woensdag 13 augustus 2025

Gondellift

Vandaag voor het eerst met de senioren mee. Met een tochtje dat we ook zonder wel hadden kunnen, en wellicht ook nog wel een keer zullen doen want het was geweldig: met de bus naar Scuol en van daar met de gondellift naar 2100 meter. Naar een andere wereld, hoog verheven boven het mensdom dat je ergens diep beneden ziet: stil, roerloos, geruisloos en onschuldig, zoals het als je beneden bent helemaal niet is.
Landschappelijk is het daarboven een paradijs. De glooiende, bloemrijke alpenweiden, in een veelheid aan kleuren gemengd met af en toe het grijs van gesteente dat door de vegetatie heen breekt, klimmen heel geleidelijk en monden uit in vervaarlijke rotskammen ver boven ons. En aan de andere kant, aan de overkant van het Inn-dal, stijgen groene hellingen op uit de diepte en dragen de adembenemende bergketen die het Inn-dal begeleidt. De ene bergtop volgt er op de andere, alle steil, grijs en gekreukeld, sommige van die driehoekige koppen zoals alleen kinderen bergen tekenen, en doorklieft door reusachtige puinstortingen, kloven en ravijnen en met wat toefjes sneeuw in top. Zo hoog, zo enorm! Het is het soort klassieke berglandschap dat je vinden kunt op talloze foto’s en in vele natuurfilms, een landschappelijk cliché wellicht, maar in het echt is het geweldig om te zien.
Botanisch was het wat teveel allemaal. Allerlei verschillende typjes bloeiden door elkaar heen in het gras en vormden een prachtige, expressionistische kleurenschildering. Maar van slechts een paar heb ik kunnen of willen achterhalen wat het was: alpenaster, alpensteentijm, alpenanemoon, baardklokje, geel zonneroosje, duifkruid en zo nog een paar. De andere waren eenvoudig met teveel.
Vlinders waren er natuurlijk ook volop. Vooral blauwtjes waren af en toe massaal aanwezig, maar er leek maar weinig bij dat we niet ook 500 meter lager al gevonden hadden. Een paar blauwtjes misschien, koninginnenpage en grote erebia.
Wat vogels betreft bracht het me niet de alpinische soorten waar ik op gehoopt had, al meende ik één keer hoog boven me twee alpenkauwtjes te zien vliegen. Maar om ons heen waren vooral soorten dominant die we thuis op zeeniveau ook wel hebben: kneu, paapje, boompieper, veldleeuwerik en braamsluiper. En waterpieper, dat is in de zomer natuurlijk wel typisch een soort van de hogere gronden in de bergen. Maar de eerste (en enige) bergfluiter hoorde ik pas vanuit de lift op weg naar beneden en pas in Scuol vlogen wat rotszwaluwen rond.

In de avond volgde een heftig en spectaculair onweer. Het onweer dat de hele dag al werd verwacht en de hele dag was uitgebleven. Terwijl beneden de geologielezing bezig was, stond ik het te bekijken vanuit het raam aan het eind van onze gang, dat overdag zo’n prachtige panoramaview op het hooggebergte biedt. Het was een waar spektakelstuk, met felle bliksems die secondenlang het bos op de helling tegenover in lichterlaaie zetten.

Maandag 30 juni 2025

Meer Val Sinestra: Morteratsch






Geen opmerkingen:

Een reactie posten