En zo stappen we dan 2012 binnen: doemjaar, rampjaar, jaar
van de horrorwinter, van de eurocrisis, van de ineenstorting van Europa, het
einde van de beschaving zoals we die kennen. Een jaar dat ons niets goeds te
bieden heeft, dat ons alleen maar ellende zal brengen, dat ons terug zal
brengen naar de middeleeuwen, wat zeg ik? Naar het stenen tijdperk! Je wilt het
tegenhouden, blijven hangen in het heerlijke 2011 met zijn langstaartklauwier
en woestijnplevier, wat zeg ik? Zomerkleed kaspische plevier! Met zijn
hooggebergte in Italië, zijn heerlijke zomerachtige lente en zijn heerlijke
lenteachtige herfst. Maar je houdt het niet tegen, tijd wacht op niemand en op
een dag is het 2012. En schoorvoetend zet je je eerste schreden in dat
verdoemde jaar, ja, je moet wel, en angstig kijk je om je heen, bang ieder
moment getroffen te worden door een ramp. Bang de samenleving als geheel en die
van mezelf in het bijzonder voor je ogen te zien verkruimelen. Bang de deur uit
te stappen en te ontdekken dat de huizen en de straten weg zijn, de winkels
verdwenen, de pinautomaten nog slechts hoopjes verwrongen staal.
Maar dan stap je op 1 januari de deur uit en hé, om te
beginnen is er helemaal geen horrorwinter! Je zou haast wel zonder jas kunnen.
En de huizen en de straten zijn er nog gewoon, alsof er niks aan de hand is.
Zelfs de treinen rijden. Op tijd nog wel!
Dus ik neem de trein, voor het te laat is, en reis naar
Gouda Goverwelle. Daar is het grijs, dat dan weer wel, en meest miezerig. Op
het vouwfietsje door de Goudse Hout verzamel ik de nieuwe jaarsoorten,
boomkruiper, blauwe reiger, ja, pas 1 januari immers. In de Reeuwijkse plassen
volgen onder andere kuifeend, fazant en krakeend. Ik bereik de surfplas en
betreed het uitzichtplateautje: tafeleenden, kuifeenden, diverse dodaarzen en
verder weg duizenden smienten. Tussen de nabije kuifeenden ontdek ik twee rosse
stekelstaarten. Maar van de witkopeend vooralsnog geen spoor. Kijk, heb je ’t
al: 2012!
Akkoord, wel mooi de witoogeend die hier ook rondhangt. Hij
zat dichtbij, bij en soms zelfs op een eilandje zodat beide poten zichtbaar
waren. Ik kon geen ring ontdekken.
We zoeken het verderop. (We, want we zijn natuurlijk met
meerderen. Waar vind je in Nederland nog een zeldzame vogel waar géén vogelaars
naar op zoek zijn? Die zul je zelf moeten ontdekken.) Verderop is een
uitkijkscherm met zicht op duizenden smienten. Op een stel meeuwen, twee ponten
worden me aangewezen. Op brilduiker, slobeend en pijlstaart, allemaal nieuwe
jaarsoorten. En warempel: op witkopeend! Toch nog witkopeend. En na een tijdje
wordt-ie ook nog gezellig actief. Kop uit de veren, snavel zichtbaar, met dikke
bobbel: het beste kenmerk om ‘m van rosse stekelstaart te onderscheiden.
Uiteindelijk vliegt-ie op en vertrekt richting zijn oude plek.
Het was een mooi begin van het nieuwe jaar. Misschien, heel
misschien zal het met dit rampjaar ook verder nog wel meevallen. Gelukkig
nieuwjaar iedereen.
1 januari 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten