Een mens moest eigenlijk wat vaker naar buiten gaan als het miezert. Als het grijs is en druilerig en als je bijna ongemerkt zeiknat wordt omdat je steeds als je stilstaat denkt dat het een soort van droog is maar als je verder fietst weet: het miezert nog steeds. Het is dan wel niet erg comfortabel, maar het is (ook) dan buiten zo mooi. Zo betoverend mooi als de wereld buiten kan zijn als de meeste mensen warmpjes en droog binnen zitten, dat zie je niet als je dan niet naar buiten gaat. Ik blijf ook graag binnen hoor, met dat miezerige zeikweer, maar soms zijn er vogels. Zoals zo vaak zijn het de vogels die je naar buiten lokken, ik denk weleens dat vogels daar voor gemaakt zijn. Ook dit keer waren het weer vogels die me ertoe verleidden om ondanks het weer naar buiten te gaan, op de fiets, regenpak aan, de motregen in.
Ik had een mooie dubbeltwitch in gedachten. Om te beginnen vanuit Duiven richting de Rijnstrangen gefietst, prachtige afwisseling van nattigheid, ruigte en plassen langs de Rijn in Gelderland. Want daar zat kleine klapekster. Zeldzaam natuurlijk, pas mijn derde ooit in Nederland, en een prachtige vogel bovendien, maar het was vooral de ambiance die het moment onvergetelijk maakte. Dat vale licht, grauw en grijs, die miezer die overal op neer zabbert, die druilerige wereld aan de voet van de dijk met die wirwar van struikgewas en bosjes en glimmende natte koeienruggen die door het hoge gras bewegen en daar in het ene na het andere boomtopje die kleine klapekster. Ja, grotendeels ook grijs, maar toch zo anders, die knalde er telkens weer uit.
Over dijkjes en langs uiterwaarden naar Loo en daar met de veerpont waarop ik de enige opvarende was, de veerman niet meegerekend, overgestoken naar Huissen voor deel twee van deze dubbeltwitch. In park Lingezegen / Waterrijk Oost en in de omringende akkers was een steppekievit gesignaleerd. Ook al zeldzaam. Ook al zo’n vogel die ergens onderweg verdwaald is geraakt en ergens in een onbekende wereld terecht is gekomen waar-ie een bepaald soort vogelaars de deur uit en de miezerregen in weet te lokken.
Plassen met rietkragen, eilandjes en slikjes, nieuwe natuur zoals tegenwoordig overal wordt aangelegd om aan de europese natuurnormen te voldoen. Grote zilverreigers, een paar casarca's, een stel bonte strandlopers met één juveniele krombekstrandloper ertussen en zo nog het een en ander. En veel kieviten. Tussen die kieviten moesten we zoeken. En tussen die kieviten zochten we, eindeloos speurden we de kieviten af. Op de plassen was dat nog relatief eenvoudig maar op de akker, vol met klonten klei waar een steppekievit zich gemakkelijk achter kon verschuilen, daar was dat nog een hele klus. Maar als je na ruim een uur zoeken nog steeds die steppekievit niet gevonden hebt, terwijl af en toe kieviten opvlogen en op een ander, veel overzichtelijker akkertje gingen zitten en af en toe ook weer terugvlogen naar de kleiakker en telkens steppe er niet tussen zat, dan moet je voorzichtig gaan aannemen dat steppe er niet meer tussen zit. Geen dubbeltwitch dus vandaag, maar desondanks een heerlijke dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten