Als vogelaar wil je ook af en toe een leuke soort opstrijken. Dat geldt althans voor veel van ons. Mij lukte dat de laatste tijd even niet zo goed. Zo was ik gisteren naar Soesterberg, de voormalige luchtmachtbasis, voor duinpiepers die daar de vorige dag gezien waren. Helaas, geen duinpiepers meer. Wel een mooie zomerdag en wat veldjes bloeiende hei die paars opblonken temidden van de vergeelde steppe, en wel het altijd wat absurdistische maar wat mij betreft ook bezienswaardige decor van bunkers, hangars en stroken asfalt die hun oorspronkelijke functie hebben verloren en nu nog slechts dienst doen om ons aan de oorspronkelijke functie van dit landschap en de daaraan onlosmakelijk verbonden historische context te herinneren. Wel alweer diverse tapuiten en paapjes en op het hek langs de basis een vrouwtje gekraagde roodstaart: de vogeltrek is alweer in volle gang. Wel twee juveniele grauwe klauwieren en wel een prachtige wespendief eerst hoog maar later minder hoog boven ons. En volop vlinderend: gaver dan zo'n duinpieper, zeg je dan tegen elkaar, natuurlijk nadat je zo'n duinpieper gedipt hebt.
Maar dus niet de beoogde leuke soort. Die moest vandaag dan maar. Daarom toen daar de lachsterns weer gemeld waren, na het trektellen (paapjes en grauwe vliegenvangers onder andere) met de trein naar Zoetermeer en van daar naar de Nieuwe Driemanspolder gefietst. Dat leek me wel een zekerheidje: zitten er al meer dan een week en worden elke dag gezien. Maar daar aangekomen: lachsterns al enkele uren uit beeld. Leken vertrokken. Tsja, soms moet je daar even doorheen, op een keer komt alles weer goed. Dat geldt voor bijna alles in het leven, niet waar? (Althans, voor een welgestelde westerling, blank en man bovendien en van goede gezondheid voor zover ik weet.) Ik troostte me dan maar met een fraaie bosruiter, een kleine zilverreiger als een engeltje zo mooi, een paar bonte strandlopers, een kemphaan en twee geoorde futen. Onder andere. We waren alweer een dik uur verder en ik was al begonnen met me af te vragen al hoe lang ik hier nog ging blijven, toen ze daar ineens toch weer waren: twee lachsterns. Moeder (nou ja, dat nemen we maar even aan) en kind. En die gaven vervolgens een geweldige show weg. Het jonge beest zat meest vrij dichtbij op een soort grindbank te bedelen en te wachten tot moeder weer een hapje kwam brengen. En moeder was in de buurt op jacht, soms vlak voor of achter ons, en kwam af en toe haar kind een hapje brengen. Het was een onvergetelijke belevenis. En dus is het inderdaad weer helemaal goed gekomen.
20 augustus 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten