woensdag 27 september 2023

Callantsoogervaart

Toen we vroeg in de middag in polder Waard en Nieuwland in de kop van Noord-Holland vergeefs stonden te zoeken naar een roodpootvalk die daar al dagenlang verblijft; mild zonnetje, matig windje en de buienluchten pas aan de horizon of daaromtrent maar roodpootvalk liet het vooralsnog afweten, toen vreesden we een driedubbele sofdag.
1: de pelagische tocht die oorspronkelijk voor vandaag op het programma had gestaan, was afgeblazen. En gezien het beetje wind dat er op dat moment woei, kon je je afvragen waarom.
2: grijze strandloper in het ondergelopen bollenveldje langs de Callantsoogervaart bij Zijpe was vanochtend urenlang onvindbaar gebleven en leek alweer vertrokken.
En 3: nu leek dus ook roodpootvalk niet voor handen om tenminste nog iets van deze dag te maken.

Natuurlijk, dat ondergelopen veldje was geweldig geweest, met misschien wel meer dan honderd bontbekplevieren en meer dan honderd bonte strandlopers, met tientallen prachtige kleine strandlopers en met gaandeweg ook steeds meer krombekstrandlopers. Met minimaal vier grauwe franjepoten die op zeker moment op amper tien meter gebroederlijk naast elkaar helemaal vooraan in een plasje stonden. Met een temmincks strandloper, een kemphaan en een paar steenlopers maar zonder grijze strandloper, gistermiddag hier ontdekt en in potentie mijn tweede ooit, waren die allemaal, hoe fijn ook, toch slechts een soort van troost. Hadden we tenminste nog iets, zeg je dan tegen elkaar.
Uren hadden we al staan speuren, keer op keer werd er op een verdacht gevalletje gewezen, daar voor die hooibaal, links van die bontbekplevier, precies waar nu op de achtergrond die blauwe auto rijdt, en keer op keer werden we gestoord door een slechtvalk die af en toe in de buurt kwam jagen en daarbij steeds grote groepen steltlopers inclusief de vogel die we elkaar probeerden te wijzen, de lucht in joeg. Prachtig hoor, zo’n jagende slechtvalk, maar nu liever even niet. Tientallen kleine strandlopers hadden we desondanks bestudeerd en af en toe hadden we er wel eentje gevonden die behoorlijk koud grijsbruin gekleurd was en helemaal geen lichte strepen op de rug leek te hebben, twee belangrijke aanwijzingen om grijze stralo in overweging te nemen, maar telkens waren ze afgeserveerd als vroeg naar winterkleed geruide kleine. Eén keer stond ik hoopvol een in mijn ogen goede kandidaat te bestuderen, overwegend grijsbruin zonder warme tinten en zonder lichte rugstrepen, misschien ook een beetje robuuster van bouw? Komt er een bij zitten die er precies zo uitziet. Twee grijze strandlopers, da’s wat teveel van het goede en als de ene het niet is, zal de andere er ook wel geen zijn. Van hoe je dan een grijze kunt herkennen, had ik intussen ondanks mijn studie gisteravond steeds minder idee. En niemand kon ‘m vinden. Nee, we geloofden het wel en vertrokken naar polder Waard en Nieuwland om daar vergeefs te gaan zoeken naar een roodpootvalk.

Maar toen die bevrijdende piep, die piep die ons al zo vaak bevrijd heeft hoewel even vaak in ellende gestort maar dit keer niet: ‘Grijze strandloper nog aanwezig, nu in beeld vanaf de Scheidingsweg’. We stappen weer in de auto en haasten ons terug naar de Callantsoogervaart. We kennen inmiddels de weg en twintig minuten later zijn we ter plaatse. En het speuren begint opnieuw. Weer wordt ons een vogel gewezen, en weer worden ons aanwijzingen toegereikt die ons moeten helpen de betreffende vogel in het vizier te krijgen. Tussen twee hoogspanningsmasten moeten we kijken, voor een stapel pallets van die boerderij daar achter. Nu loopt-ie naar rechts, nu staat-ie bij een plasje te poetsen. En op een of andere manier krijgt uiteindelijk iedereen de vogel in beeld. En hij zit helemaal niet ver weg. Eerst is men nog terughoudend maar al gauw is men overtuigd: dit is hem, dit is absoluut de grijze strandloper.
We zien een ‘kleine’ strandloper zonder lichte rugstrepen en vrijwel zonder warme gelige en rossige tinten, volledig grijsbruin van kleur. Maar daarvan hadden we er vanmorgen natuurlijk ook al wel een paar gezien. Waarom is dit dan wel de grijze? Het is lastig. Maar je moet zo’n vogel wel even de tijd gunnen om in te dalen, jezelf de tijd gunnen om ‘m te laten indalen. Als-ie steeds maar dichterbij komt, als-ie op zeker moment op amper tien meter afstand echt overweldigend mooi te zien is, dan begin je gaandeweg te zien hoe subtiel anders hij is. Wat gelijkmatiger getekend en wat minder contrastrijk dan ook de meest grijze kleine strandlopers. Een wat donkerder kop, een wat robuustere en ogenschijnlijk complete borstband, een iets hogere snavelbasis. En natuurlijk de webjes, de kleine restjes zwemvlies tussen de tenen. In het veld zijn ze niet te zien maar op een mooie foto van Toon wel: daar kan de CDNA straks niet omheen. Grijze strandloper in de pocket! Al gaat het daar uiteindelijk natuurlijk niet om. Dat ik grijze strandloper daadwerkelijk heb leren kennen, dat is wat telt. En al die krombekstrandlopers en kleine strandlopers en die grauwe franjepoten die we ook nog hadden vandaag, die waren mooi meegenomen. Een fijne bonus.

17 september 2023


Meer: Zwartkoprietzanger





Geen opmerkingen:

Een reactie posten