Eigenlijk zijn dat toch de mooiste: dat je ’s morgens nog niet weet waar je ’s middags zal belanden. Dat iedereen, inclusief ikzelf, aanneemt dat je die dag op je werk zult zijn, op kantoor, achter je bureau, starend naar de getalletjes op de computer en af en toe een gestolen momentje meepikkend om via internet iets mee te beleven van wat anderen allemaal voor moois meemaken terwijl jij zelf ... En dat je jezelf vervolgens terugvindt in de duinen van Castricum, genietend van een zeldzaamheid waar je nooit van had durven dromen.
Eerlijk gezegd dacht ik, in de trein naar Castricum, niet dat ik vanavond werkelijk thuis zou komen met een groene bijeneter op zak. Dat kon toch niet? Zo’n soort? Dat zou te mooi zijn. Ik kon eigenlijk beter thuisblijven, om mezelf de teleurstelling te besparen. Maar ja, plaats delict, gelegenheid en motief natuurlijk (motief? Wat is nou eigenlijk het motief?): ik was hoofdverdachte, dat kon niet anders. Ik moest wel gaan, daar was geen ontkomen aan, want een melding van een groene bijeneter bij Castricum, prima bereikbaar met trein en fiets, terwijl ik alles wat ik vanmiddag doen moest evengoed morgen doen kon, nou ja wat er allemaal niet door je hoofd spookt zo’n uurtje in de trein op weg naar wat hopelijk toch de twitch van het jaar gaat worden ... Want wat een droomsoort!
Een haastige fietstocht bracht me vlot bij de juiste duiningang, waarna de plek eenvoudig te vinden was aan de hand van de oprukkende stroom vogelaars en ter plaatse de menigte langs het pad die vertwijfeld probeerde de vogel in beeld te krijgen. Het was zo druk dat je bijna niet anders kon dan voor elkaars telescoop gaan staan. Veel meer dan elkaars ruggen en achterhoofden kregen we sowieso niet te zien, voorlopig, want de vogel was uit, of op zijn best ternauwernood in beeld. Vele aanwijzingen over een struikje hier en een berkje daarachter waarin de vogel af en toe misschien net even een stukje zichtbaar zou zijn, het mocht niet baten.
Maar toen ging de vogel vliegen: groene bijeneter in de tas!
Dan past nog slechts zwijgen. Niets ter wereld, geen woorden, niet de meest poëtische volzinnen kunnen rechtdoen aan dit wereldwonder. Want van alle droomsoorten is groene bijeneter misschien wel de mooiste. Een soort sprookjesvogel, een oriëntaalse schone getooid in talloze kleuren groen, een beetje blauw en wat subtiele snufjes oranje. Deze staat (of stond!) hoog op het verlanglijstje van vrijwel elke vogelaar. De laatste twitchbare was alweer minstens twee generaties geleden. Maar daar vloog hij, voor onze ogen, ging in een kaal boompje zitten, ondernam af en toe een voedselvlucht naar een passerende libel en keerde telkens terug in hetzelfde kale boompje. Door de kijker mooi te zien. Maar door de telescoop … Dank dan ook aan diegenen bij wie ik even mocht kijken, want de mijne was ik in de haast maar niet gaan ophalen.
En dat was maar goed ook: had ik dat wel gedaan, dan had ik ‘m waarschijnlijk gemist. Want na een half uurtje of zo vloog de vogel, luid roepend, hoog en steeds hoger op en verdween uiteindelijk naar het zuidwesten. Enkele vogelaars die op dat moment aan kwamen lopen, konden nog net een stipje hoog in de lucht zien verdwijnen. Of zelfs dat niet meer. Te laat! ‘Ach, het is maar een vogel’, zou je tegen zo iemand kunnen zeggen. Maar beter van niet, want het komt nooit meer goed tussen jullie.
Dus toch! dacht ik ook nog. Het was het perfecte medicijn tegen mijn PVD*.
Tenslotte mag die visarend niet onvermeld blijven want een visarend mag nooit onvermeld blijven. Zeker deze niet want dit was een van mijn mooiste visarenden ooit. Kwam aanvliegen toen we nog stonden te wachten tot de bijeneter zich wilde vertonen. Zat daarna zowat een uur lang fraai boven in een kale boom vergeefs te hengelen naar onze aandacht. En cirkelde op de terugweg nog enige tijd prachtig laag boven me. Voor sommigen een hele schrale troost, voor anderen een prachtige bonus.
16 augustus 2010
* Post Vakantie Depressie
Meer: ENCI-groeve
Geen opmerkingen:
Een reactie posten