Het was eerlijk gezegd eigenlijk een soort administratieve onderneming, een verplicht nummer: ik wilde graag nog even mijn wereldwijde jaarlijst spekken. Ik wil niet zeggen dat die een obsessie voor me aan het worden is hoor, maar ik wil ook niet zeggen van niet. Een beetje vogelaars is natuurlijk sowieso een beetje geobsedeerd. En het was ook een beetje een tweede keus: ik was liever naar Doetinchem gegaan, voor zwarte ooievaar. En niet eens zozeer vanwege die zwarte ooievaar, waarschijnlijk was Kennemerduinen tactisch een betere keuze want voor zwarte ooievaar komen er nog kansen genoeg. Maar ik had gewoon meer zin in fietsen in de Achterhoek. Helaas reden de treinen naar Doetinchem dit weekend niet dus werd het het Vogelmeer in de Kennemerduinen. Voor kleine topper, een eclips mannetje dat daar aan het overzomeren is.
Ik moet zeggen, het werd meer dan een verplicht nummer. Het werd zelfs een hele leuke twitch, met alles erop en eraan dat twitchen zo leuk kan maken. Het was even zoeken toen ik bij het duinmeer aankwam. Aanvankelijk geen spoor van de vogel maar ik hield vol. Hij moest er zitten, vond ik, het kon niet zo zijn dat-ie juist vandaag vertrokken was. Niet midden in de zomer, niet in zijn toestand. Druk aan de rui immers, niet het moment om terug naar Amerika te vliegen. Maar toch die twijfel, toch een lichte bezorgdheid, tot het moment dat-ie werd teruggevonden en de euforie losbarstte en zich als een tinteling door heel het lijf verspreidde. Nou ja, dat is dus twitchen, onder andere.
Toen ik achterlangs het meertje gelopen was, kreeg ik hem ook nog prachtig te zien, redelijk dichtbij en met de zon fijn achter. In het wat rommelige eclipskleed waren twee cruciale kenmerken herkenbaar: op het al geruide deel van de bovendelen oogde de marmering, de fijne bandering die de rug van een topper er van een afstand grijs doet uitzien, relatief grof ten opzichte van wat we van onze topper gewend zijn. En de zwarte snavelpunt was beperkt tot louter de nagel: niet meer dan een smal, recht zwart streepje op het uiteinde van de snavel. Daarnaast leek de kop wel degelijk een subtiel puntje te hebben op het achterhoofd, ook een goed kenmerk natuurlijk. De wat grijze tinten op de flanken durf ik dan weer niet als kenmerk te gebruiken: door de rui kan elke topper of kuifeend dat nu ook wel hebben. Maar een onmiskenbare, en ook leerzame kleine topper dus. Misschien moest ik de NS maar dankbaar zijn. Die zwarte ooievaar komt nog wel. Of niet, ook goed.
8 juli 2023
Geen opmerkingen:
Een reactie posten