De woestijn, die wondere wereld van zand, heel veel zand, en van palmbomen en kamelen (hier dromedarissen om precies te zijn, en laten we het vooral niet mooier maken dan het is: het is hier gewoon vee), die ogenschijnlijk levenloze wereld die zoveel meer leven bevat dan je gedacht had, die woestijn sloeg meteen genadeloos toe. Vanaf het allereerste begin was vandaag een buitengewone dag met de ene droomsoort na de andere en ik ga hier dan ook alleen heel saai lyrisch en euforisch zitten wezen. Dat begon al toen ik op de vroege ochtend in mijn eentje een ommetje maakte door de halfwoestijn voor de deur van ons hotel. Van nabij hoorde ik daar een geluidje, zo vreemd dat ik twijfelde of het wel van een vogel of zelfs überhaupt van dierlijke oorsprong was. Leek wel een speeltje uit de speelgoedwinkel, maar hier midden in de woestijn? Achteraf bleek het zang van woestijnvink te zijn, luister maar na, dan begrijp je wat ik bedoel. De eerste lifer van de dag. Want kort daarna zat-ie daar ineens op de rand van een brokkelig stuk grijszwarte rots: knalrode snavel, rossige buik en dikkig, bruinig tot grijzig lijf. En vlak daarna ook nog eens vlakbij een prachtige witbandleeuwerik die speciaal voor mij zo leek het wel, de vleugels spreidde zodat het opvallende zwartwitte vleugelpatroon prachtig zichtbaar was. En tijdens het wachten op de bestelde landrovers vloog een groep van zo'n dertig sahelzandhoenders over, de tweede lifer van de dag, al moest die natuurlijk nog wel een beetje beter.
Alles als opmaat naar de tocht met de lokale gids met landrovers dwars door de woestijn waar we ons allemaal zo enorm op hadden verheugd. En die werd, precies zoals we gehoopt hadden, één lange euforische belevenis. Goudkleurige zandduinen in al hun sierlijke, ronde vormen, sommige tientallen meters hoog, vormden daarbij het onvergetelijke en zinnenprikkelende decor. Zinnenprikkelend inderdaad: ik zal toch niet de enige man zijn die daar erotiserende associaties bij had, van talloze vrouwenborsten groot en klein die in vele vormen uit de woestijnbodem verrezen? Alles soms doorspekt met schaarse en karige struikjes en soms ook helemaal niet. Af en toe een groep palmbomen, af en toe een stel dromedarissen: het was alsof je je in een sprookje bevond.
De woestijn in vijf stops:
De eerste stop: de drinkplaats voor zandhoenders. Het was een poeltje van niks, amper enkele vierkante meters, maar we zagen er diverse groepen kroonzandhoenders, de derde lifer van de dag, en één groep sahelzandhoenders, de gewenste verbeterwaarneming, want allemaal vanuit de auto prachtig dichtbij, in processie achter elkaar aan schuifelend door het zand. Totdat een lannervalk verscheen en de laatste aanwezige zandhoenders er subiet vandoor gingen. Maar toen zat daar dus die lannervalk waakzaam om zich heen te kijken, al even dichtbij als zojuist de zandhoenders.
De tweede stop was bedoeld voor woestijngrasmus. In het door die soort gewenste biotoop, lage, schaars begroeide duintjes met verspreidde stekelbosjes (leek werkelijk in niets op de polder bij Alphen aan den Rijn destijds), konden we echter slechts een baardgrasmus vinden. Maar even verderop, op weg naar de derde stop, wel twee fraaie rosse woestijnleeuweriken en een fantastische witbandleeuwerik en witbandleeuwerik is van de vele leeuweriken in Marokko toch wel het topstuk, vind ik, zeker als-ie gaat zingen. Want zang van witbandleeuwerik, dat is pure magie. Zachtjes klonken van verderop zijn ijle, bijna onwerkelijke tonen. Luister maar na, dan begrijp je wat ik bedoel.
De derde stop: een kleine Berbernederzetting met een paar tenten, wat fruitbomen en een kaal akkertje. Drie zwarte wouwen vlogen over en die stralen altijd iets arendachtigs uit vind ik, maar het ging hier om woestijnmussen, een gebleekte versie van onze huismus, en we moesten even zoeken maar toen lieten ook die zich prachtig zien. De vierde lifer van de dag. En de gebeurtenissen volgden elkaar weer eens in hoog tempo op. In een stukje duinland achter de nederzetting gingen we op zoek naar atlasgrasmus en warempel: met succes. De vijfde lifer van de dag. Enige tijd joegen er drie groene bijeneters en lagerop zagen we een kuifleeuwerik met een snavel als uit een striptekening, zo lang. Kon niet missen: dit was de illustere langsnavelkuifleeuwerik, sinds kort als aparte soort afgesplitst van de gewone kuifleeuwerik. De zesde lifer van de dag dus. Kleine zwartkop, geregeld prachtige woestijntapuiten en witkruintapuiten, bruinnekraven, ze worden rap gewoner maar ik moet ze toch even noemen.
Onder een ook vandaag af en toe wat grijze lucht gingen we op zoek naar de vierde stop. Af en toe vielen er wat spetters, enige tijd viel er zelfs een behoorlijk stevige bui en in de verte rommelde een donderklap. Dan maak je nog eens wat mee: regen in de woestijn!
Tijdens onze vierde stop was het weer droog. We bereikten die nadat onze eigen lokale gids bij een onooglijk schuurtje een oude Berber met hoofddoek en versleten gewaad had opgepikt die blijkbaar de ultra-lokale gids was want met vaste hand leidde hij ons door de karige vegetatie naar juist die ene plek in de onafzienbare woestijn om ons heen waar in het zand tussen de karige vegetatie twee egyptische nachtzwaluwen lagen te slapen! Wow, wat een droomsoort weer. Roerloos lagen ze in het zanderige lage duinterrein. En wat een schutkleur! Op amper tien meter zaten ze, maar ze moesten ze voor ons in de scoop zetten en dan nog was het hard zoeken voor je door had wat wat was. Maar dan had je ook wat: prachtige egyptische nachtzwaluw beeldvullend in de scoop. De zevende lifer van de dag.
De vijfde stop, de laatste voor de lunch: opnieuw afrikaanse woestijngrasmus. Een tweede poging en die lukte wel. Na flink tapen kwam-ie tevoorschijn, bewoog zich geleidelijk om ons heen en liet zich daarbij geregeld prachtig zien, al had-ie heel wat meer moeite gekost dan destijds in Alphen aan den Rijn. Het is ook al zo’n bleek, blond gekleurd vogeltje, zoals zoveel soorten met het voorvoegsel ‘woestijn’. Daar zal wel een reden voor zijn.
Waarna het eindelijk tijd was voor een uitgebreide en heerlijke lunch in het wereldse Rissani. Het contrast met zojuist was enorm. In een druk en gezellig restaurant genoten we van een overvloedige warme maaltijd die ons diner van vanavond bijna overbodig maakte en na afloop keken we vanaf het dakterras uit over het stadje en omgeving.
Na de lunch nog op zoek geweest naar barbarijse valk. Het was een prachtige plek met indrukwekkende rotspartijen die oprezen uit het woestijnzand, maar valk liet zich niet zien. Ach, er moet ook af en toe iets mislukken natuurlijk. Om ons hongerig te houden.
Alles als opmaat naar de tocht met de lokale gids met landrovers dwars door de woestijn waar we ons allemaal zo enorm op hadden verheugd. En die werd, precies zoals we gehoopt hadden, één lange euforische belevenis. Goudkleurige zandduinen in al hun sierlijke, ronde vormen, sommige tientallen meters hoog, vormden daarbij het onvergetelijke en zinnenprikkelende decor. Zinnenprikkelend inderdaad: ik zal toch niet de enige man zijn die daar erotiserende associaties bij had, van talloze vrouwenborsten groot en klein die in vele vormen uit de woestijnbodem verrezen? Alles soms doorspekt met schaarse en karige struikjes en soms ook helemaal niet. Af en toe een groep palmbomen, af en toe een stel dromedarissen: het was alsof je je in een sprookje bevond.
De woestijn in vijf stops:
De eerste stop: de drinkplaats voor zandhoenders. Het was een poeltje van niks, amper enkele vierkante meters, maar we zagen er diverse groepen kroonzandhoenders, de derde lifer van de dag, en één groep sahelzandhoenders, de gewenste verbeterwaarneming, want allemaal vanuit de auto prachtig dichtbij, in processie achter elkaar aan schuifelend door het zand. Totdat een lannervalk verscheen en de laatste aanwezige zandhoenders er subiet vandoor gingen. Maar toen zat daar dus die lannervalk waakzaam om zich heen te kijken, al even dichtbij als zojuist de zandhoenders.
De tweede stop was bedoeld voor woestijngrasmus. In het door die soort gewenste biotoop, lage, schaars begroeide duintjes met verspreidde stekelbosjes (leek werkelijk in niets op de polder bij Alphen aan den Rijn destijds), konden we echter slechts een baardgrasmus vinden. Maar even verderop, op weg naar de derde stop, wel twee fraaie rosse woestijnleeuweriken en een fantastische witbandleeuwerik en witbandleeuwerik is van de vele leeuweriken in Marokko toch wel het topstuk, vind ik, zeker als-ie gaat zingen. Want zang van witbandleeuwerik, dat is pure magie. Zachtjes klonken van verderop zijn ijle, bijna onwerkelijke tonen. Luister maar na, dan begrijp je wat ik bedoel.
De derde stop: een kleine Berbernederzetting met een paar tenten, wat fruitbomen en een kaal akkertje. Drie zwarte wouwen vlogen over en die stralen altijd iets arendachtigs uit vind ik, maar het ging hier om woestijnmussen, een gebleekte versie van onze huismus, en we moesten even zoeken maar toen lieten ook die zich prachtig zien. De vierde lifer van de dag. En de gebeurtenissen volgden elkaar weer eens in hoog tempo op. In een stukje duinland achter de nederzetting gingen we op zoek naar atlasgrasmus en warempel: met succes. De vijfde lifer van de dag. Enige tijd joegen er drie groene bijeneters en lagerop zagen we een kuifleeuwerik met een snavel als uit een striptekening, zo lang. Kon niet missen: dit was de illustere langsnavelkuifleeuwerik, sinds kort als aparte soort afgesplitst van de gewone kuifleeuwerik. De zesde lifer van de dag dus. Kleine zwartkop, geregeld prachtige woestijntapuiten en witkruintapuiten, bruinnekraven, ze worden rap gewoner maar ik moet ze toch even noemen.
Onder een ook vandaag af en toe wat grijze lucht gingen we op zoek naar de vierde stop. Af en toe vielen er wat spetters, enige tijd viel er zelfs een behoorlijk stevige bui en in de verte rommelde een donderklap. Dan maak je nog eens wat mee: regen in de woestijn!
Tijdens onze vierde stop was het weer droog. We bereikten die nadat onze eigen lokale gids bij een onooglijk schuurtje een oude Berber met hoofddoek en versleten gewaad had opgepikt die blijkbaar de ultra-lokale gids was want met vaste hand leidde hij ons door de karige vegetatie naar juist die ene plek in de onafzienbare woestijn om ons heen waar in het zand tussen de karige vegetatie twee egyptische nachtzwaluwen lagen te slapen! Wow, wat een droomsoort weer. Roerloos lagen ze in het zanderige lage duinterrein. En wat een schutkleur! Op amper tien meter zaten ze, maar ze moesten ze voor ons in de scoop zetten en dan nog was het hard zoeken voor je door had wat wat was. Maar dan had je ook wat: prachtige egyptische nachtzwaluw beeldvullend in de scoop. De zevende lifer van de dag.
De vijfde stop, de laatste voor de lunch: opnieuw afrikaanse woestijngrasmus. Een tweede poging en die lukte wel. Na flink tapen kwam-ie tevoorschijn, bewoog zich geleidelijk om ons heen en liet zich daarbij geregeld prachtig zien, al had-ie heel wat meer moeite gekost dan destijds in Alphen aan den Rijn. Het is ook al zo’n bleek, blond gekleurd vogeltje, zoals zoveel soorten met het voorvoegsel ‘woestijn’. Daar zal wel een reden voor zijn.
Waarna het eindelijk tijd was voor een uitgebreide en heerlijke lunch in het wereldse Rissani. Het contrast met zojuist was enorm. In een druk en gezellig restaurant genoten we van een overvloedige warme maaltijd die ons diner van vanavond bijna overbodig maakte en na afloop keken we vanaf het dakterras uit over het stadje en omgeving.
Na de lunch nog op zoek geweest naar barbarijse valk. Het was een prachtige plek met indrukwekkende rotspartijen die oprezen uit het woestijnzand, maar valk liet zich niet zien. Ach, er moet ook af en toe iets mislukken natuurlijk. Om ons hongerig te houden.
Fraai verslag; niet slechts de lijstjes zoals zo vaak, maar de couleur locale, de beschrijving van de ruimte, de veranderende landschappen zoals woestijnen, oases, rivierbeddingen, de reis op zichzelf, de lunches, de hotels etc. Een verslag als een handleiding. En, bovendien verwijzing naar bijzondere vogelzang c.q. roep; dat zie je niet zo vaak in verslagen.
BeantwoordenVerwijderenHet inderdaad bizarre geluid van de Woestijnvink (uit welke feestartikelenwinkel is die weggelopen?) kun je invoegen vanuit XenoCanto; bijv. https://youtu.be/e6qgGvD7idI
Excuus Guus, de link naar het trompettergeluid van XenoCanto van de Woestijnvink moet zijn natuurlijk c.q. bij voorbeeld https://xeno-canto.org/help/embed/164199
BeantwoordenVerwijderen