Ik lees in Koos van Zomerens ‘Naar de Natuur’. Daarin onder andere een betoog over mens en natuur, waarin hij vooral Rob Bijlsma aan het woord laat. Een paar citaten maken duidelijk hoe Bijlsma erover denkt. ‘Je moet geen compassie hebben met de mensen maar met de natuur. Natuurgebieden zijn er voor de dieren, mensen moet je daar weren.’ ‘… dat mensen uit natuurgebieden geweerd moeten worden, omdat de natuur het uitgangspunt moet zijn.’ Maar het ideale natuurgebied is dan zeker ook afgesloten voor Rob Bijlsma? ‘Nee,’ zegt hij zonder de minste gêne. ‘Ik mag daar komen. Ik doe er wat mee.’
Compassie met de natuur. Met welke natuur? vraag ik me dan meteen af. Met, om maar wat te noemen, het vossenjong of met het gruttokuiken? Met de leeuw of met de antilope? Want compassie is toch iets individueels? Je hebt toch geen compassie met een abstract begrip, met een theoretisch concept?
Een steriel standpunt, noemt Van Zomeren de visie van Bijlsma. ‘Je kunt je in Nederland geen natuurbescherming meer voorstellen zonder gebruik van publieke middelen, en ja, het woord zegt het al, publieke middelen.’
Het is het pragmatische standpunt dat Koos van Zomeren hier vertolkt: zonder publieke steun, zonder draagvlak geen natuurbescherming, geen natuur. En hoe creëer je dat draagvlak? Duidelijk, punt gemaakt.
Mijn bezwaar tegen de houding van Bijlsma gaat verder.
Waarom zouden we eigenlijk iets met natuur? Waarom willen we überhaupt draagvlak creëren? Waarom laten we het er niet gewoon bij? Hup, asfalteren die zooi!
Omdat natuur waarde heeft, misschien?
Maar voor wie heeft natuur dan waarde?
Voor ‘De Natuur’ zelf? Voor dat abstracte begrip, dat theoretische concept? ‘De natuur’ heeft geen mening. ‘De natuur’ heeft geen gevoel. ‘De natuur’ kan geen waarde aan iets toekennen. Voor ‘De Natuur’ maakt het niks uit of zij er een is met orchideeën en paapjes, of een met raaigras en nijlganzen.
Ja, dieren, voor dieren heeft de natuur waarde. Vanzelfsprekend. Voor een vos bijvoorbeeld heeft een polder vol jonge grutto’s grote waarde. Die jonge grutto’s zullen dan weer minder waarde hechten aan een polder vol met vossen. Allebei natuur: tegenstrijdige belangen, daar kunnen we niks mee. Wat moet je met je compassie met de natuur? Is dat compassie met de vos? Of met de grutto?
Dan blijft de mens over. De mens kan genieten van de natuur. De mens kan plezier beleven aan de natuur. Ik noem maar wat. En dat is precies wat ik zo node mis in het standpunt van Rob Bijlsma. Waar is de lol gebleven? Waar is het plezier gebleven dat we zouden kunnen hebben in de natuur? Het is allemaal zo streng, zo ouderwets calvinistisch. Natuur is leuk mensen, natuur is mooi, aan natuur kun je enorm veel plezier beleven. Natuurlijk weet ik ook wel dat er heel veel gruwelijks plaatsvindt in de natuur, dat het romantische beeld dat veel mensen van de natuur hebben, ver van de realiteit af staat. Maar juist daarom: waarom zouden we dan ons best moeten doen om die natuur te beschermen, te behouden, als het niet is omdat ze zo mooi kan zijn, omdat we er zo van kunnen genieten?
De natuur waar Rob Bijlsma zich druk om maakt, de natuur die Rob Bijlsma waardevol vindt, en Koos van Zomeren, en ik, heeft geen enkele waarde als er geen mensen zijn als Rob Bijlsma, Koos van Zomeren en ik en hopelijk nog vele anderen, die het die waarde toekennen. Dan kon het net zo goed raaigras en nijlganzen zijn in plaats van orchideeën en paapjes, niemand die het verschil merkt. En als die mensen onvoldoende de gelegenheid krijgen (of nemen) om die waarde te onderkennen, om van die natuur te genieten, dan verliest die natuur haar waarde. En dan ben je gauw uitgepraat. Kun je wel prachtige, zeldzame en kwetsbare natuur creëren, kun je wel je best doen om iets waardevols in stand te houden, maar wat schiet je ermee op als er niemand gaat kijken? Als niemand er lol aan beleeft? Wie zou dan die waarde moeten toekennen, als de mensen het niet doen? Wie zou de natuur mooi kunnen vinden, wie zou van de natuur kunnen genieten, als de mens dat niet doet? Aan een vos of aan een grutto hoef je niet te vragen hoe mooi ze de natuur vinden. Die zijn vooral geïnteresseerd in elkaar, als lekker hapje, of als gevaarlijke kuikendief.
17 februari 2012
Niet bij vogels alleen: Knooppunten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten