En toen we net buiten Ouarzazate stopten voor een bel van zowat honderd ooievaars, kregen we er een huisgierzwaluw en een roodstuitzwaluw tussen de (gier)zwaluwen, een jagende grijze wouw, een vlucht van wel veertig bijeneters en een verre dwergarend bij cadeau. En weer verder.
Een bliksemstart dus, maar daarna werd het allemaal wat tam. Een laatste poging tot rouwtapuit, in de ons inmiddels bekende steenwoestijn ten westen van Ouarzazate, leidde slechts tot woestijnleeuwerik en dat is inmiddels ook al geen soort meer die ons een omweg waard is. Een stop bij een riviertje oogde weliswaar leuk maar bracht ons niet meer dan waterhoen en oeverzwaluw, onze lunchplek, een tocht door prachtig bergland verder, bevond zich op een tamelijk saaie hoogvlakte en een grotendeels uitgedroogde rivierbedding een half uur verderop was duidelijk de verkeerde plek.
Maar tenslotte was het op onze laatste stop weer raak. En hoe! Steile rotsen boven ons, een grotendeels droge rivierbedding met stroompje en wat moerasvegetatie onder ons, volop bosjes om ons heen, zingende grauwe buulbuuls, echte rotsduiven en op de rotsen fraai blauwe rotslijster en zwarte tapuit. Het was een geweldige plek! We wilden net weer omkeren toen een havikarend verscheen. De kers op de taart en misschien wel de soort van de dag (maar je moet altijd voorzichtig zijn met dergelijke claims hier in Marokko). En toen we eindelijk op hem uitgekeken waren, waren daar nog een roodkopklauwier, een bergfluiter en een atlasvink, alle drie ook al prachtig.
Nu dus in een nieuw hotel, bij Taroudant. Sjiek, met prachtige kamers maar met lauw water, met een sprookjesachtig tuinencomplex en met in de schemer heel sporadisch zingende moorse nachtzwaluw. De lifer van de dag (en de eerste sinds de babbelaars twee dagen terug!), want een geluid dat ik nog nooit gehoord had. Kun je natuurlijk zeggen: jammer dat ik hem niet te zien kreeg, maar op dat moment bestond daar die moorse nachtzwaluw, daar in de duisternis buiten en in die positie had ik me nooit eerder bevonden. Het maakte de tuin nog magischer, nog paradijselijker dan die toch al was.
Toen we na een overvloedig avondmaal met zijn allen buiten gingen luisteren, was-ie stil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten