Laat ons vooral de beginneling in ere houden, de nog niet
al te ervaren vogelaar die er af en toe zo verschrikkelijk naast kan zitten
maar die ons ook af en toe, zonder dat hij daar erg in heeft, de
verrukkelijkste zeldzaamheden in de schoot kan werpen. Gisteren was het weer
zover. De vogel die ’s-avonds gemeld was als doodgewone groenpootruiter, bleek
helemaal geen groenpootruiter en nog veel minder doodgewoon. Terwijl ik onwetend
naar het voetbal op TV zat te kijken, herkenden enkele wakkere collega-admins
in het grijze steltje op de foto een grote franjepoot, zeldzame dwaalgast uit
Noord-Amerika, en dat leverde me precies de bestemming voor vandaag op, waar ik
op gehoopt had. Want na twee misgelopen lifers in ruim een week vond ik het wel
weer eens tijd voor een succesvolle twitch. Grote franjepoot was weliswaar geen
lifer maar wel mijn tweede ooit en alweer twaalf jaar na mijn eerste, de vogel
van de Scherpenissepolder in 2002. Een hernieuwde kennismaking was dus heel erg
welkom. Bovendien droeg de vogel een voor mij nieuw kleed, weliswaar zonder de
opvallende kleurpatronen van het adult zomerkleed zoals destijds, maar ook deze
was in al zijn kleurloosheid zeer herkenbaar en het aanzien meer dan waard.
Dus vanmorgen vroeg de trein naar Den Helder zuid genomen
en van daar me een weg gezocht naar de Balgzandpolder. Dat was niet moeilijk en
ook helemaal niet ver, dus om kwart over 9 stond ik met anderhalve hand vol
vogelaars naar een wat mij betreft weergaloos mooie grote franjepoot te kijken.
De vogel liep op af en toe amper tien meter afstand te foerageren voor een
kijkscherm dat de aanwezigen net voldoende zicht bood om ieder de kans te geven
‘m uitvoerig te bekijken en desgewenst te fotograferen. Het was af en toe een
beetje geven en nemen en soms wat ingewikkeld manoeuvreren om de telescoop
precies tussen een schouder en een achterhoofd door op de vogel te richten,
maar het resultaat mocht er zijn. Het was weer genieten. Ook van de aanwezige
zwarte ruiters (tientallen) en groenpootruiters (enkele). Die laatste boden
indien nodig alle gelegenheid om de verschillen met de franjepoot vast te stellen.
Met ook nog fraaie watersnippen, tientallen tureluurs, bontbekplevieren, bonte
strandlopers en een krombekstrandloper, was het hoe dan ook een plek waar het
goed toeven was.
Na de grote franjepoot stond ik voor de keus: als een
echte twitcher onmiddellijk door naar Texel om daar de mogelijke
withalsvliegenvanger te gaan opzoeken (overigens ook geen lifer, anders had ik
’t wel geweten), of mijn eigen plan trekken en een beetje in de omgeving gaan
vogelen, in de hoop er zelf nou eens een leuke soort uit te trekken. Ik koos
voor het laatste. Onder het genot van een af en toe doorbrekend zonnetje vond
ik te Mariƫndal vooral volop ruiende eenden en op de laatste ondergelopen
bollenveldje vooral een dikke algenbrij waartussen wat bergeenden dreven en
waarop de kieviten foerageerden. Aan zee was het ook niet te doen vandaag wat
gezien het zwakke oostenwindje natuurlijk volgens verwachting was. In een dik
half uur kwam ik niet verder dan een boel meeuwen en een paar grote sterns.
Maar intussen wel, zowel zojuist boven de akkers als daarna boven de duinen,
een bijna permanente stroom graspiepers over me heen. Ik lette scherp op
afwijkende geluidjes maar dat leverde niet meer op dan enkele veldleeuweriken,
een oeverpieper en een groepje goudplevieren. In de duinen wat tjiffen en
enkele roodborsttapuiten en in Den Helder in een mooi oud duinpark een groep
staartmezen en tjiftjafjes. Een eigen vondst van betekenis bleef opnieuw
achterwege maar ach, ik ben niet anders gewend en de hoofdprijs van vandaag had
ik toch al binnen. Dankzij de beginneling.
28 september 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten