dinsdag 14 december 2021

Een geweldig weekend

Het was een geweldig weekend. Ajax verloren? Nou ja, dat overleef ik wel. Max? Bijzaak natuurlijk, ook al kan ik niet ontkennen dat ook ik ergens diep van binnen een sprankje euforie voelde toen ik op weg naar huis las dat-ie het wonderbaarlijkerwijze toch geflikt had. In het licht van alle rottigheid in de wereld die onophoudelijk op ons afkomt, heeft het natuurlijk geen betekenis. Hoeft ook niet.
Terwijl de ene helft van de mensheid somberde vanwege het sombere weer en de andere helft bijna op tilt sloeg van de verzengende spanning vanwege Max’ vorderingen in Abu Dinges, struinde ik in de schaduw van nieuwbouwflats van Oegstgeest langs de ruige oever van een stadsvijver. En langs een boomsingel in het naastliggende plantsoen. En door de Klaas Hennepoelpolder achter ons. Ja, als vogelaar kom je nog eens ergens. Alles voor bruine boszanger. Maar die wilde daar niets van weten. Terwijl Max in Abu Dinges al bij de start zijn leidende positie verspeelde, speurde ik in bosjes en langs rietranden. Terwijl Max op langzamerhand onoverbrugbare afstand werd gezet, checkte ik koolmezen, een heggenmus, winterkoninkjes en roodborsten die allemaal koolmezen, een heggenmus, winterkoninkjes en roodborsten bleken. Het leukste was nog een rietgors. Oké, dat werd hem niet, ik stapte op de fiets, terug naar station Leiden maar ik had nog geen honderd meter afgelegd of: bruine boszanger. Onmiskenbaar waren de smakkende roepjes die ik hoorde uit net dat rijtje struiken dat ik tot nu toe nou juist nog niet gecheckt had. Ik kreeg daar uiteindelijk niet meer dan een korte flits van hem te zien, maar even later vonden we hem terug bij de vijver waar-ie het vaakst gezien wordt en ook vanmorgen nog gezien was en tenslotte liet-ie zich geruime tijd prachtig zien in takkenbossen die daar laag boven het water hangen. Onverstoorbaar was-ie aan het foerageren en het badderen, tot een plaatselijke roodborst hem verjoeg. Dat is nou wat mij euforisch maakt. Ook al heeft ook dat natuurlijk geen betekenis in het licht van alle rottigheid in de wereld die onophoudelijk op ons afkomt. Maar het is dus wel een treintje later geworden.

En dat was dan nog de zondag. Nog feestelijker was de zaterdag geweest, al was het maar omdat toen waar ik was de zon volop scheen. Maar ook dat was bijzaak. Ik had na een paar wat tammere weekends weer eens zin in waarlijk avontuur. Dus de trein naar Groningen genomen, het boemeltje naar Eemshaven en uitgestapt in Uithuizen, midden in de Groningse achterlanden. Eindeloze platheid om je heen: Nederlandser krijg je het niet. Prachtig, helder weer, de zon laag boven de zuidoostelijke horizon en koud. Doel deze zaterdag was de kaspische plevier die alweer een week of twee verblijf houdt op de laatste akkers bij Uithuizen voordat de zeedijk het waddengebied aankondigt. Dat leek wel goed te komen want de eerste melding was al binnen en ik zag ze verderop al over de akker staan turen. Maar toen ik naast me roepjes van frater hoorde, moest eerst dat nog even gecheckt. Ook een nieuwe jaarsoort immers. Toen al na korte tijd twee vogels uit de ruigte opvlogen en verdwenen en het vervolgens stil was, was het tijd voor de kasp. Die in de tussentijd natuurlijk best vertrokken had kunnen zijn. Maar dat was-ie niet. De eerste oneffenheid die me in de akker opviel (dat was ‘m natuurlijk niet, zo gemakkelijk kon het niet zijn, was vast een plukje plantenresten of zo), dat was ‘m. Meteen bij aankomst: zo wil je ze wel vaker. De vogel holde in grote naarstigheid over de akker, stond vrijwel nooit stil en naderde af en toe tot misschien maar twintig meter. Schitterend! En kon een paar momenten later alweer honderd meter verderop lopen. Maar hij was vaak genoeg dichtbij om voor een onuitwisbare herinnering te zorgen. Iets waar anderen voor naar Abu Dinges moeten afreizen om Max te kunnen aanschouwen.
Met ook nog wilde en kleine zwanen op het Ruidhorn verderop, en op en boven de kwelder onder andere fraters, strandleeuweriken, ijs- en sneeuwgors en mooie blauwe kiekendieven, waren ook de bonussen weer goed verzorgd. En zo vermaak ik mij, terwijl het buiten grauw is en miezert en de rottigheid in de wereld onophoudelijk op ons afkomt. Je moet wat immers, om die rottigheid te kunnen verstouwen.

12 december 2021


Meer Urban Birding: Wijnhavenkwartier
Meer twitchen: Koet






Geen opmerkingen:

Een reactie posten