Ik vond het eindelijk tijd om ook eens naar de zwartkeellijster te gaan. Die zit al een paar weken in een buitenwijk in Coevorden maar had me tot nu toe nog niet weten te inspireren. Vorig jaar immers nog eentje in Scheemda en een dergelijke zeldzaamheid hoef ik niet ieder jaar. Maar goed, de foto’s waren fraai dus nu dan toch maar. Voor de zekerheid de vroegst mogelijke trein genomen, om 10 uur in Coevorden, want het kan een lastige vogel zijn en de afgelopen dagen is-ie vooral ‘s morgens gezien. Achteraf mocht ik me gelukkig prijzen met die beslissing. Ik was amper vijf minuten ter plaatse en daar was-ie al. Een tijdje mooi kunnen bekijken, terwijl hij foerageerde in het gras in de inmiddels bekende tuin, maar toen ik mijn telescoop had opgesteld om ‘m eens extra diep in de ogen te kijken, was-ie zoek. Zou zo wel weer tevoorschijn komen, stelden we enkele nieuwkomers gerust. Maar merels, mussen, koolmees, roeken in de buurt, maar alsmaar geen zwartkeellijster.
Je voelt op zo’n moment bijna hoe de dilemma’s zich manifesteren in de hoofden om je heen. Gaan of blijven? Maar hoe lang dan nog? Hoe langer je er al staat, hoe langer dat voor niks zou zijn geweest als je nu weggaat. En hoe langer je nog blijft, hoe langer dat voor niks zal zijn geweest op het moment dat je weggaat voor-ie weer is opgedoken. Het is een bijna wiskundige afweging, met mathematisch vast te stellen kosten- en batenverwachtingen. Daar kun je vast een mooie formule op loslaten. Nu wegwezen lijkt rationeel de beste optie, zegt mijn gevoel, maar waarschijnlijk zit-ie er dan binnen het kwartier weer. Al is daar natuurlijk geen enkel bewijs voor. De kloof tussen rationaliteit en gevoel groeit met de minuut.
Zelf verkeerde ik natuurlijk in een luxepositie. Ik had hem al. Maar ik wilde hem graag nog een keer, beter, door de telescoop. Zodat ik ook niet helemaal ontkwam aan dat dilemma. Heb je een keer mazzel, sta je toch nog uren te wachten. Om 12 uur ben ik toch maar iets anders gaan doen. De velden in aan de andere kant van Coevorden. Steenwijkermoer, Nieuwe Krim, Dalerpeel. Uitgestrekte akkers met verre bosranden, een enorme vlucht toendrarietganzen laag over me heen, in het veld een groepje wilde en kleine zwanen, en overal roeken. Ook een paar fraaie snippers hoogveen midden in de kale akkers, met berkenopslag rond vergeelde veenvegetaties. Zal een klus zijn om dat in stand te houden, tussen die kale, ongetwijfeld rijkelijk bemeste akkers. Maar wat een stilte nog hier! Het was genoeg om tegen mezelf te kunnen zeggen dat ik niet alleen voor die zwartkeellijster helemaal naar Coevorden was afgereisd. Al zou daar op zich wat mij betreft niks op tegen zijn geweest.
Waarna ik thuis vaststelde dat de vogel na mijn waarneming de hele dag niet meer is gezien. Degenen die meteen waren vertrokken, hadden dus het gelijk aan hun zijde gehad. Maar ja, dat wisten ze toen nog niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten