Weer eens een dagje Flevo gedaan. Het was meest grijs, af en toe was er toch nog een zonnetje te zien en af en toe was er een vleugje regen. Pas op het eind was er aanhoudend regen en intussen was er de hele dag een harde, bijna stormachtige zuidwestenwind maar ik fietste van Almere naar Lelystad dus daar had ik de meeste tijd alleen maar profijt van. Maakte het wel koud natuurlijk.
Al in Almere zag ik in de vaart man en vrouw grote zaagbek. Verderop vandaag nog vele meer. Prachtige vogels, afkomstig uit ScandinaviĆ« en verder naar het noorden en oosten. In de natte graslanden naast knobbelzwanen ook een paar wilde zwanen, afkomstig uit zo’n beetje dezelfde regio. Wat natuurlijk voor de meeste van onze wintergasten geldt. En een paar honderd brandganzen, de eerste van nog vele. Langs het Jan van den Boschpad onder andere een mooie man nonnetje en honderden tot misschien wel duizenden smienten, wintertalingen en brandganzen en verderop twee mooie adulte geelpootmeeuwen. Zo ging het zijn gangetje maar ik was natuurlijk op zoek naar zeearend, waarvan er naar verluidt momenteel minstens een stuk of tien in het gebied verblijven. Ze wilden alleen nog niet zo lukken vandaag. Vanaf de Grote Praambult kon ik er ook al niet een vinden. Wel onder andere drie wilde zwanen, een aantal grote zilverreigers, een vrouwtje blauwe kiekendief en nog eens duizenden brandganzen.
Verderop langs de Praamweg, toen ik me bezighield met een cetti’s zanger die af en toe riep maar zich niet liet zien, eindelijk mijn eerste zeearend. Een juveniele vogel kwam mooi dichtbij langs vliegen en bleef nog enige tijd in de buurt voor-ie uit beeld verdween. Even later vanaf de Kleine Praambult zag ik er eentje ver weg in het veld. En een matkop, vele pijlstaarten, een fraai vuurgoudhaantje en zes kluten verder in kijkhut de Zeearend, waar inmiddels de regen tegen de ruiten woei, ontdekte ik er eentje ver weg op een tak die horizontaal uit een verre bosrand stak. Het licht was inmiddels dermate grauw en duister dat er niet veel aan te zien was maar die imposante gestalte, die fiere kop en snavel, die waren onmiskenbaar. Een tweede arend kwam aangevlogen en voegde zich uiteindelijk bij de ander. Dat maakte vier zeearenden vandaag, niet zoveel als ik op grond van de berichten de afgelopen weken gehoopt had maar het is natuurlijk best verheugend dat de situatie in Nederland inmiddels zodanig is dat je bij vier zeearenden het gevoel hebt: dat kan beter.
14 december 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten