woensdag 13 augustus 2025

Gondellift 2

Vandaag weer omhoog, was het plan: weer naar Scuol en daar met de gondellift naar boven. Want gisteren beloofde vandaag een mooie, droge en overwegend zonnige dag te worden zonder onweersdreiging. Zorgeloos wandelen dus. Maar vanmorgen was het grijs en regende het en stond er toch weer een enkel bliksempje ingetekend in de weersvoorspelling van buienradar. Twijfels dus. Maar naar boven gaan kostte niets (en dat bedoel ik niet alleen financieel) (tenzij de bus in het ravijn stortte natuurlijk) dus we gingen. Boven zouden we wel verder zien.
We waren met Ingrid die we tot nu toe nog niet echt hadden leren kennen maar die net als wij nog een weekje blijft. Dat schept een band. Boven was het zo goed als droog. De wereld zag er daar nu wel heel anders uit dan een paar dagen terug. Wolkenflarden hingen onder ons en de toen zo robuuste bergketen aan de overkant ging voor een deel schuil en leek soms wel te zweven. Ineens oogde het in plaats van massief en ontzagwekkend eerder licht en luchtig. Ook aan onze kant ging het landschap soms schuil achter wolkenflarden maar het was er niet minder fraai om. Fraaier misschien wel, het werd er bijna sprookjesachtig van. Twee heerlijke notenkrakers lieten zich prachtig zien en onderstreepten op een of andere manier nog die sfeer. Daarmee ging ons dagje in de wolken geweldig van start.
Bij restaurant Prui brak voor het eerst de zon door en dat was de opmaat voor een fantastische wandeling omhoog waarop ik zowat alles zou zien wat mijn hartje begeerde. Al meteen hoorde ik een spannend roepje en zag een groene vinkachtige vogel waarin ik grijstinten meende te zien aan de kop: leek me citroensijs. Heerlijke soort. Al gauw volgden paapjes, veldleeuwerik en alpenkauwen; die laatsten buitelden boven de hogere hellingen, lieten geregeld hun zwepende roep horen en bevestigden aldus mijn vermoeden van een paar dagen geleden. Hogerop veranderde de soortensamenstelling: paapjes werden tapuiten en waterpiepers en grote lijsters werden steeds talrijker. (Grote lijster als kenmerkende soort van het hooggebergte, dat had ik niet zien aankomen.) Er waren zwarte roodstaarten en er waren alpenmarmotten. Geregeld hoorde ik hun gefluit en af en toe lieten ze zich fraai zien. Het hoogtepunt volgde toen ik op de bedrading van de stoeltjeslift verderop een grijsbruine vink zag zitten met wat wit in zijn kleed, even moest ik aan klapekster denken maar toen-ie wegvloog bleek-ie ineens enorme bijna vleugelvullende witte velden in de vleugels te hebben. In de Marokkaanse woestijn denk je dan witbandleeuwerik, in de winter op het strand van Schiermonnikoog sneeuwgors maar ik was hoog in de bergen van Zwitserland en daar kan zoiets alleen maar sneeuwvink zijn. Hoe lang was dat al niet geleden? Verder naar boven geklommen en daar nog een tijdje gewacht en gespeurd maar niets dan kneuen, tapuiten en waterpiepers. In de afdaling nog onder andere fraai roestbladig alpenroosje en volop vanilleorchissen die ik tot nu toe nog over het hoofd had gezien.
Intussen scheen meestal de zon maar nog steeds dreven er steeds weer wolkenvelden laag over en hingen die ook voor de bergen aan de overkant, zodat je geregeld zonbeschenen stukken berg als luchtkastelen zag zweven tussen de witte wolkenwaas. Op het terras genoten van het uitzicht plus een welverdiende cola met apfelstrudel. Waarbij ik ook nog twee fraaie citroensijzen zag: welkome bevestiging van de vogel van vanochtend. Waarna we de lift omlaag namen en terugkeerden op aarde.

Gegeten in een zowat lege eetzaal, op andere dagen zo levendig. De eetzaal waar ’s avonds altijd de ervaringen van de voorbije dag worden uitgewisseld. Nu met Ingrid, met wie we geen ervaringen hoefden uit te wisselen, en met Annelies, die ook nog een weekje bleef maar die de meeste dagen het hotel niet uitkomt. De tweede eetzaal was helemaal leeg en waarschijnlijk afgesloten. Het was bijzonder en het was wennen, maar het is maar voor even. 's Avonds nog een tijdje op het bankje bij en op het bruggetje over de beek gezeten. Gewoon gekeken naar het omlaag denderende water, naar het hotel boven ons, naar de bergen daar nog boven en naar de rotszwaluwen die daartussen rond vlogen.

Vrijdag 4 juli 2025

Meer Val Sinestra: Rustdag








Geen opmerkingen:

Een reactie posten