dinsdag 3 september 2019

Naar Mull

Oban had nog een leuke verrassing in petto: vlak voor de kade nabij de kathedraal op het water wel 17 zwarte zeekoeten! Vlak onder mijn neus. En zwarte zeekoet, dat is een soort waar je als vogelaar mee thuis kunt komen. Zeldzaam in Nederland; in Schotland blijkbaar niet.
Daarna met onze schare aan kids, aan knuffelbeesten en fabeldieren, monsters en goedlachs fruit of groente en wat dies meer zij, verkast naar de eilanden. De overtocht naar Mull was regenachtig maar toch de moeite waard, met zicht op bergachtige kusten en eilanden rondom, en leverde ook alvast wat zeevogels op: jan van genten, drieteenmeeuwen en een paar kuifaalscholvers. Daarna een soort herhaling van gisteren: fantastische bustocht, dwars over Mull dit keer, waarbij we echt het eiland hebben gezien, het Mull van de reisboeken en de vakantiefolders, met immense half kale hoogtes en natte laagtes en diepe zeearmen, om uiteindelijk, op Suidhefarm in het verre en verlaten westen, dat eiland te betreden. Het is hier een fantastische plek. Uitzicht vanuit ons huisje naar alle kanten in de oneindigheid van Mull. Op golvende, half verwilderde graslanden met schapen en met graspiepers. Vooral op het uitzicht op de berg achter het beneden aan de baai gelegen Bunessan, een torenhoog steil klif met daarna een glooiende hoogte, raak je niet uitgekeken.
Soort van de dag? Die zwarte zeekoeten natuurlijk.


11 augustus 2019


12 augustus








Geen opmerkingen:

Een reactie posten