De ijsvogel vanmorgen in de ijzige Ruigenhoekse polder was trouwens ook prachtig. Zat enige tijd dichtbij op een betonnen rand boven het ijs.
Waarmee we het belangrijkste thema van de laatste dagen ook weer hebben aangestipt: het is koud in Utrecht. En niet alleen in Utrecht. Het ganse land is in de greep van ‘De Russische Beer’, zoals de huidige koudegolf wel genoemd wordt. Ik vind het maar een beer op sokken, eerlijk gezegd. Natuurlijk, het is koud. Maar ’s middags zijn de versnellingen van mijn fiets alweer ontdooit, wat betekent dat het tussendoor alweer minstens rond het vriespunt geweest is. Het is koud, maar ronkende krantenkoppen als ‘De Russische Beer gaat los’ en ‘de koude adem van de Russische Beer’ lijken me wat overtrokken. Dat neemt niet weg dat het oprukkende voorjaar, vorige week nog zo luidruchtig, enigszins pas op de plaats heeft moeten maken. Zelfs een bescheiden stapje terug heeft gezet. Zingende heggenmussen, vorige week nog alom tegenwoordig, zijn ineens veel lastiger te vinden. Ook merel en zanglijster zwijgen meestal en sneeuwklokjes hangen er wat verlept bij. Aan de andere kant: gisteren zong de vink, vanmorgen toch weer een heggenmus, spechten roffelen alsof er niets aan de hand is, nee, het voorjaar laat zich er door een Russische Beer op sokken niet helemaal onder krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten