donderdag 26 december 2019

Kleine regenwulp

Wat bezielt toch de vogelaar die op andere dagen net als de meeste mensen zich zorgen maakt over oorlog en vrede, over klimaat, over geweld en over armoede in de wereld, die zich betrokken voelt bij de mensen die het minder hebben getroffen, die het beste voor heeft met de wereld enzovoort (ja, het is kerstmis mensen), maar die op het moment dat er, ik noem maar wat, een kleine regenwulp wordt ontdekt in Noord Holland, dat alles van zich af laat glijden en met nog maar één ding bezig is: die kleine regenwulp in Noord Holland?
Maandagmiddag was er een kleine regenwulp ontdekt in Noord Holland, de zoveelste vogelsensatie in dit sensationele vogeljaar, en dat leidde ertoe dat veel vogelaars alles van zich af lieten glijden want er telde nog maar één ding. De dinsdag voor kerst werd dus een ouderwets jongensboekverhaal. Een avonturenroman in een notendop. (Ach, gun mij dat, ik weet heus wel dat het avontuur van een twitcher in het niet valt bij waar avontuur, want avontuur is goedkoop als je niets te verliezen hebt en wat heb je als twitcher uiteindelijk te verliezen?) De kansen wisselden en telkens werd een ander verhaal geschreven. Lange tijd zag het uit naar een droevig dipverhaal vol wat-nu?-momenten. Het regende, het was overal nat en modderig, met tientallen doorkruisten we de verzopen velden ten oosten van Schagen, toerden over modderige landweggetjes die helemaal niet berekend waren op honderden vogelaars op zoek naar een kleine regenwulp, en parkeerden met tientallen in blubberige wegbermen waar daarvoor nauwelijks ruimte was. Met alle gevolgen van dien. Af en toe was het droog en speurden we de akkers af, checkten vele van de honderden wulpen her en der in het land maar van kleine regenwulp geen spoor. En geen berichten ook, na enkele meldingen van een wegvliegende vogel vanmorgen vroeg. Zodat we ons steeds harder begonnen af te vragen: zat-ie er nog wel? En dat deed wel een beetje zeer, want wat een soort! Grote zeldzaamheid uit het verre oosten, eerste voor Nederland dus voor iedereen nieuw op zijn NL-lijst, negende voor de WP, een droomsoort, wat zeg ik, misschien wel de ultieme droomsoort voor de Nederlandse twitcher waarvan eigenlijk niemand had gedacht dat-ie ooit zou komen, maar helaas hardnekkig onvindbaar. En keer op keer stonden we op een kruising, waren uitgekeken op een zoveelste groep wulpen en vroegen ons af: wat nu?
Tsja, wat nu?
Wel werd er een kleine trap gevonden. Notabene! Ben je met 200 tot 300 man op zoek naar een kleine regenwulp, wordt er een kleine trap gevonden. Je vraagt je dan af hoeveel kleine trappen zich in Nederland ophouden waar we niet met 200 tot 300 man op zoek zijn naar kleine regenwulp. Mooie soort, zeldzame dwaalgast van de Spaanse steppe en pas de 49e voor Nederland: verdient meer waardering dan-ie kreeg. Hij hing rond in een verruigd stukje verderop in het weiland en was geregeld mooi vrij zichtbaar. Op andere dagen een soort om gelukkig en blij mee thuis te komen, maar vandaag vooralsnog een hele schrale troost. Dus na een karig half uurtje kleine trap zochten we verder. We zagen nog vele wulpen en pauzeerden in een zeer bruine kroeg in Schagen waar een paar bebaarde mannen aan de bar zaten en de bijpassende muziek uit de radio schalde, het was eigenlijk een stukje cultureel erfgoed, en waar we ons nog eens voornamen tot donker te blijven zoeken, de gifbeker helemaal leeg te drinken want het zal je maar gebeuren dat-ie weer wordt teruggevonden net als jij bij Volendam naar een kleine topper staat te zoeken.

Af en toe een waterig zonnetje, dan toch weer regen. Nog meer wulpen. Nog meer bagger. De middag vorderde. Was alweer halverwege en de laatste hoop ontglipte ons. Ze was al bijna op. We speurden nog maar een stuk weiland af, reden nog maar weer naar een melding van een spannende groep wulpen, maar alles vergeefs. Nee, dit werd niks meer, dat voelde je aan alles.
Maar toen, om 15.02, toch nog, eindelijk het bevrijdende bericht: ‘nu in beeld door Fred Visscher’. Hij was teruggevonden! En het was alsof de grauwsluiers die over deze dag hadden gehangen, als bij toverslag werden weggeblazen. Zelfs de zon leek weer te gaan schijnen. Zo leek alles toch nog goed te komen. Wij bevonden ons op dat moment aan het eind van een smal doodlopend weggetje, hemelsbreed amper een kilometer van de plek vandaan en met de auto maar weinig meer dan vijf. Maar keren op dat smalle weggetje kost op zo'n moment ongelooflijk veel tijd. In de paniek een verkeerde afslag genomen, eindeloos moeten wachten tot de stroom passerende vogelaars was opgedroogd en ons toestond om om te draaien, de auto geparkeerd op honderden meters afstand maar uiteindelijk waren we ter plaatste. En werd ons een groep wulpen gewezen op een kleine honderd kilometer afstand waartussen de kleine momenteel niet zichtbaar was. Stonden we dan. Afwachten maar. Ik zag het toen toch weer uitdraaien op een somber dipverhaal maar toen een nieuwe melding, wellicht een volgende wending: nu anderhalve kilometer verderop mooi in beeld. We lopen zo snel als we kunnen die kant op, worden gepasseerd door een eindeloze stoet auto’s maar eindeloze minuten later staan we dan toch met 200 man langs een landweggetje bij Haringhuizen te kijken naar een kleine regenwulp, na vele aanwijzingen over drinkbakken en elektriciteitsmasten teruggevonden tussen de wulpen daar in het weiland. Ver weg maar als je hem eenmaal gevonden hebt, door de telescoop nog net herkenbaar: een klein dwergwulpje met gemankeerd wulpensnaveltje en, ternauwernood zichtbaar, markante koptekening. Even in vlucht is ook het geheel ontbreken van wit op de bovenstaart en de vleugel opvallend. En het feest barst los! De collectieve euforie, de gemeenschappelijke blijheid die op dat moment uitbreekt, die alleen al maakt zo’n twitch heerlijk om mee te maken. Maar wat ons bezielt? Ik zou het niet weten. Ik hoef het ook helemaal niet te weten.

24 december 2019


Meer: Flamingos

Zie ook: Kleine regenwulp revisited

Geen opmerkingen:

Een reactie posten