donderdag 10 januari 2019

Tradities

Op het programma stond jaarwisseling op Vlieland, plus nog een paar dagen er achteraan natuurlijk. Tot ieders verbazing haalde iedereen de middagboot. Dus kwamen we gezamenlijk op Vlieland aan, haalden gezamenlijk de sleutel op bij de VVV, eigenden ons gezamenlijk ons tijdelijke onderkomen voor de komende dagen toe, midden in het dorp aan een zijstraatje van de Dorpsstraat, en deden gezamenlijk de boodschappen voor vanavond en morgen. Ook maakten we nog gezamenlijk een klein ommetje, over de Waddendijk achter het dorp en naar de vuurtoren. Meer Vlieland kun je je niet wensen tijdens je eerste uurtje op het eiland. De boot die alweer de veerdam achter zich laat. En mooie luchten: afwisseling van bleek blauw en blozende wolkenflarden en op het eind een mooie, vurige zonsondergang. ’s Nachts leerden we de Vlielandse oudejaarstraditie kennen: vanaf 12 uur zo lang mogelijk, met zoveel mogelijk mensen en met zo veel mogelijk lawaai (erg veel) op brommers en motoren rondjes rijden door het dorp. Brommers en motoren die waarschijnlijk grotendeels door huisvlijt in elkaar geknutseld zijn en 364 dagen per jaar zorgvuldig opgeborgen staan in een schuurtje of, zoals ik een keer zag op een ommetje door steegjes achter de tuintjes langs, liggen op een schuurdak. Het resultaat was oorverdovend en overweldigend in de anders zo rustieke Dorpsstraat.

De volgende ochtend leerden we de Vlielandse nieuwjaarstraditie kennen: de nieuwjaarsduik. Nou ja, die is natuurlijk niet exclusief Vlielands, elke badplaats heeft tegenwoordig wel zijn eigen nieuwjaarsduik. Hoe dan ook, het was wel een evenement: tientallen slechts in zwemkleding geklede mensen die op deze koude januaridag tussen een haagje van kleumende toeschouwers door naar zee renden om daar in de meeste gevallen heel even een teen in zee te steken en daarna gauw weer terug te rennen naar de warmte. Intussen bracht ik mijn eigen nieuwjaarstraditie in praktijk: het opbouwen van de nieuwe vogeljaarlijst. Kauwen in het dorp, tureluurs op het wad, wulpen, scholeksters, houtduif, merel: vlijtig sprokkelde ik mijn nieuwe jaarsoorten bij elkaar. Allemaal zonder fiets vandaag. Die hadden we nog niet nodig. Het oostelijk deel van het eiland is heel goed zonder te doen en is boeiend genoeg voor een dagje struinen. 's Morgens eerst alleen en daarna met Harriët langs het dorp, langs het wad, langs het Westerse veld en door de duinen naar zee. En 's middags eerst met zijn allen en daarna alleen de noordoosthoek gerond: de kade langs de Waddenzee, de jachthaven, de oostelijke duinstrook en langs het strand terug. Er stond een aardig windje, wat leidde tot een prachtige wilde zee met witte schuimkoppen onder mooie buienluchten met tussendoor af en toe zon, vanmorgen meer dan vanmiddag. Hoogtepunten vandaag waren een vrouw blauwe kiekendief, wat jan van genten over zee, een paar drieteenmeeuwen en in het laatste, inmiddels grijze middaglicht een vuurgoudhaan.

Het leven hangt van tradities aan elkaar. Woensdag weer een andere Vlielandse traditie meegemaakt: het jutten. Toen op het gehele strand van Vlieland (en dat van diverse andere eilanden) de inhoud van tientallen zeecontainers was aangespoeld, toog heel Vlieland aan het jutten en gingen op het eiland de gesprekken nergens anders meer over. En daar hebben we dan maar aan meegedaan. Heeft ons nog vier fijne fleecedekentjes opgeleverd en een winterjasje voor Gullie, a.k.a. Caligula, het huisschaap. Het was overigens een bizar en licht absurdistisch tafereel, dat strand kilometer na kilometer na kilometer bezaaid met honderden kuipstoeltjes en met jassen en met fleecedekentjes en allerlei andere rommel. We waren landelijk nieuws en dat heeft natuurlijk wel wat, dat je je in het oog van het wereldnieuws bevindt. In dat nieuws domineerde overigens de afschuw, de verontwaardiging over wat wij mensen de aarde, onze omgeving toch weer hebben aangedaan met onze mateloosheid, met onze tomeloze overvloed. (270 containers! waren overboord gevallen, meldden de journaals, en dan denk je, dat is de halve boot maar nee: er waren er nog zo’n 19 duizend over!) En als je de onafzienbare rommel, de massa prut op de stranden van Terschelling en Schiermonnikoog zag, was dat ook wel te begrijpen. De gevolgen voor natuur en milieu kunnen daar nog weleens hardnekkig zijn. Op Vlieland oogde het anders. Misschien was het niet helemaal zo maar zo zag het er wel uit: grotere objecten maar minder in aantal. Voor elke honderd snufjes en snuisterijtjes daar, de poetsdoekjes, de lapjes, de speelgoedschoentjes, de snippers plastic etcetera, hier één stoel. En dat is qua opruimen beter te behappen en maakt bovendien dat je je op dat strand, omringd door die honderden stoelen, in een openluchtmuseum voor hedendaagse kunst waant. Een vervreemdende ervaring.
Dit alles op de terugweg van onze gezamenlijke fietstocht naar het westen van het eiland. Posthuiswad, Kroonspolders, Posthuis, wie Vlieland kent, weet: het was weer een leuk tochtje, overigens zonder al te bijzondere vogels. Rosse grutto's, pijlstaarten, weer een blauwe kiekendief, slechtvalk, dat soort, en op zee een groep van zeker tweehonderd zwarte zee-eenden.
's Morgens nog een vergeefse poging gedaan tot zeetrek kijken. Teveel wind, teveel waaiend zand, teveel tranende ogen, ik was er binnen een kwartier weg. Daarna wel de stilte in het bos terwijl het 'buiten' zo tekeer ging.

Donderdag ... Wat was er donderdag ook alweer? ’s Morgens effe aan zee gestaan, wat niet veel opleverde. Beetje rondgefietst in het oosten: idem. Een paar van de containers gevonden waar de afgelopen dagen zoveel over te doen is geweest. Stonden gestald bij de jachthaven, gedeukt en gehavend. Een was er volkomen verkreukeld: toonbeeld van de enorme krachten die de zee kan ontketenen? 's Middags ook met zijn allen naar de containers wezen kijken. Daarna naar het Badhuis, op het strand aan het eind van de Badweg, voor ons dagelijkse lekkers. En in mijn eentje een rondje gemaakt door de duinen, de woeste en tomeloze duinen waardoorheen zich in vloeiende lijnen het fietspad slingert, en langs het wad, wat weer leuk was, mooi en heerlijk rustig, ik kwam geen mens tegen, maar (alweer) niet veel opleverde.

En toen was het alweer de dag van vertrek. Opruimen, inpakken en een beetje schoonmaken. Het huisje achter ons gelaten en de sleutels ingeleverd, zodat het definitief ons huisje niet meer was. Altijd een beetje een triest moment: niet meer ons toevluchtsoord, niet meer ons baken van rust en beslotenheid temidden van de getijden op en rond het eiland en daarbuiten. Later vanmiddag liepen we nog even door het straatje en daar stond het huisje, De Steenloper, Betzy Akerslootglop 7, Vlieland, nu we er weg zijn kan ik het wel verklappen: de deur gesloten, geen licht achter de ramen, nee, ons huisje was het niet meer.
De overige tijd aan Vlieland besteed. Beetje lummelen in en om het dorp. En op expeditie met de Vliehorsexpress: met grote, half open vrachtwagen naar de uiterste westpunt van het eiland. Het was de perfecte afsluiting van ons midweekje Vlieland. Die uitgestrektheid, die ongereptheid om je heen, naakt, leeg, nog (of weer?) geheel verschoond van elke menselijke bezoedeling. Zand zo ver je kijken kon. Nou ja, niet alleen maar zand natuurlijk, altijd is er ook een verte en zoals overal in Nederland was er iets in de verte: een baken dat eruit zag als een ufo, een strandvondershuisje, de vuurtoren van Texel. Eerst ver weg, maar op het eind stonden we pal tegenover ons huidige buureiland en stond de Eierlandse vuurtoren bijna op een steenworp van ons vandaan. Grijze zeehonden bijna op aaiafstand, al werd aaien ons ten stelligste ontraden. Dat lieten ze trouwens ook niet toe.
Tenslotte nog wat lummelen in het dorp en de vijf uur-boot terug. Het nieuwe jaar tegemoet.

4 januari 2019


Meer lezen: 2090
Meer Vlieland: Deception tours











Geen opmerkingen:

Een reactie posten