dinsdag 24 oktober 2023

Yerseke

Te gaan of niet te gaan? Het is wel vaker de cruciale vraag. Bijna altijd, eigenlijk. In dit geval: noordse pijlstormvogel in het haventje van Yerseke. Zo’n duffe vogel, verdwaald geraakt in een jachthaventje ver van zee en wellicht ook niet al te fris meer, dat is toch in niets te vergelijken met een echte noordse pijl, bij een stevige noordwester scherend over de golven, keilend over de branding? Vorig jaar nog prachtig gezien vanaf de zeereep op Vlieland. Waarom zou ik dan nu al die moeite doen om helemaal naar Yerseke af te reizen? Een noordse pijlstormvogel is een vogel van volle zee, niet van jachthaventjes aan binnenwateren. Dat is meer terrein voor dodaars en fuut maar daarvoor hoef je niet naar Yerseke.
Wat de doorslag gaf om toch te gaan? Ik realiseerde me dat ik nog nooit eerder in Yerseke geweest was, nog nooit de omgeving van Yerseke en Kruiningen had gezien. Vaak genoeg was ik met de trein door het stationnetje van Kruiningen - Yerseke gekomen, maar nog nooit was ik er uitgestapt. Na een hopelijk succesvolle twitch van de pijlstormvogel zou een rondje Yerseke - Kruiningen, met onder andere de Yerseke Moer (‘een natuurparel en één van de oudste landschappen van Zeeland’, aldus het Zeeuws Landschap), de dag helemaal af kunnen maken.
Helaas kwam door een lekke band uitgerekend daarvan weinig terecht. Een wandeling met de fiets aan de hand meest door een uitloper van Yerseke terug naar station Kruiningen - Yerseke, dat was het enige dat restte. Door een rijkeluisenclave langs enkele adembenemende optrekjes die naar ik aanneem de vrucht zijn van de lucratieve mosselteelt. Gelukkig was het niet al te ver lopen van Yerseke naar het station.
Maar wat betreft die noordse pijlstormvogel moet ik mezelf achteraf ongelijk geven. Want wat een vogel was dat! Hij oogde helemaal niet duf. Hij was eigenlijk best actief. Meest zwom-ie heen en weer tussen de jachten en de zeilboten en af en toe naam-ie een duik de diepte in. Jawel, hij dook, bijna als een fuut, ik wist niet dat pijlstormvogels dat konden. Het mooist was het wanneer hij een rondje vloog en ons zijn karakteristieke vliegwijze toonde. Dat maakte het helemaal af. En dat allemaal op soms amper tien meter afstand! Details waren zichtbaar die je bij zo’n langs vliegende vogel op een stormachtige dag aan zee, hoe dichtbij ook, nooit te zien krijgt. De lichte krul achter de oorstreek, de wittige oogring, allerlei lichte veerrandjes en zelfs het neusbuisje op de snavel dat stormvogels de Engelse benaming ‘tubenoses’ heeft bezorgd, was af en toe prachtig zichtbaar en ik geloof niet dat ik dat ooit eerder zo gezien heb. Een buitenkansje dus. Dat-ie op geen enkel lijstje een plusje opleverde, doet helemaal niet ter zake.

22 oktober 2023






Geen opmerkingen:

Een reactie posten