het verleden, en was, een beetje tot onze verbazing, gauw gevonden. Nou eens niet eindeloos zoeken, mistroostig wachten tot de vogel in kwestie eindelijk wilde meewerken, nee, bij aankomst vrijwel meteen in beeld. Hij liet zich geregeld prachtig zien en riep ook veelvuldig. Telkens weer kondigde dat aparte, droge rateltje zijn komst aan. Erg leuk want dat geluidje had ik nog maar zelden eerder live gehoord en kennis van vogelgeluiden is van eminent belang voor een vogelaar. Het was sowieso fijn om weer eens zo’n bleek gekleurd, herfstig trekkertje te zien, na diverse prachtige, luid zingende en rood gekeelde territoriale mannetjes de afgelopen jaren. Dat ik toch nog één momentje in de verte een flard zang hoorde, deed daar niets aan af.
Toen de melding kwam van een bladkoning ter plaatse een paar honderd meter verderop, ook die nog even meegepikt. Liet zich na enig zoeken enkele keren aardig zien. Lang niet meer de zeldzaamheid die hij vroeger was (ik moet als ik een blako zie weleens terugdenken aan vroeger toen ik verlekkerd naar plaatjes in de Wat Vliegt Daar keek en me afvroeg hoe ik die ooit te zien moest krijgen; niet alles was vroeger beter), maar de eerste blako weer van het seizoen: altijd een memorabele gebeurtenis.
Daarna nog effe met zijn drieën rondgestruind op zoek naar een eigen leuke soort. Dat leidde onder andere tot een fraaie langs jagende smelleken.
We sloten af met de dwergganzen van Strijen. Het kostte enige moeite, ze zaten ver maar uiteindelijk kregen we er enkele herkenbaar in beeld. Daarmee was de mislukte zeetrekochtend definitief geheel en al uitgewist.

26 september 2020

woensdag 23 september 2020

Vrijdag 28 augustus 2020

Hoewel in de duinen al twee weken lang overal de zwartkoppen roepen, was het me tot nu toe nog alsmaar niet gelukt er eentje fatsoenlijk in beeld te krijgen. Geen halszaak hoor maar vanmorgen had ik er zomaar een mooi vol in de kijker. En nog een. En nog een. En nog een. En er zaten er nog veel meer, maar dat was geen nieuws want al twee weken lang roepen in de duinen overal de zwartkoppen. Vanmorgen ook een tuinfluiter. En kool- en pimpelmezen, tjiftjaffen, een groep staartmezen, kort zingende cetti's zanger, dit was geen vlaag, dit was een storm van vogeltrek.
Het is alweer onze laatste dag hier. Nog één keer door de duintjes gewandeld, nog één keer op het piertje aan zee gestaan en vanmiddag nog één keer min of meer met zijn allen naar de Ondergelopen Zwarte Polder. Prachtige luchten en prachtig licht, zodat we eindigen zoals we begonnen zijn. Buien en zon, mooie kleine zilverreigers, bontbekplevieren, twee rosse grutto's, drieteenstrandloper, langs vliegende zomertortel. Niet dat ik de meeste daarvan niet al vaker (maar meest onvermeld) gezien heb, maar ik wilde ze nog één keer genoemd hebben.
Tenslotte afscheid genomen van de Zeemeeuw, met appelgebak en nachos, en van het Zwin, met laagwater en een fantastische buienlucht boven België van een bui die later ook boven Nederland losbarstte. Maar toen zaten we al veilig in het huisje dat we nog ruim een halve dag ons huisje mogen noemen.










Donderdag 27 augustus 2020

Dagtochtje met zijn vieren. Fietsen naar Sluis, van Sluis naar Aardenburg, terug naar Sluis en terug naar ons huisje. Op een prettige, milde manier herfstachtig, hoewel op het eind wat regen. Twee fraaie Zeeuws Vlaamse plaatsjes. Sluis, een oude vestingstad, is de naamgever van de gemeente waar bijna heel westelijk Zeeuws Vlaanderen toe behoort. Een echt stadje, druk en toeristisch, met volle winkelstraten alsof er van corona geen sprake meer is, terrasjes, een formidabel belfort, diverse historische gebouwen en een fraaie wallengordel met overblijfselen van oeroude stadspoorten. Aardenburg was kleiner en veel stiller, nog niet ontdekt door het massatoerisme, maar deed verder nauwelijks voor Sluis onder. Een prachtige stadspoort, twee fraaie oude kerken, een slingerende hoofdstraat en vele fijne geveltjes. En niet te vergeten een raadselachtig soort spookhuis, bijna compleet overwoekerd door de omringende tuin en half verscholen in een verder heel ordentelijk straatje.
Lunchen in Aardenburg, uit eten in Sluis, ja we laten het breed hangen, en door de regen teruggefietst. Door het Zeeuws Vlaamse achterland dat we inmiddels kennen en dat ook in de regen het aanzien waard is. Slingerende dijkjes, boerderijtjes aan de voet omzoomd door oeroude bosschages, schrale velden, oude slenken en stille watertjes en alweer terug op ons park.

Woensdag 26 augustus 2020

Vanmorgen aan het eind van de storm aan zee geweest. Snoeiharde westenwind en woeste zee. Gezocht naar een geschikt plekje om zeetrek te kijken. Eerst in de luwte achter een soort container gestaan. Was te doen maar wel met een hinderlijke vlagerige wind en zand dat je af en toe om (en in!) de oren stoof. Na een uurtje op zoek gegaan naar een comfortabelere plek. Uiteindelijk gevonden verderop langs het fietspad over de zeereep. Het zicht was er iets minder maar het was er verassend luw en zandvrij. Probleem was op beide plekken echter hetzelfde: er vloog niks. Eén zwarte zee-eend naar west.
Daarna pas halverwege vanmiddag weer op pad. Inmiddels was het rustiger en af en toe scheen bijna een beetje zon. Naar de Willem Leopoldpolder bij Retranchement geweest, natuurgebiedje dat is aangelegd, u raadt het al, ter compensatie van de verdieping van de Westerschelde. Een heerlijk struingebiedje waar je mag gaan en staan waar je wilt en vrij kan ronddwalen. Wel oppassen voor de hooglanders. Schrale en bloemrijke graslanden, af en toe wat lager en natter hoewel de grote droogte zo te zien ook hier hard heeft toegeslagen gezien de resten van waterplanten die er op het droge liggen, en een doolhof van bosjes en kreupelhout. Vooral botanisch was het er interessant, met naast veel watermunt, kattendoorn en kruisdistel onder andere rode ogentroost en bitterling. Sloot aan op de wallen aan deze kant van Retranchement, maar nergens een doorgang.








Dinsdag 25 augustus 2020

Een regenachtige ochtend maar vanmorgen wel ineens die goeie vondst, die verrassing die een dag meteen al geslaagd maakt, voor een vogelaar. Op zoek naar de graszanger van gisteren in de duintjes ineens luid roepend vier morinelplevieren over! Tamelijk zeldzame doortrekker. Geluid matchte één op één met diverse opnames die ik ter plaatse beluisterde. Erg leuke waarneming vind ik want ik had ze nog nooit eerder zo op trek roepend over me heen.

Het Zwin bij hoogwater en bij laagwater en alles daar tussenin, bij stralende zonneschijn en bij grijze regenvlagen en alles daar tussenin, het levert telkens weer andere, telkens weer nieuwe indrukken, nieuwe beelden, nieuwe landschappen op. De variatie is eindeloos. Vanmiddag laagwater en regenvlagen, hoewel soms ook wat zon. Ik was met Esther, tijdens ons traditionele gezamenlijke vogeltochtje. Dat doen we elke vakantie één keer. Ik liet haar wat kleine zilverreigers en lepelaars, kluten, wulpen en meer zien, en die zijn op zo’n moment ineens weer extra leuk.
Vanavond aan zee nog even het begin van de storm meebeleeft. Met zijn allen op het strand. Snoeiharde westenwind, woeste zee, prachtige avondlucht met ondergaande zon piepend door wolkenvelden aan de horizon en een regenwulp over de branding.









Maandag 24 augustus 2020

Waar precies ons huisjespark ophoudt, is mij niet helemaal duidelijk maar onze voordeur uit en twee keer de hoek om brengt je bij een lapje polder tussen ons park en de laatste zeewering voor het Zwin en dat poldertje, de Oudelandsche Polder, hoort er in elk geval niet meer toe, lijkt me. Er staan in elk geval god zij dank geen huisjes. (Hoewel ik natuurlijk niet te hard over die huisjes moet klagen want we wonen er zelf in een, deze twee weken.) Wel is er ‘vlak om de hoek’ een poeltje met drassige oevers en slikjes waar bijna altijd wel een paar mooie watersnippen zitten en soms een groenpootruiter of een kleine zilverreiger. Ik hoop er elke dag op een franjepoot maar het is er nog niet van gekomen. Aan de overkant is wat rietland en daartussen bultig, ruig weiland met opschietende pollen ruigtekruiden en een paar wilde koeien. Voorbij dit poldertje is er het duinland met wat grazige laagtes tussen het kreupelhout dat de naam Kievittepolder draagt. Een spannend gebiedje waar ik elke dag hoop op draaihals of sperwergrasmus, maar het is er nog niet van gekomen. Ook vanmorgen weer voor ontbijt het wandelingetje langs het poldertje en door de duintjes gemaakt dat het tot mijn dagelijkse ommetje heeft gebracht. Grijze lucht, af en toe een spatje zon, af en toe een flard miezer en een vlaag van trekkertjes in de bosjes. We maken hier een beetje de overgang mee van zomer naar herfst. Ach, natuurlijk kun je zoiets in juni ook meemaken maar dan is het fake news. Inmiddels is het eind augustus, sieren rode rozenbottels het duinland, zijn overal de struwelen vergeven van de roepjes van heggenmus en zwartkop en is het, terwijl het vorige week nog zomers was, buiig, winderig en fris. Vanmorgen hier wel ineens gekoer van zomertortel, wat dan weer juist een erg zomers geluid is. Bijbehorende vogel zat mooi dichtbij in een half kaal boompje.
Vanmiddag in mijn eentje gefietst. Eerst naar het uiteinde van het Zwin. Onderweg weer een mooie jagende visarend: zelfde als gisteren? Vloog met een vis in zijn klauwen België in. Verder weer prachtige kleine zilverreigers en lepelaars en een casarca. Daarna over kronkelende dijkjes langs karige akkers via Cadzand Dorp naar de Ondergelopen Zwarte Polder om te proberen graszanger nou eens echt perfect in beeld te krijgen. Mislukt. Slechts één keer kort horen zingen, verder taal noch teken. Vervolgens vond ik er een zingend in de rietlandjes van onze eigen Oudelandsche Polder die ik ook nog aardig in beeld kreeg. Grappig. Ik loop hier inmiddels ruim een week rond maar deze had ik hier / hier had ik deze nog niet. Mag ik een zelfontdeksoort noemen vind ik, en best een leuke. Hoewel je hiermee in Zeeuws Vlaanderen natuurlijk minder indruk maakt dan bijvoorbeeld in Utrecht. Want terwijl-ie in de rest van het land behoorlijk zeldzaam is, is graszanger in Zeeuws Vlaanderen een vrij gewone soort die overal opduikt waar de omstandigheden geschikt zijn: rietvelden, ruigtes, verwilderde graslandvegetaties. Een specialiteit van de streek dus.
Geregeld hoor ik in de buurtuinen of zelfs in onze eigen tuin boomkikker. Vanavond hoorde ik er ook diverse in de duinen. Daar scharrelde ook een cetti's zanger rond.








Zondag 23 augustus 2020

Vandaag wel die verrassing, iets dat me in elk geval een beetje euforisch kon maken. Twee keer zelfs. Eerst vanmorgen op de terugweg van een tochtje met Harriët langs het Zwin dat ons tot in België had gebracht, we hadden de mondkapjes mee, maar als afwijking van het gebruikelijke tot dan toe slechts een zwarte stern had opgeleverd: ineens een fraaie visarend jagend boven het Zwin. En daarna, tijdens het nogal regenachtige begin van onze middagtocht met zijn tweeën, ineens een kleine jager over de branding bij de Verdronken Zwarte Polder. Verdween zwoegend in de regenvlagen boven wat misschien al de Westerschelde mag heten.
Tussen de regen door in de Verdronken Zwarte Polder zingende graszanger en in plassen op het strand twee kleine zilverreigers, elke keer weer geweldig mooie vogels. Vervolgens, inmiddels droog met geregeld zon, Nieuwvliet (klein maar charmant), Groede (fraai, met mooie kerk op pittoresk dorpsplein en een leuke galerie van een lokale kunstenaar in de hoofdstraat. Groede is een artistiek dorp, aldus Wikipedia), de Nieuwkerksche kreek (geen vogels), de Blikken (geen water) en de Knokkert (mooi stukje bos met veldjes en ruigtes en aangrenzende watertjes met slikken en vogels).









Zaterdag 22 augustus 2020

Het is leuk hier. Het is mooi en het is bijzonder aangenaam hier twee weken te verblijven, maar het wachten is nog op een verrassing, op een gebeurtenis van betekenis, op iets dat me echt euforisch kan maken. Vogel of iets anders, iets dat de dagelijkse routine doorbreekt. Het is ook vanmorgen weer niet gelukt. Door de duinen gewandeld en een tijdje op het piertje bij de jachthaven gestaan, en niets noemenswaardigs gezien.
Verder stond vandaag in het teken van (spring)vloed en (spring)eb. Volle maan. Om 11 uur bij laag water bij en (dat kon toen:) in het Zwin gestaan en vanmiddag om 5 uur bij hoogwater opnieuw wezen kijken. Het verschil was, hoe voorspelbaar ook, spectaculair. Vanmorgen uitgestrekte strandvlaktes en kwelders met een nietig stroompje er dwars doorheen. Vanmiddag niets meer daarvan maar slechts een onafzienbare vloed van de duinrand hier tot aan de verre duinrand aan de overkant in België. Een manifestatie van heb-ik-jou-daar van de oerkracht van de natuur. Daar kun je alleen maar ontzag voor hebben. Daarbij zon, prachtige wolkenvelden, een harde wind en tientallen kitesurfers die een mooie demonstratie gaven van hun kunsten. Het was een spectaculaire middag.










Vrijdag 21 augustus 2020

Boel heggenmussen vanochtend in de duinen, en ineens een zingende roodborst. Nieuwe aanvoer: trek. Herfst, ook al is het pas augustus. Voor veel vogels begint de herfst al in augustus. Of nog eerder. Ook af en toe gele kwikstaart over, zoals het hoort want dat is altijd een vroege nazomertrekker, en nog een verlaatte gierzwaluw. Dit tijdens een kort rondje rond onze polder en langs het Zwin.
Daarna met zijn allen naar Oostburg gefietst. Leuke fietstocht, maar Oostburg is eigenlijk best saai, met zijn hedendaagse winkelstraten en -pleinen en naoorlogse gemeentehuis. Een soort Veenendaal, dorp dat tot stad is gegroeid. Bestuurlijke hoofdplaats van de gemeente Sluis. Het historische en pittoreske Sluis de naam, Oostburg het gemeentehuis: eerlijk zullen we alles delen. Maar eigenlijk was het nietige Zuidzande onderweg leuker. Al heeft Oostburg wel een mooie watertoren, een best aardige kerk in basilicastijl en plassen met rietvelden aan de rand, restanten van oude kreken. Allemaal van na de oorlog, behalve die plassen met rietvelden, want op 6 oktober 1944 werd Oostburg voor een belangrijk deel verwoest door geallieerde bombardementen. Er vielen 106 slachtoffers en 353 panden werden verwoest, aldus Wikipedia, waaronder een aantal historische gebouwen. De geschiedenis, zo blijkt maar weer, toont zich vaak door wat je niet ziet.
Na afloop in mijn eentje naar de Sophiapolder, uitgestrekte plasdras een paar kilometer verderop. Aangelegd als compensatie, ook al, voor de verdieping van de Westerschelde. Er moest blijkbaar heel wat gecompenseerd worden in Zeeland, ik weet niet of we daar zo gelukkig mee moeten zijn. Veel vogels in de Sophiapolder, aardige soorten ook (kemphaan, lepelaar, geoorde fuut, bonte strandloper), leuke afsluiter.


Verder lezen?zaterdag-22-augustus-2020







Donderdag 20 augustus 2020

's Morgens voor het ontbijt door de duintjes naar Cadzand gelopen. Ze zijn een mooie afwisseling van woest woekerend kreupelhout, oplaaiende vlammen van flakkerende duindoornstruwelen en grazige laagtes, zoals duinen meestal zijn natuurlijk, maar toch weer op een eigen en na enkele dagen inmiddels herkenbare manier. Daarna een tijdje op het inmiddels bekende piertje gestaan. Wolkenvelden, doorkomende zon en wat regen. Het was iets spannender dan vorige keer maar zonder tastbaar resultaat. IJsvogel buiten beschouwing gelaten, beneden op de stenen aan de voet van het piertje. In de duinen wat trekkertjes, onder andere veel heggenmussen en een tuinfluiter. De herfst komt eraan. En op de terugweg ineens een fraaie zomertortel.
In de tuin blijkt het ook spannend te kunnen zijn. Putters hebben we iedere dag maar vandaag ook tuinfluiter en kneu. En een vreemd, droog ratelend geluid dat ik regelmatig hoor vanuit de buurtuinen, lijkt aan boomkikker toe te behoren.
's Middags, inmiddels weer warm en zonnig, in mijn eentje richting Breskens gefietst. Eerst de Verdronken Zwarte Polder waar ik twee graszangers had. Daarna Waterdunen, grootschalige natuurontwikkeling bij Breskens. Vast ter compensatie van het een of ander. De plannen zijn groots maar ik vond het er eerlijk gezegd nog een beetje saai. Uitgestrekte wateren en uitgestrekte ruigtes, trillend in de zomerwarmte. Veel vogels maar niet veel dat het noemen waard is. De gebruikelijke massa's en verder onder meer geoorde futen, lepelaars en ook hier graszanger.
's Avonds nog even naar het Zwin en aan zee geweest. Prachtige luchten met spetterende zonsondergang.


Verder lezen? vrijdag-21-augustus-2020







Woensdag 19 augustus 2020

Vanmorgen weer bijtijds de deur uit, dit keer voor een tochtje langs het Zwin. Erg leuk en rijk aan steltloper was het aan het uiteinde. Geen topsoorten maar van onder andere zwarte en groenpootruiter, twee kanoeten, kluten, lepelaars, prachtige kleine zilverreigers + twee keer grote, enkele rosse grutto's, een regenwulp en dit keer ook de nodige bontjes en bontbekken, wordt ik best blij.
We zijn tamelijk lui hier op onze vakantie. Ik ook, tot nu toe. Vandaag pas diep in de middag, inmiddels zonnig en warm, weer op pad. En dan ook nog gewoon maar een stuk door de buitenste duinen langs Cadzand naar het oosten en over het strand, slalommend om de badgasten, weer terug gewandeld waarna ze met zijn drieën gingen zwemmen terwijl ik vergeefs over zee tuurde.
Tussendoor zitten we veelal in ons tuintje te lezen of iets anders te doen, met als we er even tussendoor onze ogen op richten zicht op een dichte struweelwal ter afscheiding van ons poldertje waar we vanuit ons slaapkamerraam nog net enig zicht op hebben. Het gekke is trouwens dat ik al vrijwel geen idee meer heb waaruit dat iets anders zoal bestond.
's Avonds uit eten, bij de Italiaan op het eethuispleintje helemaal aan de andere kant van Cadzand. Buiten op het terrasje, maar wel overdekt en dat was nodig want intussen regende het flink.


Verder lezen? donderdag-20-augustus-2020





Dinsdag 18 augustus 2020

Vanmorgen min of meer vroeg met Renske naar de Verdronken Zwarte Polder gefietst, bekend en mooi natuurgebiedje aan zee bij Nieuwvliet Bad waar ik (ook) nog nooit geweest was. Dat was alvast één lifer. Een oud stuk (inmiddels) buitendijkse polder heroverd door de zee. In 1623 ingepolderd en in 1802 weer overstroomd. Wat rest is een paradijsje voor de natuurliefhebber: een oude kreek, kwelders, rietvelden, jonge duintjes en een strandvlakte met bij hoogwater ondiepe slenken, alles omarmd door de nieuwe zeedijk die het achterland beschermt tegen nog meer overstroming. Paradijs ook voor vogels en voor zeldzame kustplanten als lamsoor, zeepostelein, blauwe zeedistel en (ook hier) zeevenkel. Doelsoort hier was graszanger en die liet niet op zich wachten. Zong meteen al bij aankomst uitvoerig en liet zich ook fraai zien, zowel in zangvlucht als in zit. Verderop mogelijk ook nog een tweede. De zon scheen en een zomertortel vloog langs.
Na een lange pauze 's middags met zijn allen naar Retranchement gefietst, ons buurdorp. Langs het kanaal en langs schrale graslanden. In Retranchement een korte blik op het oude dorpje, klein maar fijn, een terrasje met ijs dat nogal duur was maar wel lekker, en daarna een mooie wandeling over het zuidelijke deel van de vesting, de oude verdedigingswerken die in 1604 zijn aangelegd in opdracht van prins Maurits. Stukje vaderlandse geschiedenis en inmiddels natuurgebied in bezit van het Zeeuws Landschap. Wallen, meidoornstruwelen, waterpartijen en schrale velden. Mooi en bloemrijk, en warm bovendien, in de zon. Terug langs het Zwin.
's Avonds nog even in mijn eentje om ons poldertje, langs het Zwin en door de duinen gewandeld. Wordt een beetje mijn traditionele vaste ommetje.











Maandag 17 augustus 2020

Vier keer weggeweest vandaag. Dat kan minder maar soms gaat dat zo. Vanmorgen vroeg, heldere lucht boven laag hangende mist, door de duintjes naar Cadzand Bad gelopen en in Cadzand Bad tijdje vanaf het piertje van de jachthaven over zee staan kijken. Nog niet veel te beleven, de herfst moet ook nog beginnen natuurlijk. Wel onderweg onder andere zang van cetti’s zanger en overal roepjes van zwartkop en tjiftjaf.
Daarna met zijn allen naar de Zeemeeuw (onze lokale strandtent) voor lekkers en naar Cadzand Bad voor boodschappen en fietsen. In mijn eentje vervolgens langs het Zwin gefietst tot zo'n beetje het uiteinde, waar de dijk afbuigt en naar België voert. Daar blijken nog mooie stukken plasdras te zijn met slikken en zandplaten en veel vogels. En een leuk uitzichtplateau met zicht op slikken en zandplaten en veel vogels. Vooral de kluten waren fraai. En de kleine zilverreigers af en toe vlakbij. Boven België een zoveelste dreigende buienlucht waarvan een staartje viel op de terugweg. De luchten zijn mooi en indrukwekkend de eerste dagen van onze vakantie. Soms lijkt het plaatselijk wel nacht, een stukje hel op aarde, terwijl van een andere kant de zon erop schijnt. Zonder andere zaken tekort te willen doen misschien wel de meest spectaculaire attractie van de vakantie tot nu toe.
Na het eten tenslotte met zijn drieën een tochtje de binnenlanden in. Door akkers en velden en over dijkjes die de gemiddelde vakantieganger op zoek naar strandgenot wellicht nooit te zien zal krijgen. Onder andere naar Cadzand dorp. Cadzand Bad is weinig meer dan de nogal megalomane Boulevard de Wielinge, met sjieke badhotels in meerdere lagen, enkele landhuizen teruggetrokken achter hermetisch hekwerk en enkele winkel- en eethuispleintjes. In de paar straatjes achter de boulevard woont zo te zien vrijwel geen mens, bijna alle behuizing is voor toeristen bestemd. Geparkeerde auto's zijn in meerderheid Duits of Belgisch. In Cadzand Dorp, enkele kilometers landinwaarts, wonen wel mensen. Cadzand Dorp is een charmant dorpje met stille straatjes waar de geparkeerde auto’s in meerderheid Nederlandse nummerborden hebben, met bescheiden woonhuisjes en onder andere een mooie oude kerk, met sierlijk torentje geflankeerd door twee statige zijbeuken. Even buiten het dorp loopt de Vierhonderd Polderweg, een mooi dijkje dat slingert langs bosjes en bosranden, boerderijen en akkers. Af en toe mooie ruige hoekjes en oude waterlopen en daarachter de uitgestrekte akkers van de Zeeuws Vlaamse binnenlanden. Al bij al een heel ander aspect van de omgeving dan we tot nu toe meemaakten. Mijn vakantievogellijst gespekt met soorten als huismus en turkse tortel en in donker terug.








Zondag 16 augustus 2020

Warm, zonnig, een apocalyptische buienlucht, een bui met hoog gedonder maar zonder het spektakel waarop we gehoopt hadden, en een mooie zachte avond met opklaringen. Aldus vandaag in het kort.
Vanmorgen met Renske over de dijk richting binnenland gelopen. Naar het zuiden dus. Mooie zichten weer, over de kwelders en de strandvlaktes tot diep in België. Het is een soort niemandsland: hier Nederland, daar België en daartussen het Zwin. Aan de andere kant is het een stuk alledaagser, hoewel toch evengoed een voor ons nieuwe wereld: de uitgestrekte akkers van de Zeeuws Vlaamse binnenlanden. We bezichtigden onder andere de grenspalen die hier in het landschap staan, vanwege de onbegaanbaarheid van grote delen van het Zwin zelden precies op de grens. Die loopt deels midden door de hoofdslenk.
Geen grote vondsten vandaag maar slechtvalk en zwartkopmeeuw waren best te pruimen. En vanavond met Harriët onder dreiging van nieuwe buienluchten door de duinen naar zee en over het strand en langs de monding van het Zwin weer terug gelopen.








Zaterdag 15 augustus 2020

Aankomst te Cadzand. Of beter gezegd: Cadzand Bad. Of, nog preciezer: Retranchement, want daartoe schijnen we officieel te behoren, de komende twee weken. Al is het allemaal gemeente Sluis. Na een lange reis met trein, boot en belbus (haltetaxi heet dat hier), waarbij alles klopte, aansluitingen, reserveringen, e-tickets, betreden we een wat mij betreft gezellig huisje met een wat mij betreft gezellig tuintje op een eenvoudig vakantieparkje waar je zomaar in een paar minuten langs een stukje spannende ruige polder met rietvelden en poeltjes met watersnippen naar een ruige stuifdijk loopt van waar je fraai uitzicht hebt op het Zwin. Strandvlakte met slenken, verre zichten diep in België (Knokke, Zeebrugge), kleine zilverreiger, grote sterns, op het dijktalut zeevenkel (lifer, en zeldzaam) en fraaie wolkenluchten in een verder heldere hemel. Vanavond ondergaande zon en spannende buienluchten met onweergerommel van buien die niet vielen. Althans, niet bij ons.
We zijn klaar voor een fijne vakantie waarin niets buitensporigs, niets heroïsch gaat gebeuren. Aan meer heb ik geen behoefte. Materiaal voor meeslepende reisverhalen zal hopelijk ver te zoeken zijn.