dinsdag 27 augustus 2024

Excursie Keulen en Aken

Het oorspronkelijke plan was om naar de Biesbosch te gaan, maar wegwerkzaamheden op de A2 maakten dat tot een nogal hachelijke onderneming. Verkeerschaos dreigde. Zondagochtend heen zou wellicht nog wel goed gaan, maar ’s middags terug zouden we mogelijk in een fuik van urenlange files terechtkomen. Dat wilden we onszelf maar liever niet aandoen en een alternatief was gauw gevonden: in de kop van Noord-Holland wachtte ons met een beetje geluk een fraaie bonapartes strandloper. En dus stonden we vanaf half 10 ’s ochtends een ondergelopen bollenveldje bij Callantsoog af te speuren. Vergeefs, helaas. Met tientallen vogelaars zowat twee uur staan zoeken maar bona, zoals we de soort liefkozend noemen, kon niemand vinden. Uit nader onderzoek op Waarneming.nl bleek dat die niet de enige was die vanmorgen vertrokken leek. Tegen de zeven zeer zeldzame soorten die gisteren door in totaal 88 waarnemers waren gemeld, stonden vandaag slechts één soort en twee waarnemers. Er is vannacht schijnbaar iets dramatisch gebeurd en wij plukten daarvan de wrange vruchten.
En toen we in de middag besloten al vogelend weer op huis aan te gaan, bleek dat door uitgebreide wegwerkzaamheden rond Amsterdam onderweg naar Utrecht toch weer verkeerschaos en urenlange files dreigden. Zo was onze expeditie naar Noord-Holland in feite een dubbele mislukking: geen bonapartes kunnen vinden en geen verkeerschaos kunnen vermijden. Gelukkig bood de dijk van Enkhuizen naar Lelystad uitkomst en wisten we via Flevoland toch nog aan de verkeerschaos te ontsnappen.

Was er ook nog wat leuks te beleven vandaag? Ja hoor. Zo zaten er op ons eerste bollenveldje, waar we zo vergeefs naar bonapartes strandloper hadden staan zoeken, wel vele tientallen kemphanen. Kemphanen in de fraaiste kleurschakeringen en de meest uitzinnige uitdossingen. Er waren erbij die oogden als dalmatiërs uit een Walt Disney-strip: bijna helemaal wit met een paar kunstzinnige zwarte vlekken. Met ook nog onder andere volop bonte strandlopers en bontbekplevieren, wat kleine strandlopers, een paar drieteenstrandlopers, kanoeten en krombekstrandlopers, een temmincks strandloper en een prachtige engelse kwikstaart konden we onmogelijk ongelukkig zijn.
Daarmee was de Noord-Hollandse koek wel zo’n beetje op. We gingen nog naar de plek waar bona enkele dagen geleden gevonden was, op een bollenveldje langs de Belkmerweg, maar vonden daar slechts bontbekplevieren met drie bonte en één kleine strandloper ertussen. En bij Anna Paulowna gingen we op zoek naar een gestreepte strandloper. Die vonden we: ver weg en ternauwernood herkenbaar.
In Flevoland gingen we nog even langs bij de Kleine en de Grote Praambult. Die leverden nog enkele hoogtepuntjes op die definitief de pijn van de gemiste bona wegmasseerden. Naast blauwe kiekendief, vele tientallen lepelaars en tientallen casarca’s speelden hier vooral zeearenden de hoofdrol. Verschillende zagen we er in de lucht en ook enkele mooi in het veld, en tenslotte vonden we er een heel stel bij elkaar op een rijtje ver weg voor een rietrand. Af en toe sprongen er een of twee op om een klein stukje te gaan vliegen en af en toe leken ze enthousiast tegen elkaar aan te springen. Ze leken wel een schoolklasje van baldadige kinderen die wat met elkaar aan het spelen waren. Af en toe kwam er een nieuwe zeearend aanvliegen en uiteindelijk telden we er liefst twaalf. Vroeger zou je dat een on-Nederlands tafereel genoemd hebben maar ja, de tijden veranderen.

