vrijdag 3 februari 2017

Burgemeesters

Vroeger, ja, vroeger stapte je voor één burgemeester al in de trein naar Scheveningen. Maar de inflatie heeft de afgelopen jaren stevig toegeslagen en tegenwoordig zijn er daar tien voor nodig. Ik had ze natuurlijk ook al dit jaar. Een prachtige grote burry tot op amper tien meter afstand op het strand van Katwijk aan Zee, en een fraaie kleine heen en weer vliegend langs de IJmuider zuidpier. Ook nog eentje trouwens diezelfde dag op het strand bij Noordwijk. Ik hoefde dus niet zo nodig voor een paar burgemeesters naar Scheveningen. Maar nu er al enkele weken tot wel acht grote en ook nog een paar kleine worden gemeld op het noorderstrand van Scheveningen, kon ik uiteindelijk niet thuis blijven. Burgemeesters zijn al geruime tijd relatief talrijk langs de Nederlandse kust, sinds een hevige winterstorm begin dit jaar ongekende aantallen naar West-Europa heeft gedreven en bovendien de stranden heeft geplaveid met schelpen en zeesterren die enorme aantallen meeuwen aantrokken. En nu lijkt het erop dat zowat al die burgemeesters zich verzameld hebben op dat ene stukje strand even ten noorden van Scheveningen. En terwijl de grote aantallen meeuwen alweer zijn verdwenen, zijn juist de burgemeesters nog blijven hangen. Voor ons betekent dat feest. Want hoewel veel vogelaars een beetje hun neus ophalen voor al die jonge meeuwen die in variatie nauwelijks onderdoen voor soepganzen en stadsduiven en die nemen we immers ook niet serieus, vinden we allemaal de burgemeesters, ook de onvolwassen beesten, hele fijne vogels. Afkomstig uit het hoge noorden zijn ze in de meeste winters slechts in zeer kleine aantallen in Nederland aanwezig. De meeste blijven ver ten noorden van ons overwinteren. Dat op zich maakt ze natuurlijk al aantrekkelijk. Voeg daarbij hun opvallende verenkleed, sterk afwijkend van onze eigen jonge meeuwen, en je ziet dagelijks mannen (meest mannen) gewapend met telescopen en telelenzen op het strand. Zeker als de burgemeesters daar met zovele zijn.
Ik had de vogels tot nu toe nog laten lopen. Had andere soorten, ringsnavelmeeuw en taigarietgans nog even voorrang gegeven, maar vandaag vond ik het de hoogste tijd om de heren met een bezoek te vereren. (Ja, om een of andere reden vind ik vooral de grote burgemeesters altijd heren, hoewel eerder nog roverhoofdmannen, met hun stoere koppen en zware snavel; kleine ogen veel liever, veel zachtaardiger met ronde kopjes en veel bescheidener snavels.) Dus de trein naar Den Haag genomen, de tram naar het Zwarte Pad en van daar het strand op, waar ik verderop de mannen al zag staan achter hun telescopen en telelenzen. De groep meeuwen waar ze naar stonden te kijken zag er van afstand maar bescheiden uit, nog een stuk bescheidener dan ik me had voorgesteld. Maar toen ik wat dichterbij kwam zag ik al gauw twee grote en bijna witte beesten ertussen: dat moesten haast wel twee grote burgemeesters zijn, nam ik aan. En eenmaal ter plaatse bleken dat lang niet de enige te zijn. Burgemeesters waren hier bijna in de meerderheid. Ik telde minimaal zeven grote en drie kleine. Anderen kwamen in hun tellingen zelfs nog ietsje hoger uit. Dat is voor de statistici. Ik was met mijn aantallen meer dan tevreden. Temeer omdat de vogels tot op amper tien meter van ons kwamen en zich geweldig lieten bekijken. Dat leverde een uiterst prettig en onvergetelijk uurtje op. Opvallend was de enorme variatie, met name onder de grote burgemeesters. Enkele waren er bijna wit, met slechts spaarzame fijne tekening op hun lichtbeige grondkleur. Andere waren juist behoorlijk donker voor een burgemeester, met grauwe grijsbruine buiken en veel prominentere donkere tekening op hun verenkleed. Maar allemaal hadden ze lichte, beige tot bijna witte en vrijwel ongetekende handpennen. En dat is wat we willen zien. Dat is wat een burgemeester tot een burgemeester maakt.

3 februari 2017





Geen opmerkingen:

Een reactie posten