Een paar verrassend goeie zeetrekdagen verleidden Erik en mij ertoe het ook weer eens te gaan proberen. Dus vanmorgen een paar uur vanaf de zeetrektelpost op de Maasvlakte over zee staan turen. De wind was echter alweer afgezwakt en zoals zo vaak was ik een of twee dagen te laat. De beoogde hoofdprijzen (er waren de afgelopen dagen aardig wat vorkstaartmeeuwen en kleinste jagers gemeld) bleven uit maar met grote en kleine jager had ik wel in één dag even veel jagers als heel vorig jaar. We zullen het ermee moeten doen.
Die grote jager vloog weliswaar vrij ver maar herkenbaar naar zuid. De kleine jager hing geruime tijd vrij ver op zee rond en was af en toe zichtbaar. Onder andere zagen we hem een paar keer fanatiek achter een passerende meeuw of stern aan jagen. We zagen hoe hij zich los maakte van de horizon en zich daarna met gehoekte vleugels stortte op de veel grotere meeuw die zich rap uit de voeten maakte. Het was te ver om het te kunnen horen maar je kon je er het uitzinnig krijsen van beide combattanten bij voorstellen. Verder vlogen er voortdurend grote sterns boven zee, of over zee: de vraag was of het steeds dezelfde waren die rondhingen of steeds andere die allemaal naar zuid vlogen. In het tweede geval was er behoorlijk spectaculaire trek. Een paar dwergsterns, een zwartkopmeeuw, twee jan van genten, een groepje drieteenstrandlopers kortstondig op het strand en alweer wat regenwulpen langs vliegend: toch genoeg te beleven.
Om het af te sluiten hadden we een paar leuke reigersoorten in gedachten. Daarom naar de Zevenhuizerplas bij Rotterdam Alexander. Iemand vertelde ons daar wat een show de roerdompen er daar gisteren van gemaakt hadden. Er zitten er meerdere en twee waren er zowat met elkaar aan het vechten geslagen. Dreigend hadden ze bijna tegen elkaar aan staan schurken. Kwak had ze ook mooi gezien, vertelde ze, op dat stuk dood hout daar in die verre hoek van de plas. En woudaapje? Ja, woudaapje ook. De verhalen vlogen ons om de oren. We mochten misschien niet wensen dat we ze alle drie zouden zien (zij wel, gisteren), maar twee van de drie misschien? Nou vooruit, eentje dan, please? Nul uit drie, dat leek ons ronduit onrechtvaardig. Maar we zullen het ermee moeten doen.
18 augustus 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten