donderdag 23 december 2021

Utrechts glorie

Ook afgelopen winter dook weer de zwartkeellijster op in Hoograven. In Nieuwegein verbleef een siberische tjiftjaf. In het voorjaar een zwarte ooievaar bij Haarzuilens. Monniksgier bij Breukelen. Vale gier bij Breukelen. In de Zouweboezem broedde een paartje witvleugelsterns. In de nazomer op de voormalige vliegbasis Soesterberg eerst een morinelplevier en een paar weken later een grijze wouw. Een juveniele steppekiekendief langs de Kooidijk. Raddes boszanger te Amersfoort. Europese kanarie in Houten. Allemaal hele fijne soorten, allemaal zomaar om de hoek. En dan was er natuurlijk nog de dwergaalscholver die in juli verscheen langs de Lek bij Everdingen en daarna tot op heden verblijft op de Laagravense plas bij Utrecht stad. Het is een duizelingwekkende lijst. Utrecht sprak een woordje mee, dit jaar. En ook bij onze naaste buren was het nodige te beleven: een zingende struikrietzanger en een hop bij Waddinxveen en een rosse franjepoot in Ede. Nee, we hoefden niet ver te reizen om een paar fijne soorten op te strijken. Binnen een half uur met de trein kon je een hele mooie jaarlijst opbouwen.
En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, werd vandaag een grote pieper gemeld, ter plaatse in het Wielrevelt bij Haarzuilens, vlak voorbij de Haarrijnse plas. Nou zit ik niet heel dik in mijn grote piepers en zeker niet aan de grond, dus daar besteedde ik graag mijn vrije uurtjes aan. Zodra ik kon ben ik dan ook op de fiets gestapt en die kant op gegaan. Prachtig winterweer, eindelijk, na dagen van grijsheid: heldere lucht, volop zon en berijpte weilanden. Bijzaak natuurlijk. Ter plaatse op het Wielrevelt stonden we al gauw met een man/vrouw of tien te wachten op de dingen die komen gingen. We hoefden niet lang te wachten. Ineens zat-ie daar, een onberispelijke grote pieper. Forse gestalte, hoog op de poten en met een markante, wat strenge koptekening. Niet al te ver weg scharrelde hij door het gras. Af en toe verscholen achter een graspol, af en toe prachtig en geheel vrij zichtbaar. Door de telescoop een plaatje. Misschien wel mijn mooiste grote pieper ooit. Af en toe vloog-ie een stukje en af en toe liet hij daarbij zijn kenmerkende, rauwe vluchtroep horen. Wat altijd meegenomen is, want geen betere manier om die roep goed te leren kennen.
Het is natuurlijk geen zeearend, het is niet een groots en meeslepend ding dat bij elke passant een onverwoestbare indruk achterlaat, maar in al zijn bescheidenheid is grote pieper toch erg de moeite waard: een schaarse doortrekker, vooral langs de kust, die maar heel af en toe in de winter blijft hangen. Een buitenkansje dus om die zo dicht bij huis zo mooi te zien te krijgen. Je voelt je dan toch een beetje bevoorrecht om in Utrecht te wonen. Het was een mooie afsluiter van het Utrechtse vogeljaar!

21 december 2021


Meer uit het Utrechtse: 1 januari

Geen opmerkingen:

Een reactie posten