17 augustus 2024


Mijn weblogkasteel

maandag 26 augustus 2024

Tot slot

Om het af te ronden: de laatste handelingen van onze vakantie, wat mezelf betreft. Even uit mijn hoofd: paar keer aan het wad geweest, onder andere bij opkomend tij. Weer mooie samenkomsten van wadvogels, mooie getijdentrek en met drie krombekstrandlopers zelfs nog een nieuwe jaarsoort. Naar het Waloseum geweest, natuurmuseum over walvissen, diepzeeleven en kustvogels (in hele ruime zin, we kwamen ook een opgezette grote trap tegen). En enkele dagen van het Vikingerfestival genoten, wat een feest was van aanstekelijke gezelligheid, fijne livemuziek, spectaculaire vuurshows en allerlei optredens, alles in een context van oud middeleeuws marktleven. Het was ook een soort theaterfestival met velen, niet alleen medewerkers maar ook bezoekers, die in Vikinger klederdracht liepen, althans, wat daarvoor moest doorgaan. Onze laatste avond was het uit met het spektakel en was het ineens leeg en stil op het terrein. We voelden ons bijna ontheemd.

En wat hebben we nou de afgelopen weken geleerd over Duitsland? Waaraan konden we zien dat we in Duitsland waren? Een korte inventarisatie.
De schuilhutten af en toe langs het fietspad.
De omgang van Duitsers met fietsers: het ene moment denk je op een fietspad te rijden, het volgende rijd je ineens op de stoep. Soms weet je werkelijk niet of je op een fietspad of op de stoep rijdt. Soms weet niemand het en loopt en fietst iedereen maar door elkaar. Je hebt ook stroken waar de ene helft voor de fietsers is en de andere helft voor de voetgangers, en bijna niemand die die twee uit elkaar houdt. Op een keer fietsten we op een fietspad langs een redelijk drukke weg, toen dat ineens ophield en we ons kilometers lang tussen het autoverkeer moesten wagen. Nogal verwarrend allemaal. Je krijgt het gevoel dat ze ons fietsers maar een beetje wegmoffelen hier.
En dat de waddenkust hier af en toe dient als feestlocatie, is ook niet iets dat je in Nederland gewend bent.
Maar al die verschillend zijn natuurlijk heel betrekkelijk. Op de schaal van de wereldwijde diversiteit hebben ze nauwelijks betekenis en zijn Nederland en Duitsland zo goed als één. Wat de consequentie daarvan is voor de wereldgeschiedenis, dat laat ik graag aan anderen.

Dinsdag 6 augustus 2024


Terug naar begin: Norddeich

Meer buitenlandse zaken: Lissabon, 4 juli 2004







Helgoland

Even vooraf: gisterochtend opkomend tij mét telescoop mogen meemaken. Was geweldig. Leverde naast mooi zicht op regenwulpen, rosse grutto's en groenpootruiters onder andere een fraai groepje kanoeten en een zilverplevier op, allebei in adult zomerkleed en dat is bij dit soort steltlopers toch weer net even feestelijker dan de grijze tot bruine beestjes die ons in dit deel van Europa de meeste tijd worden voorgeschoteld.
En gistermiddag met zijn drieën naar het kasteeltje van Lütetsburg geweest, uitgebreid de kasteeltuinen bezocht, klassiek Engels van stijl, en teruggefietst door het bos van Hagen en door het windmolenpark. Vooral dat laatste is een overweldigende ervaring. Al die windmolens, ze zijn zo enorm en zo massaal aanwezig.

Hoogtepunt van onze vakantie was misschien wel onze dagtocht naar Helgoland. Die hadden we aanvankelijk niet gepland maar een boottocht van twee en een half uur, deels over volle zee en langs een drukbevaren scheepvaartroute, bracht ons op deze parel ver op de Noordzee, met zijn kliffen als kathedralen, zijn rode gesteente dat loodrecht uit zee verrijst. Natuurlijk, het is allemaal reisgidsenheroïek; de vergezichten, het visuele spektakel van die kliffen als kathedralen die zich tot zowat 60 meter hoog uit de golven verheffen, en de Lange Anne die aan het eind van het eiland hoog uit zee verrijst en trouwens dreigt ooit bij een harde storm in zee te storten, ze zijn allemaal bekend, de plaatjes kun je overal terugvinden, op internet en in dure fotoboeken, en die paar foto's van ons voegen maar weinig toe, maar het is bijzonder om daar te staan, daar op dat eiland en uit te kijken op die kliffen, op de vogelkolonies op die kliffen, en over de oneindigheid van de zee in de diepte, al is het dan de Noordzee maar. Ja, vanaf vandaag kan ik zeggen: ik ben op Helgoland geweest. Ik probeer geen snob te zijn maar alleen dat is al de moeite waard.
Effe wat informatie: Helgoland meet 1,7 km² en telt 1.307 inwoners. Ooit werd het ingelijfd bij het Vikingrijk en in de tijd van de Hanze werd het vooral bekend als piratennest. In het iets recenter verleden is het eiland onderdeel geweest van Denemarken en van het Verenigd Koninkrijk, maar sinds 1890 is het Duits grondbezit. Dat kwam het eiland nog duur te staan want op 18 april 1945 voerden duizend vliegtuigen van de Royal Air Force een vernietigend bombardement uit, waarbij circa zevenduizend bommen werden afgeworpen waardoor het eiland onbewoonbaar werd en de bevolking moest worden geëvacueerd. Een flinke krater uit die tijd is nog zichtbaar langs het wandelpad over de kliffen. Tegenwoordig is Helgoland dankzij de ligging diep in de internationale wateren een belastingvrije zone. De winkeltjes naast de haven waar je relatief goedkoop luxe artikelen kunt kopen, vormen voor niet-vogelaars misschien wel de grootste attractie van het eiland. Al moet je het begrip ‘goedkoop’ wel met een korrel zout nemen, want je hoeft dan wel geen belasting te betalen, je betaalt fors voor de dure merken.
Tot zover Wikipedia. Het soortenspectrum bleef ook vandaag betrekkelijk modaal, de meest onverwachte soort vond ik nog de roek die ik vond in een groepje kraaien. Ik weet niet hoe bijzonder dat op Helgoland is maar ik had hem niet zien aankomen. Maar wat zou dat? Die jan van genten, die drieteenmeeuwen: fantastisch waren ze! Ze oogden als poedersuiker die over de kliffen was uitgestrooid.
Overal op de kliffen zaten de jan van genten op wat voor hun nesten moet doorgaan. Prachtige jan van genten in alle soorten en maten: adulten, juvenielen, af en toe een paar tweede of derde kalenderjaar en ook nog aardig wat pullen. Waar je maar keek jan van genten. Er waren plekken waar je zowat naast de broedende jan van genten stond en je ze over het hekje heen bijna had kunnen aaien. Wat overigens niet is aan te bevelen want daar zijn ze niet van gediend en hun snavels zijn vervaarlijke wapens. Met tientallen stonden we ernaar te kijken, het leek de dierentuin wel dus nee, de klassieke natuurbeleving zoals die in alle rust en eenzaamheid dient te worden gebezigd, was het bepaald niet. Maar voortdurend de jan van genten om ons heen, in die prachtige vluchten ook, weinig ter wereld is mooier dan dat en ik had het niet willen missen.
Het broedseizoen was voor de jannen duidelijk nog niet afgelopen. Ook de drieteenmeeuwen waren nog volop op de broedplaatsen. Minder prominent dan de jan van genten, minder in aantal en ook niet zo dichtbij, ze broeden verspreid wat lager op de rotsen, maar ook die waren het aanzien meer dan waard. Het zijn prachtige meeuwtjes en ze lieten zich geweldig zien.
De alken en de zeekoeten konden we niet meer vinden, behalve wat groepjes zeekoeten vanaf de boot op volle zee. Voor hen was het broedseizoen inmiddels voorbij. Maar dat mocht de pret niet drukken. Toen we na vier uur op het eiland weer aan boord stapten voor de terugtocht, hadden we iets meegemaakt dat we niet snel weer zouden vergeten. En dat is, zeg ik altijd maar, toch waar het om gaat op vakantie. En niet alleen op vakantie natuurlijk.

Vrijdag 2 augustus 2024


Verder met Norddeich 2024: Tot slot







Juist

Wat vooraf ging:
Maandag, terwijl de anderen naar het luxe zwemparadijs waren, in mijn eentje een mooie tocht gemaakt naar en door de bossen bij Hagen: mooi ander aspect van de omgeving met ook een ander genre aan vogelsoorten. Boomkruiper, zwarte mees, roek, dat soort. Fraaie waterloop dwars door het bos, met weelderige oevers. En terug langs het kasteeltje van Lütetsburg, wat ook best mooi was.
En 's middags eindelijk opkomend tij meegemaakt. Ik was aan de andere kant van de haven. Spectaculaire getijdentrek. Geen verrassende soorten, wel verrassende aantallen. De enkele regenwulpen waren er tientallen geworden, de rosse grutto's misschien wel honderden. Ook tientallen groenpootruiters, onder meer.

Dinsdag met zijn drieën naar Greetsiel gefietst. Mooi maar erg toeristisch stadje. Oogde heel erg Hollands, met een echte Hollandse molen, een grachtje en een haventje met vissersboten en klassieke Hollandse gevels erlangs. Daarna het achterliggende natuurgebied bezocht. De Hauener Putten en Leyhorn: rietvelden met plassen en aan de andere kant van de dijk kwelders en wad. Weer een scala aan nieuwe vakantiesoorten maar iets noemenswaardigs zat er niet tussen. Het geel met rode vuurtorentje van Pilsen was wel noemenswaardig.

Ondertussen is op het terrein hier langs het wad de rust weergekeerd. Maar niet voor lang want morgen arriveren de Vikingen.

Dit alles natuurlijk als inleiding op onze dagtocht naar Juist vandaag. Was een fijne tocht. Juist (spreek uit juust) is ook weer een bijzonder eiland. 17 kilometer lang, werd ons verteld, maar soms amper 500 meter breed. Al werd daarbij vermoedelijk de brede kwelder langs de Waddenkant niet meegerekend want die is in z’n eentje soms al zowat 500 meter breed. Maar toch, het eiland ligt als een smalle naald tussen Noordzee en Waddenzee. Als je vanaf het strand de zeereep beklimt, zie je meestal aan de andere kant meteen de Waddenzee alweer voor je.
Het eiland is bijna volmaakt autoloos. Alleen politie, brandweer en de dokter hebben een auto. Mens en dier worden er vervoerd per paard en wagen. Verder heeft het, ook binnen de bebouwing, veel meer het eenvoudige, landelijke karakter dat we van onze Waddeneilanden kennen, al is er in Juist dorp langs zee ook een smalle strook met de allure van de sjieke grootstad die de Duitse eilanden zo kenmerkt, met barokke gevels, statige hoogbouw en een monumentaal en wit bepleisterd koepelhotel.
Langs zee gewandeld, langs de kwelder, door de duinen en door het dichte moerasbos langs de Hammersee, restant van de dijkfoorbraak die in 1651 het eiland tijdelijk in tweeën brak. Ook het hoogste duin van de Oostfriese Waddeneilanden ligt op Juist, aldus Wikipedia. Maar lag dat niet ook al op Norderney? En op welk eiland dan nog meer? Zien we hier de uiting van een prestigestrijd tussen de eilanden?
Al met al een mooie impressie gekregen van het eiland. Dat is net als Norderney uiteindelijk gewoon een mooi en natuurrijk Waddeneiland. Maar noemenswaardige soorten leverde het opnieuw niet op.

Woensdag 31 juli 2024


Verder met Norddeich 2024: Helgoland











zondag 25 augustus 2024

Twee werelden

Twee werelden, ja het is een klassiek concept maar ook hier: twee werelden. Aan de ene kant de Waddenkust, die zelf trouwens ook weer, zelfs in tweeërlei zin, uit meerdere werelden bestaat. Er is hier in Norddeich het evenementengebeuren met mensenmenigten, vliegerweide, kraampjes en podia, kunstmatige stranden en een boulevard met uitzichtplateau en trapjes naar het wad. En er is de rust en de pure natuur amper een kilometer verderop, met fraaie kwelders langs het wad. En er is natuurlijk het wad bij laagwater en het wad bij hoogwater, ook twee geheel verschillende werelden. Bij laagwater een uitgestrekte slikvlakte waar de ondergaande zon zo mooi op kan weerspiegelen, met slechts verspreid en meest ver weg wat groepjes vogels: wulpen, tureluurs, scholeksters, wat rosse grutto's, een paar regenwulpen en vooral kokmeeuwen. Heel vogelrijk is het er niet, veel minder vogelrijk dan ik het ken van de Nederlandse waddenkust. Zou dat ermee te maken kunnen hebben dat er relatief weinig Waddenzee is hier? Op sommige plekken is het nauwelijks twee kilometer naar Norderney. En weinig wad = weinig vogels. En bij hoogwater de zee die tegen het basalt aan klotst, met slechts een paar eiders op de golven en pakweg om de honderd meter een of twee oeverlopers, of soms drie, opvliegend van de dijkvoet af van de houten schotten die bij niet al te hoog water de Waddenzee hier in hoekige vlakken verdelen en bij hoogwater de dijk moeten beschermen tegen al te heftige golfslag. De tussenfase, opkomend of afgaand tij met vogels dichtbij op een smalle strook drooggevallen wad, maakte ik tot nu toe hier nog niet mee. Ik heb me daar het hoofd over gebroken. Het kan haast niet anders dan dat die fase maar kort duurt, dat het wad in no time vol of weer leeg loopt. Dat moet betekenen dat het wad hier heel vlak is, zodat een paar decimeter verhoging al zowat voldoende is om het hele wad te laten onderlopen. En bij laagwater zie je: dat klopt.

Daar tegenover staat die andere wereld: het binnenland. Het is een land van akkers en velden, van weilanden en graanakkers die er net niet zo schoon gestreken, net niet zo vlekkeloos uitzien als vaak bij ons, aaneengesmeed door stroken kreupelhout, boomlanen, snippertjes bos, half(?)natuurlijk waterloopjes soms met rijk begroeide oevers en een paar hoeves en boerenschuren, hier nog niet allemaal in gebruik als feriënwohnung. Hier heb je geelgors, af en toe kwartel en bruine kiekendief, en in de verte wouden van windmolens. Het is leeg hier, stil en wat dat betreft niet altijd zo heel anders dan het wad aan de andere kant van de dijk. Vanavond het gewenste, perfecte ommetje door dat landschap gevonden. Precies zoals hierboven beschreven, met daarbij nog de eerste invallende avondschemer.

Verder onder leiding van Esther de 'koeientocht' gemaakt, langs de Waddendijk heen en door de binnenlanden terug langs allerlei attractiepunten met informatiebordjes erbij, zoals een oude dijkdoorbraak, een plasje in het polderland of een boerenhoeve op een terp. Met Harriët naar het 'Natürstrand Hilgenriedersiel' gefietst, natuurgebied langs het wad een kilometer of 10 naar het oosten, met fraaie uitgestrekte kwelders. En met zijn allen naar Norden gefietst, onder andere naar het Teemuseum en onze inmiddels favoriete Konditorei. Alles bij zowat onafgebroken zonnig zomerweer, wat dat betreft treffen we het weer geweldig.
Intussen is het buitenfilmfestival naadloos overgegaan in het brandweerfestival, met reuzenrad en eetkraampjes, live muziek tot na middernacht, stoere brandweerwagens en spectaculaire demonstraties, maar is dat ook alweer beëindigd en is in ieder geval vanavond de rust weergekeerd.

Zondag 28 juli 2024


Verder met Norddeich 2024: Juist












Norderney

De grootste attractie van Norddeich zijn natuurlijk de twee eilanden die aan de overkant op ons liggen te wachten. Twee Waddeneilanden die we deze vakantie graag aan onze verzameling willen toevoegen. Vandaag was Norderney aan de beurt. Na een boottocht van ruim een uur konden we het op de lijst van door ons bezochte Waddeneilanden bijschrijven. We hebben er langs de Waddenkust gefietst, hebben de vuurtoren gezien, zijn aan zee geweest, hebben door de duinen gefietst en hebben het hoofdstadje bezocht. Meer heb je niet nodig om zo'n eiland tot je te nemen. Dat het eiland 14 kilometer lang is, een oppervlakte heeft van ruim 26 km² en een kleine 6000 inwoners telt, ach, het is voor de statistieken, onderweg merk je daar weinig van. Op het eiland ligt ook het hoogste natuurlijke punt van de gehele Oostfriese eilandketen, aldus Wikipedia, een zandduin midden op het eiland met een hoogte van 24,4 meter. Of we het gezien hebben weet ik eerlijk gezegd niet.
Een Duits Waddeneiland dus. Die zijn anders dan de onze. Dat zit 'm deels in kleine details: het uiterlijk van de vogelkijkhutten, de schuilhutten langs de fietspaden, de klassieke strandstoelen op het strand. Deels in grotere details: hele lappen kwelder en stukken duingrasland doen dienst als golfbaan, iets wat je je op Schier of op Vlieland niet kunt voorstellen. Maar buiten de stad is Norderney gewoon een mooi Waddeneiland, met dezelfde kwelders, paars van het lamsoor, en dezelfde duinstruwelen als op onze Waddeneilanden, dezelfde ondergelopen valleien, ook hier heeft het afgelopen half jaar volop geregend, en met hetzelfde brede strand, met zomerse drieteenstrandloper in de branding en onder andere grote sterns en zwarte zee-eenden over zee. En ook met bijvoorbeeld een mooi plassengebied langs de Waddendijk, met mooie groep lepelaars en een groep van tientallen groenpootruiters met zwarte ruiters ertussen.
Het duidelijkst zie je het verschil tussen een Nederlands en een Duits Waddeneiland in de bebouwde kom. Het is geen dorp dat hier aan de westkant van het eiland ligt, zoals je ze op de Nederlandse eilanden hebt, maar een echt stadje. Een stadje met allure, met deftige straten met barokke gevels, met monumentale bouwwerken, met drukke winkelstraten en sjieke hotels en kuuroorden en zelfs met enkele hoge flatgebouwen. Je ziet ze vanaf de Waddendijk van Norddeich wit opblinken in de zon en je zou bijna denken dat het eiland ervan gaat kapseizen. De sfeer is ernaar, een bijna mondaine sfeer, heel anders dan in Hollum of Oost Vlieland. Voor de eeuwigheid lijkt dit stadje echter niet geschikt: het eiland wandelt, zoals trouwens de meeste Waddeneilanden, heel langzaam naar oost doordat het aan de westkant afkalft en aan de oostkant aangroeit. Uiteindelijk zal ook Norderney city eraan moeten geloven. Maar dat zal nog wel enkele duizenden jaren duren denk ik en het is natuurlijk nog maar de vraag of er tegen die tijd nog mensen zijn op Norderney om dat mee te maken.

Donderdag 25 juli 2024


Verder met Norddeich 2024: Twee werelden








Norddeich

Waar zijn we nou toch terecht gekomen? vroegen we ons af toen we twee dagen geleden na een lange reis hier op ons vakantie-appartement aankwamen. Dat bleek zich te bevinden in een smalle enclave van vakantiewoningen omgeven door een zee van parkeerplaatsen. We waren er bij aankomst nog op verdwaald geraakt en keken met verbazing tussen de auto’s door over de hekken heen naar wat ons beoogde vakantieverblijf moest zijn. Van alle kanten kijken we hier uit op auto's, auto's en nog eens auto's. Rijen auto’s in slapende toestand, in afwachting van hun bezitters. Ons appartement, eigenlijk twee appartementen in een huis met vier, ligt dan ook midden in druk toeristisch gebied. Aan het eind van ons doodlopende straatje dat tussen de parkeerplaatsen door naar de dijk loopt, is een drukke laan langs parkeerplaatsen, ijssalons, nog meer vakantiehuizen en het reusachtige complex van de kliniek, en aan de andere kant van de dijk een al even druk festivalterrein waar onder andere een enorm openluchtfilmscherm staat opgesteld en vliegers in alle soorten en maten wapperen in de wind. Kikkers, octopussen, pijlinktvissen, draken en allerhande stripfiguren, sommige lichtgevend in de avondschemer: het is een tentoonstelling van wat de menselijke fantasie allemaal heeft voortgebracht. Maar de ongerepte natuur zoals ik die graag om me heen heb, lijkt hier ver te zoeken. Niet helemaal onze droomlocatie dus. Daar komt nog bij dat ons appartement op zijn zachtst gezegd nogal spartaans is ingericht, wat een manier is om te zeggen dat die wel wat gebreken en tekortkomingen vertoont. Ach, we zullen niet te hard klagen, ik wil niet zo’n zeurderige vakantieombudsmanklant worden, maar: keukenblokje met schuin aflopend plafond waar ik me een breuk moet bukken om een afwasje te kunnen doen, het af en toe nogal gebrekkige doorspoelmechanisme van de WC, karige bergruimte, één klein tafeltje met twee stoelen en geen luie stoelen of zitbank en in de badkamer een gebrek aan plankjes of mandjes om je spullen neer te leggen. Het maakt dat je je bijna als in een tent en op de camping voelt, woekerend met de ruimte om onze spullen op te bergen. En een gezellig terrasje, tuin of balkon kon er ook al niet af.

Maar het kostte me maar weinig tijd om me te verzoenen met deze locatie. Met de tafels en de tuinstoelen op ons stoepje die, als je ze strategisch opstelt, vooral uitzicht bieden op een haag, een grasveld en een paar bomen in plaats van op de auto’s op de parkeerplaatsen. Trouwens, dat uitzicht op de parkeerplaatsen went snel en kun je met een beetje goede wil ook wel als een grappige curiositeit zien. Na amper driehonderd meter lopen staan we aan de Waddenzee en zien we Juist en Norderney liggen, aan de overkant van ofwel een onafzienbare slikvlakte ofwel een volle zee. Verderop is het haventje van waar de boten naar Juist en Norderney vertrekken. En toen ik op mijn eerste ochtendwandeling na aankomst eerst aan de westkant van het dorp (richting Eemshaven dus, waarvan we in de verte het woud van windmolens zien opdoemen aan de horizon), het wad en de kwelders vond, de eerste rosse grutto’s en regenwulpen en een scala aan leuke kwelderplantjes, en vervolgens op dat weggetje het binnenland in was verzeild geraakt, tussen drassige graslandjes met poeltjes met witgat en kemphaan, graanakkers en hooilanden waarin verspreid bosjes kreupelhout dreven, toen had ik het gevoel: het is wel oké hier, ik ga me hier wel vermaken de komende twee weken. Roepende kwartel als om dat gevoel te bezegelen.
Intussen hebben we over datzelfde weggetje al naar Norden gewandeld, de oudste stad van de regio Ostfriesland. We kwamen daar terecht in een eindeloze en overweldigend saaie buitenwijk maar vonden uiteindelijk ook de oude binnenstad met een paar mooie monumenten, terrasjes en cafés. De stad heeft in de Tweede Wereldoorlog nagenoeg geen schade opgelopen zodat er veel moois bewaard is gebleven, zoals de Sint-Liudgerkerk, het Altes Rathaus waar tegenwoordig het Teemuseum is gevestigd, en het Schöninghsches Haus. We vonden ook de supermarkt waar we ook nog naar op zoek waren. En het station, waar de trein ons terug naar Norddeich bracht.

Ook al aan de andere kant van de haven aan het wad gestaan, waar het rustiger is met een hoekje kweldergrasland en uitgestrekte slikken en achter de dijk een rustige landweg langs korenvelden en boerenhoeves, veelal in gebruik als feriënwohnung.
En ach, die drukte om ons heen is ook best gezellig. Op het evenemententerrein langs het wad is een permanente vliegerdemonstratie gaande, zijn 's avonds live optredens die we vanaf ons stoepje kunnen meeluisteren, en is tot diep in de nacht kabaal van de openluchtfilm, waarvoor hetzelfde geldt. En niet alleen vanaf ons stoepje trouwens. We worden dus elke dag getrakteerd op spektakel, we hoeven ons hier niet te vervelen.

Woensdag 24 juli 2024


Verder met Norddeich 2024: Norderney










maandag 19 augustus 2024

Alaska

Vijf jaar geleden werd bij Westhoek aan de Friese waddenkust de eerste alaskastrandloper van Nederland ontdekt. De vogel bleef een paar dagen dus iedereen die in de gelegenheid was en er enigszins belangstelling voor had, kon hem intikken. Maar ik niet. Ik was die dagen op vakantie in Schotland, wandelde door Oban en keek af en toe op mijn telefoon om te zien wie er vandaag allemaal die alaska hadden opgestreken. Het was een hele fijne vakantie en je wilt die niet laten bederven door zo’n vogeltje maar een beetje zuur voelde het wel. Vooral omdat je niet wist wanneer er weer een kans zou komen.
Die kwam vijf jaar later. Afgelopen donderdag, op de dag af vijf jaar na de ontdekking van de eerste, werd ’s avonds bij de veerdam van Holwerd de (toen nog mogelijke) tweede alaskastrandloper van Nederland ontdekt. Nou ben ik een slome twitcher, ik heb het vaker gezegd. Een tikje te sceptisch vaak. Ondanks de onberispelijke reputatie van de ontdekkers was ik niet helemaal overtuigd. De foto’s, genomen in het laatste licht, lieten nog wel enige ruimte voor twijfel, vond ik. Hoe dan ook dacht ik niet dat dat beestje ooit nog zou worden teruggevonden, want hoe vind je zoiets tussen duizenden bontjes en meer? Speld in een hooiberg. Ja, ik ben er goed in redenen te bedenken om niet de volgende ochtend de eerste trein te nemen. Ik zou de nadere berichtgeving wel afwachten.
Nee, een toptwitcher word ik nooit.
Die nadere berichtgeving kwam al snel. Om een uur of acht las ik de melding: alaskastrandloper teruggevonden. Te laat, meende ik, die zou met komend laagwater wel vertrekken en ik zou nooit op tijd op de veerdam zijn om nog kans te maken. En laat ik daar nou wél gelijk in gekregen hebben: de vogel was inderdaad gevlogen voordat ik met trein en bus ter plaatse had kunnen zijn. Ik heb het speciaal nog even gecheckt in de reisplanner. In zekere zin was dat een geruststelling: dit keer had ik de juiste beslissing genomen. Maar wel pas nadat ik eerder de foute beslissing had genomen om niet vanochtend de eerste trein naar Leeuwarden te nemen. En toen de vogel ’s avonds bij opkomend tij niet meer werd teruggevonden, realiseerde ik me dat die beslissing me waarschijnlijk een mooie inhaler zou gaan kosten. Gemiste kans.
Afijn, ik vergat hem en nam me voor de volgende ochtend te gaan trektellen op de Jacobssteeg. Maar net toen ik me opmaakte voor vertrek naar de telpost kwam de piep: alaskastrandloper weer ter plaatse. Mooi op tijd, vond ik, dit keer geen enkele reden om niet te gaan: ik kon nog makkelijk de trein van half 8 halen en zou dan als alles goed ging om half 11 op de veerdam zijn. Dat zou vroeg genoeg moeten zijn. Gisteren was de vogel pas om kwart voor 12 het droogvallende wad opgevlogen en vandaag was het ruim een uur later hoogwater dus wellicht zou hij ook een uur later vertrekken. Dat bood voldoende ruimte.
Dat was natuurlijk slechts theorie, het kon nog op heel wat manieren misgaan.
De praktijk bleek genadig. In Utrecht netjes de trein gehaald. Die was precies op tijd in Leeuwarden. In Leeuwarden haalde ik gemakkelijk de bus naar Holwerd en om half 11 stond ik inderdaad op de veerdam. Ik liep naar de menigte vogelaars die verderop stond te turen en daar wezen ze me de vogel en liet men me zelfs alvast even door een scope kijken: alaskastrandloper binnen! Hosanna!
Ja, soms klopt de theorie.

Dat was de opluchting. Daarna volgde de euforie.
De vogel zat aanvankelijk vrij ver en stilletjes met de kop in de veren, maar was er desondanks nog betrekkelijk gemakkelijk uit te pikken. Vooral het vele wit op buik en kop was opvallend. Af en toe deed-ie zijn kop uit te veren, af en toe deed-ie een stapje en dan was een vermoeden waarneembaar van het vogeltje dat we wilden zien: een compact gevalletje met een relatief lang en slank snaveltje dat hem een beetje het uiterlijk gaf van een miniatuur bonte strandloper.
Veel beter werd het toen de hele groep opgevlogen was en we even verderop alaska veel dichterbij terugvonden. Hij liep te foerageren bij een plasje op het drooggevallen wad. Nu zagen we daadwerkelijk het vogeltje dat we wilden zien: een compact beestje met kort achterlijf en korte hals, iets kleiner dan de talrijk aanwezige bonte strandlopers en met relatief lange en iets gebogen snavel, dat ons inderdaad deed denken aan een mini-bontje. Veel wit boven het oog en op het voorhoofd, wit keeltje, aanzet tot donker halsbandje en ongetekende witte onderdelen. Zelfs af en toe het vermoeden van webjes tussen de tenen al durf ik niet te zweren dat dat geen modder was. Maar die zat dan wel precies op de goede plek. Al met al het complete plaatje perfect in beeld! Meer kan een mens zich niet wensen.
Later foerageerde de vogel langdurig en op zeer plezierige afstand op het droogvallende wad één dammetje verderop en bood zodoende alle toegesnelde vogelaars de gelegenheid uitgebreid van hem te genieten. Genoten werd er dan ook volop. Wij waren als kinderen zo blij.

17 augustus 2024


Meer twitchen: Stukjes griel
Mijn weblogkasteel



Foto van Jeroen Steenbergen.