zaterdag 16 augustus 2025

Schiermonnikoog

Voor de 286e keer op Schiermonnikoog geweest. Of de 51e keer, dat kan ook, wil ik vanaf zijn. Al was, tot onze schrik, de laatste keer alweer bijna drie jaar geleden. Schandalig lang! Hoe dan ook, al die keren dezelfde duinruggen en dezelfde (momenteel niet erg) natte duinvalleien, dezelfde overwoekerde strandvlaktes, dezelfde buitendijkse gronden, hetzelfde stukje polder achter de Waddendijk, dezelfde Westerplas in het westen en dezelfde Oosterkwelder in het oosten, waar duin en kwelder, Waddenzee en eiland met elkaar verstrengeld zijn geraakt, met telkens dezelfde slenken die vanaf het wad het eiland dooraderen. En met hetzelfde baken Kobbeduin, eeuwig hetzelfde baken Kobbeduin. En net als al die vorige keren weer langs al die bekende plekken geweest, langs de Westerplas in het westen en de Oosterkwelder in het oosten, langs het baken Kobbeduin enzovoort. Alleen dit keer in augustus, zomer, en dat is natuurlijk heel iets anders dan al die keren dat ik in de herfst op het eiland ben geweest. We hadden zon en regen, heldere luchten en asgrauwe buienwolken, somber stemmende regenvlagen en intense zomerwarmte en we hadden wind, soms heel veel wind. Af en toe leek het eigenlijk verdacht veel op herfst. Maar we hadden ook talloze zwaluwen die om ons heen dansten en soms vlak voor ons langs scheerden, tot op het strand toe. We hadden velden vol bloeiende kattenstaarten en kwelders paars van de lamsoor en vol zoemende bijtjes en hommels en meer. En dat leek toch echt wel op zomer.

De overtocht leverde meteen de soort van de trip op: een juveniele kuifaalscholver zwom korte tijd vrij dicht bij de boot toen we de haven van Lauwersoog hadden verlaten. Een slanke aalscholver met een ook aan de basis dunne snavel en zonder enig geel in het verenkleed bij de snavelbasis. Daarna dreigde ook de dip van de trip. Al jaren huist er een bonte kraai langs de Waddendijk tussen veerdam en jachthaven. Al jaren had ik hem genegeerd maar nu ik toch op Schier was, wilde ik hem niet missen dus toen we de veerdam af fietsten maar meteen wezen zoeken. Ik kon hem echter niet vinden. Niet toen we heel langzaam langs het wad richting jachthaven fietsten. Niet toen ik aan de binnenkant van de dijk weer naar de veerdam fietste. En niet toen ik opnieuw over de dijk naar de jachthaven fietste. Wel overigens een behoorlijk spectaculaire albino scholekster op het wad bij de jachthaven en wel onder andere mooie rosse grutto’s en regenwulpen dus ik zal niet al te hard klagen. Maar toen ik de volgende ochtend vroeg op pad was en klaar was met de Westerplas, opnieuw wezen zoeken tussen jachthaven en veerdam, en opnieuw kon ik hem niet vinden. Het moest natuurlijk geen bron van frustratie worden deze driedaagse.
De geplande gezamenlijke fietstocht van Westerplas tot Oosterkwelder en terug, een klassieker, bracht verlossing. Langs de Waddendijk aangeland hadden we hem dan eindelijk gevonden. Hij foerageerde dicht langs de dijk op het drooggevallen wad en liet zich daarbij mooi bekijken, zo mooi als een bonte kraai zich maar kan laten bekijken. En zo was dus bonte kraai hoofdzaak geworden van onze driedaagse Schiermonnikoog. Al waren de prachtige zomerkleed rosse grutto’s, steenlopers, bonte strandlopers en zilverplevier op en langs het wad, de alweer tientallen drieteenstrandlopers (ook in zomerkleed) in de branding en de drie zwarte ruiters in de Oosterkwelder ook best leuk. En natuurlijk het baken Kobbeduin, dat was als altijd het ware hoogtepunt van drie dagen Schiermonnikoog.

6 augustus 2025


Meer Wadden? Jaarwisseling
Mijn weblogkasteel






Geen opmerkingen:

Een reactie posten