woensdag 13 augustus 2025

Sent

Vanmorgen liefst vier groot geaderd witjes boven het bloemenveldje naast het hotel. Groot geaderd witje was een van mijn droomsoorten deze vakantie en zie hier ... Af en toe zaten er één of twee prachtig dichtbij op een bloeiende distel of klaver. Een geweldige manier om een nieuwe soort te begroeten.

Daarna met zijn tweeën naar Sent gewandeld, ons buurstadje ruim 5 kilometer verderop op de flanken van het dal van de Inn. Dat bleek een meer dan volwaardige dagbesteding. We namen de ‘hoofdweg’ of wat daarvoor moet doorgaan en liepen, weliswaar in omgekeerde richting, de route die we woensdagavond in het donker met de bus hadden afgelegd. Konden we zien wat we toen niet gezien hebben. De verre zichten, Vna en haar bergweiden aan de overkant, de hoge bergen in de verte, de stille bossen hier, de orchideeën en de vlinders, maar ook de diepe afgronden vlak langs de weg en de scherpe bochten vlak langs de diepe afgronden. Dat daar een bus langs kan, je kunt het nauwelijks geloven. Toen we op een bankje zaten te lunchen, kwam er een vlinder langdurig op mijn schoen zitten. Ik kon eenvoudig een foto maken: boserebia. Er vlogen er vele van dat type rond. Er was natuurlijk meer dat het herinneren waard is, om maar wat te noemen: europese trollius, een soort reuzenboterbloem die ik nog kende van vroeger in de bergen; roepjes van kortsnavelboomkruiper en eenmalig zang van bergfluiter. Op het laatst liepen we over de flanken van het Inn-dal met zicht op de Inn diep onder ons en op de geweldige bergketen die als een muur, als een kolossale vesting aan de overkant verrees, met scherpe pieken en diepe kloven en alles wat zoiets tot een onvergetelijk panorama maakt. Het soort panorama waar je je enorm nietig bij voelt. Boven het dal liefst drie fraaie rode wouwen, een van de mooiste roofvogelsoorten die we hebben. Soms vlogen ze laag boven de dalbodem onder ons, soms laag boven ons. En verderop in Sent vond ik mussen. Dat zal bij weinigen opzien baren, maar het waren italiaanse mussen, wat een andere soort is dan de mussen bij ons. Italië is hier niet ver weg. Verder was Sent een leuk stadje. Beetje in de stijl van Vna maar dan groter en met wat meer allure. Het Giacometti-museum bijvoorbeeld maakt Sent toch wel tot iets meer dan zomaar een onbeduidend bergdorpje. Met fraaie pentekeningen van de beroemde beeldhouwer en van zijn broer in de kelder van een hotelletje. Het was wonderlijk hoe hun ogenschijnlijk ordeloos gekras leidde tot glasheldere beelden. Verder huizen, steile straten, wat kun je verwachten in een bergdorpje, alles in een bepaalde sobere en hoekige maar toch versierde stijl. Eenvoudig maar met subtiele accenten. De kerk was best mooi, de toren stijf, mager maar ook sierlijk en torende uit boven het stadje, altijd tegen de achtergrond van een hoge berg. Want dat was nog het meest kenmerkend voor Sent: het is aan alle kanten omgeven door hoge bergen. Aan alle kanten kijk je tegen bergen aan die vlijmscherp afsteken tegen de immer blauwe lucht. Sommige steil en abrupt, sommige ver als resultaat van eindeloze groene glooiingen. Het maakt Sent tot een klein stadje waar men zich verschanst tegen een kolossale omgeving.
Met de bus terug: konden we bij daglicht ervaren wat een griezelige onderneming dat is. De bus kruipt omhoog over het kronkelige bergweggetje, neemt bocht na bocht langs diepe afgronden en telkens vraag je je af: kan dit wel? Gaat dit nog wel goed? Met samengeknepen billen zaten we in onze stoelen in de diepe afgronden te kijken maar uiteindelijk leverde men ons veilig af op de stoep van het hotel.

Zaterdag 28 juni 2025

Tekening van Harriët

Meer Val Sinestra: Arenden







Geen opmerkingen:

Een reactie posten