DT3 was diametraal tegenovergesteld aan DT2. Twee weken terug rust op het eiland en een gekkenhuis boven zee. Nu was er boven zee niet veel te beleven maar was het een gekkenhuis op het eiland. Overal lijsters, soms met honderden bijeen. Als je over het verre duinland tuurde, dan zag je overal de zwermen vogels boven de duinen dansen. Overtrekkende koperwieken en kramsvogels, vinken en kepen, leeuweriken, spreeuwen, alles vloog, terwijl in bosjes goudhaantjes en vuurgoudhaantjes piepten en talloze roodborsten tikten.
De enige overeenkomst was het weer: woest en onstuimig, met veel wind en (soms heel) veel buien. Oh ja, en dat Ajax verloor, maar dat doen ze iedere week.
De hoop was dat die drukte ook zou leiden tot enkele krenten. En dat deed die ook. Pallas boszanger, pestvogel, een paar geelgorzen kortstondig in de zeereep. In de jachthaven huisde een kuifaalscholver. Maar dat was allemaal klein bier. De hoofdprijs viel al meteen op vrijdagmiddag. We zaten nog in de trein toen de melding binnenkwam: mogelijke, en al gauw zekere geelbrauwgors nabij het dorp. Geelbrauwgors! Het mirakel van vorig jaar, toen de tweede ooit in Nederland, voor het eerst na een ringvangst veertig jaar eerder. En nu, één jaar later pas, alweer de derde? Ik was daar nog helemaal niet aan toe. Zoveel veel minder zeldzame soorten die ik nog pas één keer heb in Nederland, of zelfs nog helemaal niet. Dus toen-ie een uur of zo later werd afgemeld (hoog naar zuidwest of zo), kon ik daar prima mee leven. Ik koesterde de vogel van vorig jaar.
Uren later. We waren inmiddels op het eiland aangekomen. (Op de boot had een roodborstje ons langdurig bezig gehouden: telkens weer vloog-ie langs de boot, leek te willen neerstrijken op de reling maar vloog steeds toch weer door, keerde weer terug, vloog laag over de boot, zette zich even op een hekje maar vloog al gauw toch weer op en was ineens zoek. Zat-ie eindelijk ergens stilletjes in een hoekje? Of was-ie toch maar doorgevlogen?) We hadden ons huisje op Ankerplaats gevonden. Ik had mijn eerste tochtje gemaakt, naar de Oostervallei zoals altijd de eerste uren na aankomst op Vlieland, spreeuwen en kramsvogels, heel veel kramsvogels en in het dorp een pestvogel. Het was al zes uur en ik stond op het punt naar ons huisje terug te keren toen die melding: geelbrauwgors teruggevonden! Toch nog! En dan kun je vinden dat we nog niet aan een nieuwe geelbrauwgors toe zijn, maar even later stond ik natuurlijk toch, met al gauw tientallen anderen, te kijken naar een geelbrauwgors in de ruige vegetatie aan de rand van een vers ingezaaid aanstaand grasveldje achter de Waddendijk aan de rand van het dorp. Op minder dan tien meter afstand (veel dichterbij dan vorig jaar) liet-ie zich tot in de schemer prachtig zien. Wat een waarneming! En wat een begin van DT3.
De volgende dag. Na een relatief rustige ochtend waarop ik een paar van de beschikbare leuke soorten opraapte en een keer net te laat was voor de gors, de melding van een vale gierzwaluw die rondjes leek te vliegen tussen het Posthuys en de Vliehors. Nog niet zo lang geleden een bijna ondenkbare tropische verrassing maar het is inmiddels een traditie: vale gierzwaluwen in de late herfst in Nederland. Omdat ik er daarvan nog niet zo erg veel gezien heb, maar eens die kant uit gefietst. Op hoop van zegen. Was ik trouwens toch al van plan. En ter hoogte van de Kroon’s polders hing-ie ineens bijna recht boven me. Onmiskenbaar een gierzwaluw spec. Lichtomstandigheden waren zodanig (beetje schemerzonnetje recht tegen, de vogel was een zwart silhouet tegen een wit oplichtende lucht dus geen details zichtbaar) dat zekere determinatie mijnerzijds er niet in zat, maar deze was door anderen al goed gefotografeerd en gedetermineerd en bovendien vliegen er al ruim een week vale gierzwaluwen over Nederland terwijl er in die tijd geen enkele zekere gewone gemeld is. Over de determinatie dus geen discussie: vale gierzwaluw. Het is natuurlijk zoals je een gierzwaluw meestal ziet, maar ik wilde toch graag meer. Dus stond ik met enkele lotgenoten geruime tijd op een duintje over het westelijke duinland uit te kijken. Vergeefs: geen gierzwaluw meer te bekennen. Wel heftige buienluchten die op ons afschoven. Ik was prima op regen gekleed maar heb toch maar even geschuild in de hut in de Kroon's polders. Dat leverde na de regen onder andere nog honderden bonte strandlopers op, tientallen rosse grutto's, kanoeten, zilverplevieren, rotganzen en een kluut, en wie daar niet gelukkig van wordt is geen vogelaar. Intussen werden meerdere vale gierzwaluwen gemeld, vooral op de oostpunt, en daar wilde ik nog wel een trapje extra voor doen. In het oosten aangekomen bleek ik echter net te laat: alle vale giertjes waren ofwel in het niets opgelost of de zee op richting Terschelling gevlogen. Als ‘troost’ nog geruime tijd in de regen naar geelbrauwgors staan kijken die uitvoerig foerageerde in de berm aan de overkant van de straat. Daar nam ik graag genoegen mee.
Op zondagochtend tenslotte onder een komen en gaan van herfstige buien vooral veel vergeefs achter de feiten aan gehobbeld. Eerst achter een vale gierzwaluw aan die al naar Terschelling vertrokken was voor ik de toch niet al te verre reis naar het oosten had volbracht. Had ik maar een e-bike moeten huren, zoals tegenwoordig vrijwel alle vogelaars doen op Vlieland. Daarna naar een gemelde siberische boompieper aan de voet van het Vuurboetsduin die bij aankomst inmiddels al geruime tijd onvindbaar was. Aan geelbrauwgors heb ik, toen-ie zich niet binnen enkele minuten wilde vertonen, voorlopig geen tijd meer besteed. Ik was inmiddels op de ruige plak toen de melding van de dag kwam: alpengierzwaluw boven Stortemelk! Die moet ik nog steeds in Nederland en Stortemelk was vlakbij. Dus op een duintje gaan staan en afwachten maar. De vogel scheen echter precies de verkeerde kant op te vliegen en een felle bui dwong me vervolgens even te schuilen aan de havenweg. Toen de bui over was richting Stortemelk gefietst waarop de vogel juist weer in de buurt van de jachthaven werd gemeld. Dat was helaas het laatste wat van hem vernomen is. Nog enige tijd met enkele vogelaars staan posten op een duintje in de noordoosthoek, maar dat leverde ‘slechts’ een gierzwaluw vrij ver naar oost op. Is ongetwijfeld een vale geweest, wat niet zo lang geleden nog een hoofdprijs was maar nu toch een beetje een schrale troost.
Daarna onder andere nog in het dorp een paar tellen de gors half in beeld gehad, tegen beter weten in een tijdje aan zee gezeten, in de jachthaven kuifaalscholver en dwergmeeuw gezien en een tijdje op een duintje in de noordoosthoek staan kijken naar de massale bewegingen van lijsters tot ver boven de zeereep. Toen eindelijk weer een spannende melding, eentje die deze dag kon maken en breken: siberische boompieper ter plaatse nabij het Vuurboetsduin.
Aanvankelijk leek het breken te worden. Met tientallen stonden en liepen we vruchteloos te speuren. Geen spoor, geen enkel teken van leven in het stukje bos waar de vogel zich zou moeten ophouden. De meesten waren alweer vertrokken toen toch nog een pieperachtige vogel tussen de bomen door vloog. Dat kon hem weleens geweest zijn, was de gedachte, al heb je daar weinig aan. Maar toen éénmalig een schel roepje en de determinatie was rond: siberische boompieper. Waarna de Bui van het Weekend losbarstte, een bui bijna apocalyptisch van aard. Intens tevreden was ik met hoe regenbestendig mijn outfit bleek, maar van sibopie werd uiteraard niets meer vernomen.
Dat waren mijn verhalen van dit weekend. Wat eenzijdig wellicht, allemaal over zeldzame vogeltjes en wat boeit dat u? Maar hé, het was natuurlijk ook een vogelweekend hè en ik kan natuurlijk ook vertellen over het Vlielandmonopoly of over de film van Wes Anderson die we gekeken hebben of over mijn visie op het wereldleed maar dat zal u nog minder interesseren dus u zult het hiermee moeten doen.
30 oktober 2023
Meer Deception tours: DT 2: geen roetveeg wel kokar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten