Dagtochtje met zijn vieren. Fietsen naar Sluis, van Sluis naar Aardenburg, terug naar Sluis en terug naar ons huisje. Op een prettige, milde manier herfstachtig, hoewel op het eind wat regen. Twee fraaie Zeeuws Vlaamse plaatsjes. Sluis, een oude vestingstad, is de naamgever van de gemeente waar bijna heel westelijk Zeeuws Vlaanderen toe behoort. Een echt stadje, druk en toeristisch, met volle winkelstraten alsof er van corona geen sprake meer is, terrasjes, een formidabel belfort, diverse historische gebouwen en een fraaie wallengordel met overblijfselen van oeroude stadspoorten. Aardenburg was kleiner en veel stiller, nog niet ontdekt door het massatoerisme, maar deed verder nauwelijks voor Sluis onder. Een prachtige stadspoort, twee fraaie oude kerken, een slingerende hoofdstraat en vele fijne geveltjes. En niet te vergeten een raadselachtig soort spookhuis, bijna compleet overwoekerd door de omringende tuin en half verscholen in een verder heel ordentelijk straatje.
Lunchen in Aardenburg, uit eten in Sluis, ja we laten het breed hangen, en door de regen teruggefietst. Door het Zeeuws Vlaamse achterland dat we inmiddels kennen en dat ook in de regen het aanzien waard is. Slingerende dijkjes, boerderijtjes aan de voet omzoomd door oeroude bosschages, schrale velden, oude slenken en stille watertjes en alweer terug op ons park.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten