Thuis was in dit geval Landerum, op Terschelling ingeklemd tussen Midsland en Formerum. Vlak langs de hoofdweg dus de rust en de stilte van het eiland waren niet altijd gegarandeerd. Maar dat mocht de pret niet drukken.
Twee dagen stralend winterweer, helder, zonnig en lekker koud. Op maandag tijdens de overtocht en de eerste verkenningen van de Jumbo van Formerum. En op dinsdag tijdens mijn eerste echte tochtje over het eiland. De polders, het wad, de kwelders, ze lagen er stralend bij en het was er fijn kijken naar de kanoeten, de zilverplevieren en de rosse grutto’s, de duizenden brand- en rotganzen en nog veel meer. Tussen de ganzen nog hard gezocht naar afwijkende typjes, zoals dat gebruikelijk is op dit soort locaties in de winter, maar vergeefs, zoals dat meestal ook gebruikelijk is. Bij ‘De Plaat’, zoals de grote baai ten oosten van de veerhaven blijkt te heten, ging ik op zoek naar nog een allerlaatste nieuwe jaarsoort op deze laatste dag van het jaar. Met succes: twee roodhalsfuten dreven op de Waddenzee. Weliswaar tamelijk ver weg maar herkenbaar.
Tijdens de jaarwisseling was het grijs, al zag je dat toen niet meer zo goed, en mistig. En tamelijk rustig naar hedendaagse begrippen. Het deed me denken aan heel vroeger thuis, toen ik zo’n beetje voor het eerst mocht opblijven om het vuurwerk te kijken: hier een pijl, daar nog een en kijk, nog een, het kon niet op. Van het grotere vuurwerkgeweld, goed hoorbaar vanuit Midsland vlak om de hoek, was door de mist niets te zien.
Nieuwjaarsdag was grijs, af en toe miezerig en bijna mistig. Dat weerhield me er uiteraard niet van weer flink nieuwe jaarsoorten te gaan sprokkelen. Dat is mijn nieuwjaarstraditie. En ze vielen als rijpe appeltjes: de goudplevieren en de wulpen in de Terschellingerpolder, de bonte strandlopers en de kanoeten, zilverplevieren, rosse grutto’s enzovoort op het wad, mooie slechtvalk op een hekje. Wederom tussen de brand- en de rotganzen naar afwijkende typjes gezocht, en wederom vergeefs. Vijf kleine zwanen op de Plaat. Door het dorp, langs de Brandaris, stukje Noordvaarder en terug over de hoofdweg. En daar vond ik dan toch het afwijkende typje tussen de ganzen: een mooie zwarte rotgans, overigens lang niet zo zwart als zijn naam doet vermoeden, ging half schuil tussen de tientallen rotganzen om hem heen maar kwam af en toe even helemaal bloot.
Thuis de kerstboom, in de Koffiemolen van Formerum cranberrygebak met slagroom (vandaag het traditionele taartje, gisteren heb ik het cranberrykwarkgebak geprobeerd), en weer thuis bij de kerstboom Pandemic gespeeld.
Wat verder nog vermeld moet worden? Ik was nog niet aan zee geweest dus dat donderdagochtend even geprobeerd. Totaal foute wind (zuidwest en dat is hier aflandig) en nog maar net niet mistig, dus dat had niet vermeld hoeven worden. Door de duinen naar Oosterend en door de polder terug. Koude miezerwind tegen, weer diverse groepen ganzen vergeefs afgespeurd maar wel drie prachtige wilde zwanen op een ondergelopen duinvalleitje en thuis weer de warmte en de kerstboom. En vrijdag tenslotte, inmiddels zonder tijdelijk thuis, in afwachting van de boot terug in de regen door West gedwaald. Lang in een restaurant gezeten waar we weer een ander soort cranberrygebak hebben geproefd. We hebben er deze week vier op: twee in de Koffiemolen, een in de Rustende Jager en nu hier. Alle vier anders. Zelf nog op het kerkhofje geweest (nu pas mijn eerste koperwieken op het eiland) en in de druilregen door de Noordvaarder gelopen. Nat. Miezerig maar op een bepaalde manier onuitsprekelijk mooi. En vlakbij een kanoet, honderden bontjes en rosse grutto's, krooneend naast de veerhaven en toen moesten we het eiland alweer af.
3 januari 2020
Meer lezen: Ameland
Geen opmerkingen:
Een reactie posten