donderdag 4 maart 2021

Steenarend

Al meer dan een week zwerft er een steenarend rond in het oosten van Nederland. Voor velen een droomsoort maar ook een onvoorspelbaar ding, alleen weggelegd voor toevallige geluksvogels. Duikt dan weer eens hier op, dan weer heel ergens anders en is daarna telkens onvindbaar. Ik kan me daar meestal gemakkelijk bij neerleggen: gedeelde smart immers, en die toevallige geluksvogels is het van harte gegund.
Heel anders wordt het als zo’n vogel ineens min of meer ter plaatse wordt gemeld. Aan het eind van de middag bij Duiven en na enkele korte tussenstops uiteindelijk in de avondschemer in zijn vermoedelijke slaapboom voor deze nacht bij Didam. Dat biedt kansen want daar zal-ie vermoedelijk morgenochtend ook weer wakker worden. En dan wordt er ook in ons weer iets wakker. Dan staan we weer in de vroege ochtendschemer met tweehonderd man langs een tot voor kort nog stil landweggetje dat zich kromt rond akkers en velden in de Achterhoek. In de berm auto’s in eindeloze rijen en telescopen gericht maar helaas, we zijn een paar minuten te laat: vogel zojuist weggevlogen, weet men ons te vertellen. Sta je dan. Een nog koud en grijs landschap van boomsingels en verre bosranden doemt op uit de ochtendnevels maar daar hebben we even geen boodschap aan. Wat te doen?
Een nieuwe melding, een stroom auto’s die zich in beweging zet en wij er achteraan. Maar op de nieuwe plek aangekomen staan sommige vogelaars alle kanten op te loeren en anderen wat met elkaar te kletsen. Geen steenarend te bekennen. Opnieuw te laat? Of miscommunicatie? En de zoektocht gaat verder. In colonne over smalle landweggetjes door de velden rond Wehl. Ik zie alweer zo’n epische zoektocht voor me, met tientallen of meer auto’s crossend over half verharde zandpaden met kuilen en gaten, ik moet denken aan keizerarend en kleine regenwulp. Die beide overigens goed afliepen. Ook dit keer valt het mee: verderop stoppen de auto’s alweer en staan de telescopen collectief gericht op een bosje midden in het veld. Men wijst ons en legt uit. Daar in die kale boom helemaal rechts in het bosje die dikke prop: steenarend!
Aanvankelijk ver, grijs, slecht licht, een propje tussen een wirwar van kale takken: niks aan te zien. Maar als we wat verder lopen, dichterbij komen, misschien is ook het licht al ietsje beter? dan wordt het beeld van de vogel steeds ietsje helderder, ietsje gedetailleerder, ietsje karakteristieker. Krijg je steeds meer het idee dat je inderdaad naar een steenarend staat te kijken. Die forse gestalte, die zware snavel, die geelbruine kopveren, af en toe zijn ze zichtbaar. Lichte baan over de dekveren, een streepje wit van de staart: steenarend! De fiere kop die daar bij hoort, de felle ogen, de dodelijke klauwen, die verzinnen we er zelf wel bij. Ja, hij is mooi. Tenslotte vliegt-ie op en dat maakt het helemaal af! Met kalme vleugelslag vliegt-ie over het veld richting bosrand, wint hoogte en vliegt voor de hoogspanningsleidingen langs. Brede en diep gevingerde vleugels zien we, wit in de handvleugels, witte staart met donkere eindband en natuurlijk die bedaarde arendachtige vlucht. Een jongensdroom! Nog één keer duikt-ie omlaag naar een denkbeeldige haas, daarna verdwijnt-ie uit beeld.
We besteden nog een uurtje aan de velden rond Wehl, op zoek naar patrijzen en naar steenarend natuurlijk maar geen van beide geeft zich bloot en we keren terug naar Utrecht. 11 uur thuis, een herinnering rijker en nog een hele werkdag voor me.

1 maart 2021


Meer: Uiltje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten