Op tamelijk miraculeuze wijze haalden we de boot van half 9. We hadden die van 9 uur gepland maar die bleek niet te bestaan. We hadden ons al bijna neergelegd bij de half 10-boot toen bleek dat we nog net die van half 9 gingen halen. De tijdwinst, een half uur ten opzichte van de niet bestaande 9 uur-boot en zelfs een uur ten opzichte van de boot van half 10, verdween echter als sneeuw voor de zon toen we ter plekke stonden te wachten op kuifje, zoals de vogel al liefkozend werd genoemd (moest-ie zich wel aan de afspraak houden, anders viel er niets lief te kozen), maar kuifje vooralsnog verstek liet gaan. Die was toen we ter plaatse arriveerden net een kwartiertje geleden achter de bosjes verdwenen die op een meter of vijftig van ons vandaan uit het duinland verrezen. Zou daar wel in het gras aan het foerageren zijn, nam men aan, of buiten beeld zitten uitbuiken van de vele rupsen die hij vanmorgen verorberd had. Zou wel weer een keertje tevoorschijn komen.
Wanneer had ik dat toch eerder gehoord?
Het lange wachten kon beginnen. Het was in ieder geval een mooie plek, dat hielp. Om ons heen ruig, laag en laag begroeid duinland met hier en daar wat struikgewas bijeen, getooid door wat duinroos, reigersbek en een enkele orchidee. Zingende nachtegalen. Boomvalk over. Wespendief over: nieuwe jaarsoort nog (in tegenstelling tot kuifkoekoek) dus die had ik maar vast binnen, ik was al bijna bereid er genoegen mee te nemen. Af en toe vloog een grote zilverreiger langs die zich in de buurt ophield. Kauwen alom, een paar holenduiven, graspiepers, en intussen was de voor de half 10-boot berekende aankomsttijd ruimschoots gepasseerd.
Maar de verlossing kwam. Na ruim twee uur wachten werd kuifkoekoek teruggevonden in een bosje diep in het duinland. Veel verder weg dan waar hij al die tijd verondersteld werd zich op te houden, maar hij was desondanks al een stuk beter te zien dan ik hem twee en een halve week eerder gezien had. Na enige tijd kwam-ie naar ons toe gevlogen, ik kon hem prachtig volgen in de telescoop. Vervolgens foerageerde hij een tijdje in grasland achter de inmiddels bekende struikformatie en was ook daar in de telescoop prachtig te zien, en tenslotte zat-ie geruime tijd diep verscholen in een struik midden in diezelfde struikformatie. Meestal waren daar slechts wat versnipperde stukjes kuifkoekoek te zien maar af en toe, als-ie zich bewoog, als-ie even z’n kop krabde, was ineens de hele kop zichtbaar. En toen-ie zich een stukje verplaatste, kregen we zelfs een paar tellen lang volledig vrij zicht op de vogel.
Wat daar nog aan toe te voegen? Natuurlijk zijn er veel gewichtiger zaken in de wereld, ik kan nooit nalaten daaraan tot vervelens toe te herinneren, maar ik was gekomen voor een verbeterwaarneming en een verbeterwaarneming had ik gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten