woensdag 14 januari 2015

Spreeuwen

Het is moeilijk dezer dagen nog iets verstandigs te zeggen dat niet al gezegd is. Het is trouwens ook best lastig iets onverstandigs te zeggen dat niet al gezegd is. Maar laat ik dan dit zeggen, verstandig of onverstandig, dat laat ik in het midden: zo klein, nietig en onbeduidend als wij ons voelen dezer dagen, zo machteloos als we het molenwieken van de geschiedenis ondergaan, zo machteloos ondergaan we ook de gang der seizoenen, zo klein zijn we ook ten overstaan van het machtige roeren van de aarde zelf. Het regende en het stormde vandaag maar in het Gagelbos zong alweer de zanglijster. Het is nog wat vroeg om er conclusies aan te verbinden maar ik durf wel te voorspellen dat het ondanks alles ook dit jaar gewoon weer voorjaar wordt. Wat de betekenis daarvan is? Al sla je me dood ... (maar doe dat liever niet). Maar ook in de vluchtelingenkampen in Syriƫ en ook in de platgelopen straten van Parijs wordt het gewoon weer voorjaar, over doorgaan gesproken, en op een of andere manier geeft dat een soort van troost. Ik gebruik woorden vol voorbehoud, vol betrekkelijkheid, een impliciet enerzijds anderzijds is mij eigen, ja het is niet anders want deze gedachtegang is natuurlijk pathetisch en ontoereikend, zeker voor wie daadwerkelijk een klap van de molen van de geschiedenis heeft gehad, maar dat simpele, onstuitbare voortgaan van de seizoenen, heggemussen en koolmezen die zich alweer beginnen te roeren, speenkruid en klein hoefblad die alweer de gele kopjes boven het doorweekte laagland beginnen uit te steken, dat kunnen we toch eigenlijk alleen beantwoorden door, inderdaad, ook zelf maar weer gewoon door te gaan. Veel keus hebben we trouwens niet.
Daarom vanmiddag maar eens gaan kijken naar de spreeuwen, en uiteindelijk waren die vandaag het hoogtepunt van de dag. Boven het Merwedekanaal en omstreken verzamelen zich al enkele weken elke namiddag tienduizenden spreeuwen en dat is een schouwspel dat je alles doet vergeten. Tienduizenden spreeuwen in voortdurend van vorm veranderende zwermen wervelen, tollen rond en woeden als een brand zonder vuur, als laaiende vlammen van zwart. Het is sensationeel. Het is als geluidloze muziek. En twee slechtvalken waren als spelden die je in een speldenkussen prikt: eerst wordt de groep samengedrukt en verdicht die zich tot een bijna inktzwarte massa. Daarna splitst die massa zich, wijkt uiteen en vormt weer nieuwe vormen, nieuwe formaties. Het is pure magie. Het is van een magische schoonheid. En het speelde zich vanmiddag dan ook nog af onder grijze voort waaiende wolkenvelden die al even duister zijn als de spreeuwenzwermen zelf.
Ach, ik zeg ook maar wat.

13 januari 2015


Meer urban birding: Groningen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten