dinsdag 1 maart 2022

Winterswijk

Een flinke trekgolf van kraanvogels en de voorspelling van een vroege lentedag met volop zon vond ik samen een prima aanleiding om mijn jaarlijkse tochtje naar Winterswijk te verleggen naar eind februari. Met als min of meer gegarandeerde doelsoorten middelste bonte specht en oehoe, als uitdaging kortsnavelboomkruiper en als mogelijke bonus wie weet ergens vandaag een keertje een groep kraanvogels over me heen. Het kon van alles worden.
Bonus? Wie weet ergens vandaag een keertje? Ik was het dorp nog niet uit, verrekijker nog onder mijn jas, ik was net bezig op mijn telefoon te kijken hoe ik het snelst op de Wooldseweg kon komen waar ik uiteraard wezen moest voor Bekendelle, want ook na tig keer Winterswijk weet ik dat nog steeds niet uit mijn hoofd, toen ik ze al hoorde. Snel mijn telefoon opgeborgen en mijn verrekijker opgegraven en daar gingen ze: een machtige vloot van een stuk of 150 kraanvogels laag over het dorp naar oost. Een beetje beschaamd om mijn vreugde want mag dat wel in deze tijd? Je mag immers volgens sommige nu ook geen carnaval vieren want Oekraïne, maar gun ons één dagje vrij van alle zorgen en alle rottigheid in de wereld, niemand is er immers bij gebaat als we met zijn allen thuis gaan zitten kniezen. Ik ben echt niet ongevoelig hoor, ook ik vind het verschrikkelijk wat daar gebeurt en als ik iets zou kunnen doen om het te stoppen zou ik niet aarzelen, maar ik heb geen idee. Dus rest de conclusie: wat een start van de dag.

Een dagje Winterswijk in het voorjaar staat garant voor een flinke dosis nostalgie, voor arcadische landschappen en paradijselijke schoonheid. Oude, kronkelende bosranden en boomsingels, knoestig kreupelhout, door klimop overwoekerde boommonumenten die boven de klimop uit nog pronken met hun kaalheid alsof ze hun blote ledematen uit hun karige groene jasje steken, en door dat alles omsloten de velden en de akkers, ook nog kaal, nog pas februari immers. Een beekloop slingerend tussen overwoekerde oevers en een fraaie grote gele kwikstaart op overhangende kale takkenbossen. Bloeiend speenkruid en klein hoefblad die het aankomend voorjaar aankondigen.
Toonbeeld van die iconische schoonheid van de Achterhoek is Bekendelle. En Bekendelle was weer prachtig, zoals altijd, ook al was het pad aan de goede kant van de beek opgeheven. Een coronaslachtoffer, werd me verteld: door de vele coronawandelaars was het er veel te druk geworden. We moeten het dus voortaan doen met het pad aan de andere kant van de beek, met het echt spannende bos, de natte poelen en het rondkruipend kreupelhout aan de overkant. Maar prachtig, zoals altijd: het stoere en kronkelige bos, vervallen, kaal nog, oprijzend uit het zompige broek. Middelste bonte specht aan het begin, bij het parkeerplaatsje, en middelste bonte specht aan het eind, over het bruggetje. Allebei geregeld roepend, allebei af en toe mauwend en allebei mooi gezien. Verder onder andere zingende grote lijster, zwaar roffelende zwarte specht en roepende kleine bonte specht (plus natuurlijk grote bonte en eerder vanmorgen al roep van groene specht: het kwintet compleet). Spannendst was het ijle gezang dat ik hoorde van wat me kortsnavelboomkruiper leek. Vind ik altijd lastig maar geconcentreerd luisteren en live vergelijken met opnames op de telefoon hielpen en toen ik ook het haakje aan het slot hoorde, was ik wel overtuigd.
Natuurlijk moest ik nog naar de steengroeve, waar mama oehoe languit op haar richel lag. Beeldvullend in de scope: elk jaar weer een hoogtepunt. Waarna ik nog en paar uur had om lekker door de Winterswijkse ommelanden te zwerven, door dat prachtige Achterhoekse coulisselandschap met om en om velden en bosranden, kades en monumentale boomgevallen, alles kaal waardoor hun grillige oervormen zo mooi tot hun recht komen. Een landschap als een gedicht, als een openluchtmuseum. Mooie man blauwe kiekendief over het veld en een paar drukke zwarte spechten in een stukje bos. Een roffelde luidruchtig in het bosje naast me, een andere antwoordde van de overkant van de akker. Waarna onvermijdelijk de terugkeer naar Winterswijk volgde, naar de echte wereld met alle zorgen en alle 
rottigheid van dien.

27 februari 2022


Meer in Winterswijk: Een verrukkelijke lentedag







Geen opmerkingen:

Een reactie posten