De tweede melding, donderdagochtend: shit, vogel was teruggevonden. Zat er dus nog. Nieuwvliet Bad: hoe moest ik daar in vredesnaam komen? Zou vandaag niet meer lukken in elk geval.
De melding van vrijdag was toch een geruststelling: vandaag kwam slecht uit, bovendien kutweer en een dure, verre reis, gewoon geen zin in maar misschien morgen?
De melding zaterdagochtend was de bekende, meer dan welkome piep-in-de-rug. Ik zat al in de trein, ergens bij Lage Zwaluwe inmiddels, en wist: zat er nog! Redelijkerwijs zou de reis niet vergeefs zijn.
Die reis viel trouwens best mee. Twee en een half uur met de trein naar Vlissingen, maar dat maakte me niet uit. Ik zat daar goed en deed niet veel anders dan ik gedaan had als ik thuis was gebleven. En het kostte me niks, dat hielp ook. Daarna met het pondje naar Breskens, nog een half uurtje fietsen en ik sta op het Roompot Beach Resort Nieuwvliet Bad. Wolkenvelden, een mager zonnetje, overvliegende groepen trekvogels, ik hoorde kepen, sijzen en veldleeuweriken, en vogelaars die me wijzen: daar dat boompje met die brede zwarte banden aan beide zijden, daar hangt-ie rond, daar laat-ie zich af en toe mooi zien. Kijken en afwachten dus.
Binnen een minuut is het raak. Een bleek, overwegend grijsbruin zangertje met naar verhouding zware snavel duikt op, laat zich even prachtig zien en vliegt weer uit beeld. Bingo! Oostelijke vale spotvogel, eerste voor Nederland, in de pocket. En meteen hè, niet na eindeloos wachten, niet nadat zich de frustraties hebben opgehoopt en je je tenslotte tevreden moet stellen met een met veel moeite verworven korte glimp, nee, meteen vol in beeld. En niet één keertje maar telkens opnieuw want steeds weer komt-ie tevoorschijn die eerste paar minuten dat ik op Roompot Beach Resort Nieuwvliet Bad ben. Soms diep en half verscholen in het struikgewas, maar een volgend moment open en bloot op een kaal takje. We zien hem volledig vrij op een van de banden, we zien hem ineens een felle jachtvlucht omhoog maken om weer omlaag de struik in te duiken, en we zien hem weer prachtig vrij op een ander kaal takje. Zo dicht bebladerd als het struikgewas en de heggetjes hier zijn weet-ie toch herhaaldelijk een kaal takje te vinden.
Ik blijf nog een uurtje op het park in de hoop op mooie vervolgwaarnemingen, zie hem in die tijd ook nog wel een paar keer aardig maar steeds kort en zo mooi als die eerste paar minuten wordt het niet meer. Groepen trekvogels trekken over, vinken, veldleeuweriken, kepen, boomleeuweriken, en ik ga iets anders doen.
Ik maakte er nog een leuk dagje Zeeuws Vlaanderen van. Ik wandelde door de Verdronken Zwarte Polder, vlak om de hoek, waar naast de vele leeuweriken en spreeuwen, vinken en graspiepers ook een late boerenzwaluw overvloog, waar een cetti’s zanger zong en waar een fraaie kleine zilverreiger de dag nog feestelijker maakte dan die toch al was. En ik fietste langs zee en langs de buitenste duinen terug naar Breskens. Dezelfde route had ik vanmorgen ook al gefietst, maar toen had ik er niet meer tijd voor over gehad dan minimaal noodzakelijk was om in Nieuwvliet te komen. Dat was nu anders. Ik keek eens hier en ik keek eens daar, bezocht de trektelpost Breskens waar weinig te beleven was, het was ook niet helemaal de goede tijd, en keerde terug waar ik vanmorgen begonnen was: de veerhaven van Breskens. Maar nu met oostelijke vale spotvogel op zak.
23 oktober 2021
Meer: Een geweldig weekend
Geen opmerkingen:
Een reactie posten