Ik was zaterdagmiddag net in het al herfstige Asserbos op weg naar het crematorium aan de Boskamp, toen de melding kwam: goudlijster op Texel. Au! Traumatische dip in de maak, maar dat was nu bijzaak. Hoewel ik moet toegeven dat ik er aanvankelijk wel enige moeite mee had, begreep ik natuurlijk ook wel dat ik mijn kleine ongemak niet mocht vergelijken met het leed dat Ronald had achtergelaten. Men zou het misschien niet denken maar er zijn soms dingen belangrijker dan vogels. Geen Texel dus voor mij vandaag.
Die traumatische dip, die kwam er, want de volgende ochtend was er van goudlijster geen spoor meer. Tijdens de hele autorit naar Den Helder, tijdens de overtocht, in de auto op het eiland, geen enkele melding. We zijn niet eens meer wezen kijken. Eigenlijk hadden we dat ook wel een beetje zien aankomen: als-ie niet was vertrokken, zou-ie wel ergens dood onder een struikje liggen want gistermiddag was de vogel ook al niet erg levendig meer geweest. Hoewel altijd nog levendiger dan de meeste van de ruim twintig eerdere gevallen in Nederland, want die waren dood gevonden.
Waar onderweg wel meldingen van binnenkwamen, was van amerikaanse goudplevier. Eerst ter plaatse, daarna opgevlogen en vervolgens ietsje verderop weer ter plaatse. Toen we ter plaatse aankwamen, liep-ie samen met een goudplevier rustig op een kale akker achter Sluftervallei, het vakantiepark van Landal. Prachtig te zien, prachtig te vergelijken ook: de tinten grijzer, het koppatroon krachtiger, met duidelijke wenkbrauwstreep en donker petje, en de bouw wat slanker, wat hoger op de poten. Het is weliswaar lang geen goudlijster maar wel een fijne goedmaker want mijn vorige was alweer aardig wat jaartjes geleden.
Daarna op zoek naar bonapartes strandloper. Hij was nog niet gemeld maar zou er vast nog wel zitten want hij zit er al weken. Gisteren was-ie gezien langs de Waddendijk ter hoogte van Het Noorden. Daar konden we hem niet vinden. Hoog water dus weinig plek. Misschien overtijend in Utopia? Inderdaad vonden we hem daar terug. Een klein, grijs strandlopertje dat meest zat te slapen met de kop in de veren, maar om de zoveel tijd kort de kop omhoog stak en heel af en toe zelfs even aan de wandel ging. De kunst was om op die momenten te kijken. Dan zag je die kenmerkende, enigszins strenge koptekening, soms de ver uitstekende vleugelpunten en uiteindelijk ook de streepjes langs de flank. Alweer een fijne goedmaker dus. Compensatie voor gedipte goudlijster was optimaal.
Waarna we in de Prins Hendrikpolder de kleine rietganzen niet konden vinden, op het Grote Vlak de zwarte ibis niet en op het westelijke Horsmeertje de grauwe franjepoten niet. En we dus met drie dips op rij het eiland verlieten. Ik wist zo gauw even niet wat ik daarvan moest vinden. Maar amerikaanse goudplevier en bonapartes strandloper: ik ken mensen voor wie ze allebei nieuw zouden zijn geweest en iedere andere dag zou je er meer dan tevreden mee naar huis gaan. Dus waarom vandaag niet?
26 september 2021
Meer dips: Gevreesde woorden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten