zondag 4 februari 2018

Klapekster

Het is de laatste jaren een beetje vaste prik: mijn eerste klapekster zie ik begin februari op het Wekeromse zand. Dat komt zo: enkele kilometers daarvandaan wordt dan in Lunteren de Dutch Birding Vogeldag gehouden en tussen de oude verhalen over vroeger en de hedendaagse verhandelingen over de modernste determinatieperikelen vind ik altijd wel de tijd om er even zelf op uit te trekken. En het Wekeromse zand is een van die plekken, een van de vele nog steeds, waar je de droef stemmende verhalen over de teloorgang van de natuur in Nederland, zoals bijvoorbeeld Casper Jansen die ons in de Volkskrant dagelijks voorschotelt, voor even kunt vergeten. Want het is hier nog prachtig. Woest, ongerept, nou ja, ongerept, ook het Wekeromse zand heeft zich vermoedelijk te houden aan de beheersplannen die de beherende instanties voorschrijven maar het heeft in elk geval de schijn. Heideglooiingen, zandduinen, vliegdennen en zilveren berkenstammetjes en wat plukjes bos, alles glimmend in het zonnetje tegen de asgrauwe achtergrond van een wegtrekkende winterse bui. En dus die klapekster, een prachtige klapekster die van boomtopje naar boomtopje verhuisde, af en toe in de hei wegdook maar telkens daar toch weer zat in een van zijn boomtopjes. Nou is klapekster natuurlijk niet echt een DBA-waardige soort. Op de Dutch Birding Vogeldag gaat het over ross’ meeuw en witbandzeearend, over raddes boszanger en grote trap (hoewel vandaag ook uitgebreid werd ingegaan op de determinatie van de tjiftjaf, wat verbazend interessant was), maar wie de klapekster niet eert, is de langstaartklauwier niet weerd, zeg ik altijd maar.

3 februari 2018




Geen opmerkingen:

Een reactie posten