donderdag 5 juli 2012

351: Een koopje

Voor slechts € 9,95 bij de Kruidvat naar het uiterste noordoosten van Groningen. Naar Nieuweschans: verder kun je niet in Nederland. Zodat ik met een waterig zonnetje, een zwak oostenwindje en wat vluchten ganzen door de lucht, door de bijna spreekwoordelijke platheid, de aangrijpende leegte van Noordoost Groningen fietste. De Lange Leegte: kale akkers, verlaten velden, populieren aan de horizon, een paar kraaien in het land, wat kieviten, twee witgatjes opvliegend uit een slootkant. Om uiteindelijk te belanden aan de rafelrand van Nederland: op de dijk langs de Dollardkwelder. Vaalgele wildernissen, modderige sloten, plassen op het veld en daarachter de Waddenzee. Alles weids, alles ver, alles plat, behalve de dijk. En ze hadden hier nog bonte kraaien! Vijf telde ik er en da’s al lang geen dagelijks werk meer, zodat ik alvast niet voor niets deze reis had ondernomen. Prettig soort verzekeringspremie. Twee zwarte ruiters opvliegend uit een slootkant, brandganzen op de kwelder, gras- en oeverpiepers en geregeld veldleeuweriken die vanuit het hoge noorden kwamen aangevlogen, ons land bereikten en doorvlogen naar zuid.
Dit alles had natuurlijk een reden. En dus stond ik even later met pakweg dertig vogelaars op een uitzichtpunt op de dijk over de kwelder uit te kijken naar de giervalk die hier gisteren was ontdekt. Een vogel waaraan tot nu toe, in tegenstelling tot de meeste soortgelijke grote valken die hier te lande gemeld worden, geen tekenen van gevangenschap en geen sporen van onzuiver bloed waren vastgesteld en die dus best wel eens echt afkomstig zou kunnen zijn van de noordelijke toendra’s waar hij thuis is. Maar helaas, vooralsnog in geen velden of wegen te bekennen. Wel een slechtvalk, ver weg op een paaltje. Ja, echt een slechtvalk, al keek je drie keer. En brandganzen, smienten, een groepje goudplevieren over en op de akker binnendijks een grote zilverreiger, ja we kwamen onze tijd wel door en keer op keer speurden we het hekwerk in de kwelder af waarop de vogel ook vanmorgen nog was aangetroffen, maar keer op keer zat-ie er niet.

Dan gaat een mobieltje af: hij zit ongeveer anderhalve kilometer verderop op de dijk!

In gezwinde pas haasten we ons langs de dijk naar het westen. Speurend en spiedend langs het dijklichaam. Tot we, inderdaad een kilometer of anderhalf verder, een forse vogel ontdekken op een paaltje op de kruin van de dijk. Is-ie het? Het lijkt een valk, en hij is fors. Even slaat-ie zijn vleugels uit: valkenvleugels! En minstens zo groot als de buizerd één paal verder. We wagen ons nog wat dichterbij en onderscheiden dan het bruingrijze verenkleed, de zwaar gestreepte borst en de weinig getekende kop. Dan vliegt-ie op en vliegt over de kwelder: definitief en onmiskenbaar de giervalk!
Later zien we de vogel nog veel mooier, veel dichterbij. Rondvliegend, jagend en enige tijd op niet veel meer dan vijftig meter op een paaltje op de dijk. Vol in de telescoop! Donkergrijze poten, blauwgrijze washuid aan de snavelbasis, zwaar gestreepte borst, donkergrijsbruine enigszins geschubde rug, dunne baardstreep en een enigszins lichte plek op het achterhoofd. Het lijkt allemaal dik in orde, geen spoor van sakervalk, maar vooral: wat een bakbeest, wat een bullebak! Het is de schrik van de noordelijke toendra’s die je in de ogen kijkt!

Op de terugweg beland ik zomaar op het kerkhofje van Finsterwolde. Een heerlijke plek om mee te eindigen. De stilte, de rust, de verheven sfeer van de nagedachtenis aan onze dierbaren en de herfst die kleeft aan het statig geboomte: het contrast met zojuist op de kwelder had niet groter kunnen zijn. Oeroude graven, de zoete klanken van een zingende roodborst, een boomklever, een paar appelvinken en het oude kerkje verderop. En dat alles voor € 9,95 bij de Kruidvat. Een koopje.

2 november 2008


Meer: Kleine toppers

Geen opmerkingen:

Een reactie posten