De wind was hard, de
golven hoog en veel ging schuil in golfdalen of elders waar wij geen weet van
hadden. We hadden het ons gemakkelijker voorgesteld. Geregeld ontdekten we een
beest dat ons tot dan volledig ontgaan was. Zo zat er ineens een man eider die
we al die tijd over het hoofd hadden gezien: toch niet een type waarbij dat
gemakkelijk is. De zwarte zeekoet vonden we pas toen een Belgische vogelaar ons
had geantwoord: ‘The black guillemot’, in een pokdalig soort Engels zoals
alleen Franstaligen dat kunnen uitspreken, ‘maar die zit een klein stukje
terug, maar een paar meter uit de kant!’ en hij wees waar wij zojuist nog
hadden staan zoeken.
Eenmaal daar terug na
even zoeken inderdaad: zwarte zeekoet. En inderdaad: maar een paar meter uit de
kant. Veel duikend, af en toe schuilgaand in een golfdal, maar tussendoor
steeds fraai te zien, onder andere samen met zeekoet en kuifduiker, al even
dichtbij, en op de achtergrond roodkeelduiker.
Zwarte zeekoet langs de
Brouwersdam: je moet natuurlijk niet denken dat het enige relevantie heeft. Dat
het iets zegt over de staat van de natuur in Nederland, of over de verhouding
van de mens tot die natuur, zo’n eenzame vreemdeling verdwaald in Nederlandse
wateren. Afval is het, een toevallige afwijking van het gangbare. Maar wel
leuk.
Je reinste escapisme: de
eurocrisis staat op springen, een onomkeerbare milieucrisis lijkt nabij, Ajax
uit de Champions League, je wordt een beetje immuun voor dergelijke
onheilsboodschappen. Doe mij dan maar een zwarte zeekoet langs de Brouwersdam.
Een momentje om alle somberte weer even van je af te schudden en te bedenken:
het leven is mooi! Als we dat maar vaak genoeg doen, als we gewoon ophouden
somber te zijn, gaat die somberheid misschien vanzelf over. Vroeger had je een
poster: ‘Stel je voor, het is oorlog, en niemand gaat er naartoe’. Misschien is
het tijd voor een nieuwe variant: ‘Stel je voor, het is crisis, en niemand doet
eraan mee.’
6 december 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten