dinsdag 3 december 2019

Klein Zuid Limburg

Het is een prachtige, hemelsblauwe winterdag. Naar Sittard vandaag, en van daar door akkers en velden, langs bosranden en over hellinkjes. Ze zijn wat minder groots, wat minder stijl en hoog, minder eindeloos ook dan in de bekendere streek rond Valkenburg en Gulpen. Je bent er zo weer terug in de verstedelijking van Sittard, als je die kant op fietst natuurlijk. Maar het is er net zo fraai, vind ik. Je vindt er dezelfde elementen: glooiende velden, holle weggetjes die diep verscholen door glooiende velden ploegen, verruigde akkertjes, bosranden in het versleten kleed van de bijna voorbije herfst, dieptes en vertes en dichtbij oude met klimop behangen boomgevaarten. Het is net Zuid Limburg en dat is het dan ook: klein Zuid Limburg noem ik het graag. Het is het noordelijke deel van Zuid Limburg rond Puth en Doenrade, sinds jaar en dag bekend om zijn overwinterende grauwe gorzen. Ook hier heerst die ongrijpbare sfeer van iets dat je geborgenheid zou kunnen noemen, of buitenland, of schoonheid.
Caspar Janssen schreef in de Volkskrant een mooi stuk over schoonheid als leidraad bij de vormgeving van ons landschap. Over natuur-inclusief boeren, over kringlooplandbouw zonder gif en zonder input van nutriƫnten via krachtvoer en kunstmest. Een manier van omgang met het landschap die ruimte laat voor bloemrijke graslanden, voor boomgroepen, voor houtkades, voor verwilderde hoekjes en randen, voor weide- en akkervogels, voor een prachtig landschap. Dat is goed voor de natuur, goed voor de stikstof en ook goed voor de boeren dus waar wachten we op? Gaat niet gebeuren natuurlijk maar daar moeten we wel heen.
Hoe is dat hier? Het is hier in elk geval mooi. Er zijn kale akkers maar het is winter dus dat mag en er zijn ook percelen met de verlepte plantenresten van afgelopen zomer nog op het veld, wat goed is voor de natuur, goed voor de overwinterende weide- en akkervogels, goed voor de stikstof. Er zijn percelen met verse, groene gewassen alsof het er nog zomer is. En er zijn geelgorzen, rietgorzen en veldleeuweriken, met tientallen overwinteren ze op de akkers met de verlepte plantenresten en in de percelen met verse, groene gewassen. Blauwe kiekendieven jagen er, prachtige blauwe kiekendieven. Een mannetje, een prachtige grijsblauwe engel met gele ogen als edelstenen, zo’n prachtig mannetje kwam vlakbij langs en kwam zelfs even voor me in het veld zitten. En er waren natuurlijk de grauwe gorzen, en om die grauwe gorzen was het me te doen vandaag. Ik had daar overigens geen haast mee, die kwamen vanzelf wel. En zo was het ook. Eerst zag ik er twee nog vrij ver in het perceel met vers groene gewassen. Daarna drie een akkertje verder in de verlepte plantenresten. En tenslotte telde ik er, terug bij het perceel met de groene gewassen, minimaal 18.
Grauwe gors is alweer jaren geleden als broedvogel uit Nederland verdwenen. Maar ze overwinteren nog wel in ons land, in klein maar langzaam groeiend aantal. Zoals hier, rond Puth en Doenrade. En als we nou eens ons best gaan doen met dat natuur-inclusief boeren, met die kringlooplandbouw met ruimte voor natuur en landschap, wie weet kunnen we dan op een dag grauwe gors weer als broedvogel verwelkomen.

30 november 2019


Meer Zuid Limburg: Limburg






Geen opmerkingen:

Een reactie posten