Je hebt werkpaarden en je hebt luxepaarden, ook onder vogelaars. Vandaag was ik een werkpaard. Misschien ben ik altijd wel een werkpaard, altijd zwoegend op het vouwfietsje. Misschien moet ik het anders formuleren: je hebt werkdagen en je hebt luxe dagen. Vandaag was een werkdag. Vanaf het moment dat we station Schiedam Nieuwland achter ons lieten en als tegen een muur tegen de stormwind aan botsten, tot het moment vele uren later dat we na een omweg via Delft en fietspaden die vastliepen in nieuwbouwwijken en bedrijventerreinen eindelijk de plek bij de Ackerdijkse plassen vonden om daar te vernemen dat de hop daar al uren niet gezien was, was het zwoegen en werken en verspillen van uren die zoveel nuttiger en aangenamer besteed hadden kunnen worden. Hoofddoel vandaag was gelukkig niet de hop maar de oosterse tortel die zich al geruime tijd ophoudt in een nieuwbouwwijk in Vlaardingen. Zowat twee weken lang had ik ‘m links laten liggen maar vandaag moest het er maar eens van komen. Dus met de trein naar Schiedam Nieuwland en met de fiets naar de betreffende wijk in Vlaardingen, om daar vervolgens vele uren door te brengen op een parkeerplaatsje, in winderige straatjes en in zeiknatte plantsoenen, speurend in achtertuintjes en in bosjes in groenstroken. De wind loeide door de steegjes en af en toe woeien felle buien omlaag. Wachten, wachten, wachten. En zo deden wij wat ons dezer dagen was opgedragen: doorgaan met ons leven. Niet ons angstig terugtrekken in ons holletje maar gewoon de dingen doen die we altijd doen. Al zijn dat in ons geval geen dingen waar enige moslimextremist aanstoot aan zal nemen, geen dingen die enige heldhaft vereisen.
Ik vreesde alweer de dip van dit nog jonge jaar en de hop had ik eigenlijk al helemaal opgegeven toen halverwege de middag terug bij de slaapboom eindelijk beet: oosterse tortel enige tijd fraai in beeld. Mijn tweede pas en de vierde voor Nederland, dus alle moeite wel waard. Bovendien een vogel die de gemoederen ook bezighoud omdat het niet, zoals de voorgaande drie gevallen in Nederland, een duidelijke ‘meena’ is, de ondersoort die het dichtstbij voorkomt en het vaakst naar West-Europa afdwaalt. De drie voorgaande gevallen waren met zekerheid meena, maar van deze is de ondersoort niet zo eenvoudig vast te stellen. Hij heeft intermediaire kenmerken en lijkt dan ook van een intermediaire populatie afkomstig.
Na de tortel meenden we nog net de tijd te hebben voor de hop bij Ackerdijk, maar toen we daar na verre omzwervingen in het laatste middaglicht arriveerden, was die dus klaarblijkelijk al geruime tijd op stok. Na een half uurtje vergeefs speuren hielden we het verder voor gezien, fietsten terug naar Delft en namen in Delft Zuid de trein naar huis.
10 januari 2015
Mooi verwoord, ik zie het wel als een luxe dag als het uw hobby is natuurlijk. Zo ziet u veel meer als ik in mijn achtertuin ;)
BeantwoordenVerwijderen