donderdag 21 februari 2019

Dwerggors aan de Hoogekampse plas

Een dwerggors houdt de gemoederen flink bezig, dezer dagen in de Utrechtse vogelaarsscene. Het verhaal begint als Hein Prinsen op vrijdag een dwerggors vindt in de bosjes naast de telpost. ‘Toen ik de vogel in telescoop wou zetten, vlogen ze op en vertrokken zwijgzaam hoogte winnend in NO richting’, schrijft hij op Waarneming.nl, en daarmee lijkt het verhaal meteen ook te eindigen. We kunnen rustig gaan slapen.
De volgende ochtend echter wordt op dezelfde plek toch weer een dwerggors gezien, ‘kort roepend in riet en wilgen naast fietspad, met rietgors naar overkant gevlogen’. Naar alle waarschijnlijkheid dezelfde vogel, want zoveel dwerggorzen hebben we meestal niet in Utrecht. Die heeft daar wellicht een slaapplekje. Als op zondagochtend exact hetzelfde gebeurt, zij het een kwartiertje vroeger, even voor 8 uur waardoor diverse mensen te laat zijn, is heel vogelend Utrecht gealarmeerd. Er slaapt inderdaad al enkele nachten een dwerggors langs de Hoogekampse plas. Mooie soort, waar dan ook en helemaal in je eigen omgeving.
Op maandagochtend waag ik zelf een poging. Met een stuk of tien man staan we te posten op de bewuste plek aan de noordwesthoek van de plas. Stralende zon, een koude wind over de plas en af en toe gefluister. Er wordt vooral gezwegen. Een passerende vrouw die luid navraag doet naar de reden van onze aanwezigheid, wordt tot stilte gemaand. De werkzaamheden op het schiereiland tegenover zorgen echter voor de nodige ruis, veel meer dan ons lief is. Het zou weleens lastiger kunnen worden dan de afgelopen paar dagen.
Maar precies zoals afgelopen dagen, je kunt er blijkbaar bijna de klok op gelijk zetten, vliegen even voor 8 uur twee gorsachtige vogels naar de overkant van de plas. Ik ben geloof ik de enige die er een hoort tikken en dat doet me bijna twijfelen. Ook dinsdag en woensdag wordt iets gezien dat sterk op de betreffende dwerggors lijkt: ‘kort voor 8 uur vlogen net als voorgaande dagen twee gorsachtige vogels vanuit het riet naar de overkant van de plas. Eén vogel was duidelijk kleiner dan de andere’.
Als enkele appgenoten laten weten dan een poging te willen wagen, sta ik donderdagochtend om kwart voor 8 opnieuw aan de Hoogekampse plas. Dit keer een half bedekte lucht met een schim van de zon laag boven de bosrand aan de overkant. Opnieuw koud. De witoogeend die ook al enkele dagen aanwezig is op de plas, zwemt mooi dichtbij tussen wat kuifeenden. Even voor 8 uur horen we een verdacht getik uit de bosjes op de oever van de plas. Het klinkt net even anders dan de roodborst die we ook af en toe horen tikken. En na enig speuren ontdekken we hem, scharrelend tussen de dichte takkenbossen. Er is ook een rietgors van de partij, precies zoals de afgelopen dagen al was geconstateerd, en af en toe kun je zomaar naar de verkeerde vogel kijken, maar soms is korte tijd de dwerggors heel aardig vrij zichtbaar en dat is overtuigend genoeg: een klein gorsje met een fijn snaveltje en mooi roodbruin wangetje. Bovendien klinkt nog altijd af en toe het karakteristieke getik uit het struikje. Dat duurt enige tijd en we hebben hem tot ons vertrek, tegen half 9, niet de plas over zien vliegen. Hij lijkt dit keer dus aan deze kant te blijven. Maar is desondanks de verdere dag niet meer teruggevonden. Wie weet morgen weer.

21 februari 2019


Meer uit het Utrechtse: Roze spreeuw

Geen opmerkingen:

Een reactie posten